Quiz voorafgaand aan SE H5, 6 en 7

LGL H5, 6 en 7
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

LGL H5, 6 en 7

Slide 1 - Tekstslide

Wie schreef het boek 'Oeroeg'?
A
Hella Haasse
B
Hugo Claus
C
Louis Paul Boon
D
Roland Holst

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet de verfilming van 'De donkere kamer van Damocles'?
A
De donkere kamer van Damocles
B
Damocles rules!
C
Osewoudt en Dorbeck
D
Als twee druppels water

Slide 3 - Quizvraag

Anton Steenwijk
Tamalone
Panda, Mees en Boelie
Frits van Egters

Slide 4 - Sleepvraag

'De sissende Sampan'
In deze titel is sprake van een ...

Slide 5 - Open vraag

Welke (homoseksuele) auteur bekeerde zich in 1966 tot het katholicisme? Denk aan de ezelpassage!!!
A
Harry Mulisch
B
Gerard Reve
C
W.F. Hermans
D
Marsman

Slide 6 - Quizvraag

Wie spelt er seksueel als 'seksjuweel'? Of tsjoe-win-k’um (chewinggum)?
A
Frederik van Eeden
B
Hugo Claus
C
Remco Campert
D
Arthur van Schendel

Slide 7 - Quizvraag

De periode 1875-1914 wordt in de cultuurgeschiedenis het ..... genoemd.
A
fin de siècle
B
modernisme
C
expressionisme
D
kolonialisme

Slide 8 - Quizvraag

Een andere benaming voor het fin de siècle is:
A
de grauwe periode
B
La belle epoque
C
de verlichting
D
het einde der tijden

Slide 9 - Quizvraag

In de kunsten kwam het escapisme van het fin de siècle tot uiting als ....... (=de opvatting dat kunst uitsluitend iets moois moet zijn en geen andere functie dan kunst zijn mag hebben)

Slide 10 - Open vraag

Welke stroming hoort NIET thuis in het fin de siècle?
A
impressionisme
B
naturalisme
C
neoromantiek
D
constructivisme

Slide 11 - Quizvraag

Een belangrijke rol in het naturalisme speelde het fatalisme, de opvatting dat het leven geheel bepaald wordt door het ___ (het fatum) en dat vrije wil niet bestaat.

Slide 12 - Open vraag

Volgens een naturalist wordt het leven bepaald door drie factoren.
Welke drie factoren zijn dat?

Slide 13 - Open vraag

Wat hoort niet bij het impressionistische taalgebruik?
A
Archaïsmen
B
Beeldspraak
C
Litotes
D
Neologismen

Slide 14 - Quizvraag

"schreeuwende kleuren" en "bittere kou" zijn voorbeelden van ....
A
synesthesie
B
assonantie
C
personificatie
D
alliteratie

Slide 15 - Quizvraag

Frederik van Eeden
Willem Kloos
Herman Gorter
Lodewijk van Deyssel

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe heette de groep waaraan de schrijvers op de vorige slide verbonden waren? De ...

Slide 17 - Open vraag

Mei - Herman Gorter


Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't boschje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggn, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
Meer info over Mei?
Luister dit fragment: https://www.nporadio1.nl/de-taalstaat/onderwerpen/37493-2020-01-25-taalschat-het-gedicht-mei-van-herman-gorter-met-arie-zevenhuijzen

Slide 18 - Tekstslide

Met welke regel kunnen de Tachtigers zich het meest identificeren?
A
Een nieuwe lente, een nieuw geluid
B
De klanken schudden in de lucht zo rijp
C
Hij dwaald' over den bruggen, op den wal
D
Van eigen blijheid om de avondrust

Slide 19 - Quizvraag

Het tijdschrift dat de Tachtigers oprichtten in 1885 heette:
A
Barbarber
B
De gids
C
De nieuwe gids
D
De Revisor

Slide 20 - Quizvraag

Een literair werk kan niet tegelijk impressionistisch en naturalistisch zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

‘Lyrische proza’ is een synoniem voor impressionistische literatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

"De kleine Johannes" is geschreven door...
A
Louis Couperus
B
Herman Gorter
C
Willem Kloos
D
Frederik van Eeden

Slide 23 - Quizvraag

Windekind in "De kleine Johannes" staat voor:
A
Kinderlijke fantasie
B
Kinderlijke weetgierigheid
C
Puberteit, beginnende seksualiteit
D
Grotemensenwereld, wetenschap

Slide 24 - Quizvraag

Noteer de vijf andere symbolische personages die Johannes ontmoet.

Slide 25 - Open vraag

Louis Couperus schreef...
A
realistisch-naturalistische werken
B
sprookjesromans
C
historische romans
D
literaire thrillers

Slide 26 - Quizvraag

De neoromantiek is een reactie op het impressionisme en naturalisme. Het fantasievolle, wonderlijke en lieflijke gaat weer de overhand krijgen op het zakelijke en sombere. De nadruk op het ........ blijft bestaan.

Slide 27 - Open vraag

"Een zwerver verliefd" van Arthur van Schendel is een neoromantisch boek. De hoofdpersoon heet.......

Slide 28 - Open vraag

Zo heet de cultuurbeweging die tijdens WO-I tot ontwikkeling kwam.
A
Expressionisme
B
Fin de siècle
C
Modernisme
D
Vitalisme

Slide 29 - Quizvraag

Het modernisme wordt ook wel aangeduid met de term 'avant-garde'.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

In dit jaar eindigde WO-I.
A
1914
B
1918
C
1929
D
1936

Slide 31 - Quizvraag

Het literaire expressionisme is vooral een poëziestroming.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving: 'gedichten waarin het niet gaat over het weergeven van concrete inhoud, maar waarin een sfeer / beeld wordt opgeroepen'?
A
Historische avant-garde
B
Poésie pure
C
Fauvisme
D
Vitalisme

Slide 33 - Quizvraag

Poésie pure is de literaire tegenhanger van de abstracte beeldende kunst.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van expressionistische schilderkunst?
A
Accent op gevoel i.p.v. de waarneming
B
Abstract
C
Lastig te begrijpen
D
Sober

Slide 35 - Quizvraag


A
impressionisme
B
expressionisme

Slide 36 - Quizvraag


A
impressionisme
B
expressionisme

Slide 37 - Quizvraag

Het vroege werk van Marsman is expressionistisch. Zelf noemt hij zijn werk ......, waarmee hij wil aangeven dat hij zich verzette tegen het vluchtgedrag uit het fin de siècle. Hij verheerlijkte de wilskrachtige persoonlijkheid.

Slide 38 - Open vraag

Het boek "Blokken" van Bordewijk is een ...
A
romantisch verhaal
B
thriller
C
dystopie
D
komedie

Slide 39 - Quizvraag

Het taalgebruik van Bordewijk past bij de volgende stroming:
A
de tachtigers
B
nieuwe zakelijkheid
C
het impressionisme
D
het naturalisme

Slide 40 - Quizvraag

Eline Vere
Van de koele meren des doods
Karakter
Een zwerver verliefd
Bordewijk
Couperus
Van Eeden
Van Schendel

Slide 41 - Sleepvraag

Wie zie je hier?
A
W.F. Hermans
B
Harry Mulisch
C
Jan Wolkers
D
Gerard Reve

Slide 42 - Quizvraag

Wie doorbrak behoorlijk het taboe op homoseksualiteit?
A
Gerard Reve
B
F. Bordewijk
C
Hella Haasse
D
Remco Campert

Slide 43 - Quizvraag

Veel succes!!!

Slide 44 - Tekstslide