Lezen H3, deel 2

Welkom!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Kennismaken
  • Flex-klas
  • Lezen H3 (+ H4)
  • Oefentoetsje 

Slide 2 - Tekstslide

Welke tekstverbanden
ken je?

Slide 3 - Woordweb

Chronologie
Opsomming
Tegenstelling
Toelichting
Conclusie
Reden (+argument)



Oorzaak (+gevolg)
Vergelijking
Samenvatting
Toegeving
Doel-middel
Voorwaarde

Slide 4 - Tekstslide

Waarom tekstverbanden?
Je begrijpt teksten beter.
Je kunt hoofd- en bijzaken beter van elkaar onderscheiden.
Je kunt zelf betere teksten schrijven.
(Belangrijk op eindexamen.)

Slide 5 - Tekstslide

Waarom signaalwoorden?
Deze geven een signaal af.

Dus deze woordjes zeggen: 
Lezer, let op! Er komt een bepaald tekstverband aan.

Slide 6 - Tekstslide

Welk tekstverband zie je in deze zinnen:
Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.
A
Redengevend verband
B
Oorzakelijk verband
C
Opsommend verband
D
Toegevend verband

Slide 7 - Quizvraag

Aan welke signaalwoorden zie je dat dit een opsommend verband is?
Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.

Slide 8 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Pinkpop weet regelmatig grote headliners te strikken. Daardoor zijn de tickets vaak snel uitverkocht.
A
Concluderend verband
B
Oorzakelijk verband
C
Redengevend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 9 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat het een oorzakelijk verband is?
Pinkpop weet regelmatig grote headliners te strikken. Daardoor zijn de tickets vaak snel uitverkocht.

Slide 10 - Open vraag

Welk tekstverband zie je?
Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.
A
Tegenstellend verband
B
Voorwaardelijk verband
C
Vergelijkend verband
D
Samenvattend verband

Slide 11 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat het een tegenstellend verband is?
Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.

Slide 12 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Pinkpop wordt al sinds 1970 georganiseerd en is daarmee het langstlopende popfestival.
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
voorwaardelijk verband
D
toelichtend verband

Slide 13 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een chronologisch verband is?
Pinkpop wordt al sinds 1970 georganiseerd en is daarmee het langstlopende popfestival.

Slide 14 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
In Nederland worden vele festivals georganiseerd met verschillende soorten muziek. Evenementen met hardstyle, techno en dance; festivals met vooral rock en pop; voorstellingen met klassieke muziek enzovoorts. Met andere woorden: veel verschillende feesten met veel verschillende stijlen muziek.
A
Tegenstellend verband
B
Vergelijkend verband
C
Oorzakelijk verband
D
Samenvattend verband

Slide 15 - Quizvraag

Aan welk(e) signaalwoord(en) herken je dit samenvattend verband?
In Nederland worden vele festivals georganiseerd met verschillende soorten muziek. Evenementen met hardstyle, techno en dance; festivals met vooral rock en pop; voorstellingen met klassieke muziek enzovoorts. Met andere woorden: veel verschillende feesten met veel verschillende stijlen muziek.

Slide 16 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Solar programmeert veel jonge, hippe artiesten, terwijl Bospop juist vaak bands boekt die in het verleden heel populair waren. Er zullen dus meer oudere mensen naar Bospop gaan.
A
Samenvattend verband
B
concluderend verband
C
vergelijkend verband
D
doel-middelverband

Slide 17 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft het concluderend verband aan?
Solar programmeert veel jonge, hippe artiesten, terwijl Bospop juist vaak bands boekt die in het verleden heel populair waren. Er zullen dus meer oudere mensen naar Bospop gaan.

Slide 18 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.
A
vergelijkend verband
B
opsommend verband
C
toelichtend verband
D
samenvattend verband

Slide 19 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een toelichtend verband is?
Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.

Slide 20 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Hoewel ik altijd graag naar festivals ga, heb ik daar dit jaar geen geld voor.
A
tegenstellend verband
B
oorzakelijk verband
C
opsommend verband
D
toegevend verband

Slide 21 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een toegevend verband is?
Hoewel ik altijd graag naar festivals ga, heb ik daar dit jaar geen geld voor.

Slide 22 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Hij wilde dolgraag zijn favoriete band live zien spelen, daarom kocht hij een ticket.
A
redengevend verband
B
oorzakelijk verband
C
doel-middelverband
D
toelichtend verband

Slide 23 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een redengevend verband is?
Hij wilde dolgraag zijn favoriete band live zien spelen, daarom kocht hij een ticket.

Slide 24 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Het festival kampte met een tegenvallende kaartverkoop. Door middel van kortingsacties probeerden ze extra tickets te verkopen.
A
chronologisch verband
B
doel-middelverband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk verband

Slide 25 - Quizvraag

Aan welk(e) signaalwoord(en) zie je dat dit een doel-middelverband is?
Het festival kampte met een tegenvallende kaartverkoop. Door middel van kortingsacties probeerden ze extra tickets te verkopen.

Slide 26 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Op het Best Kept Secret festival is veel aandacht voor een creatieve aankleding van het terrein, net als op Solar Festival.
A
voorwaardelijk verband
B
samenvattend verband
C
tegenstellend verband
D
vergelijkend verband

Slide 27 - Quizvraag

Aan welk(e) signaalwoord(en) zie je dat dit een vergelijkend verband is?
Op het Best Kept Secret festival is veel aandacht voor een creatieve aankleding van het terrein, net als op Solar Festival.

Slide 28 - Open vraag

Welk tekstverband zie je hier?
Als je zeker wilt zijn van Pinkpoptickets, dan moet je op tijd opstaan.
A
vergelijkend verband
B
doel-middelverband
C
voorwaardelijk verband
D
concluderend verband

Slide 29 - Quizvraag

Aan welke signaalwoorden zie je dat dit een voorwaardelijk verband is?
Als je zeker wilt zijn van Pinkpoptickets, dan moet je op tijd opstaan.

Slide 30 - Open vraag

FEITEN OF MENINGEN?

Slide 31 - Tekstslide

Feit of mening:

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
A
feit
B
mening

Slide 32 - Quizvraag

Feit of mening:

In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'
A
feit
B
mening

Slide 33 - Quizvraag

Feit of mening:

Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
A
feit
B
mening

Slide 34 - Quizvraag

Feit of mening:

Souhail had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
A
feit
B
mening

Slide 35 - Quizvraag

Feit of mening:

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.

A
feit
B
mening

Slide 36 - Quizvraag

Feit of mening:

Den Haag zou volgens Eva de hoofdstad van Nederland moeten worden.

A
feit
B
mening

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 38 - Open vraag

Feiten en meningen
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar is of niet. 

Een mening of een standpunt is wat iemand van iets vindt. Met deze mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak aan de volgende signaalwoorden: 
ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens 

Slide 39 - Tekstslide

Argumenten
Als een auteur zegt waarom hij/zij iets vindt, dan gebruikt hij/zij één of meerdere argumenten. 
Argumenten herken je vaak aan de volgende signaalwoorden: 
want, omdat, namelijk, immers. 

Feitelijke argumenten zijn het sterkst. 

Slide 40 - Tekstslide

Wat is het standpunt en wat is het argument in onderstaande zin?

Dieselauto's ouder dan vijftien jaar zouden in het centrum van Utrecht verboden moeten worden; die stoten immers hoge concentraties giftige stoffen uit.

Slide 41 - Open vraag

Wat is het standpunt en wat is het argument in onderstaande zin?

Omdat sommige leerlingen faalangstig zijn, geeft meneer Vonk geen onverwachte so's.

Slide 42 - Open vraag

Wat is het standpunt en wat is het argument in onderstaande zin?

Omdat de schoonheidsspecialiste nog nooit eerder een piercing had gezet, was zij erg gespannen.

Slide 43 - Open vraag

Oefentoetsje
Maak dit toetsje zo serieus mogelijk.
Goede afspiegeling van de toets in de proefwerkweek!
Neem je tijd.
Als je vragen hebt, stel ze! Nu mag het nog ;-)

Slide 44 - Tekstslide