Deel B taak 9 de was verzorgen

onderdeel B taak 9 was 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

onderdeel B taak 9 was 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen 
- verzorgen van de was 
- sorteren van de was
- was behandeling
 - was verdelen in groepen 
- behandelingsetiket 

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoort er NIET bij was verzorging?
A
Strijken
B
Sorteren
C
Wassen
D
Dweilen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een belangrijke hulpmiddel bij het sorteren van de was?
A
Sorteren
B
Onderscheid maken van de kleuren
C
Etiketten in het wasgoed
D
Geen van de bovenstaande

Slide 4 - Quizvraag

bonte was
fijne was 
witte was 
donkere was

Slide 5 - Sleepvraag

zijde
wol
katoen
vlasplant

Slide 6 - Sleepvraag

Bij welke was behoort een rood T-shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donkerbontewas.
C
Bij de lichtbontewas.
D
Bij de rode was.

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke was behoort een licht roze T-shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donkerbontewas.
C
Bij de lichtbontewas.

Slide 8 - Quizvraag

Alle witte kledingstukken kunnen bij elkaar in de wasmachine.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Sleepvraag

Hoe kan je was sorteren?
A
op kleur
B
per kledingstuk, bijv. sok bij sok, broek bij broek.......
C
niet, alle kleuren kunnen bij elkaar
D
groot bij groot en klein bij klein

Slide 11 - Quizvraag

als de was klaar is sorteer je het op:
A
gekreukt en niet gekreukt
B
strijkwas en vouwwas
C
kleur bij kleur

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Sleepvraag

In welke wasmand doe ik deze?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

welk wasmiddel is voor de gekleurde was?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

In welke wasmand moet deze?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Welke was mag hier bij elkaar?
A
was die op 60 graden gewassen wordt
B
was die op 30 graden gewassen wordt
C
was die op 40 graden gewassen wordt
D
was die op de hand gewassen moet worden

Slide 17 - Quizvraag

Tips voor het sorteren van de vuile was
1. Combineer geen witte katoenen was met witte synthetische was, omdat synthetische vezels het vuil van andere kledingstukken aantrekken. Hierdoor krijgt de witte synthetische was een grauwe kleur.

2. Nieuwe, gekleurde kledingstukken moeten altijd een aantal keer apart gewassen worden, omdat zij overtollige kleurstof verliezen tijdens de eerste wasbeurten.

3. Als je twijfelt of een kledingstuk kleurecht is, maak dan een puntje nat, doe er een beetje wasmiddel op en wrijf erover met een wit katoenen lapje. Op het moment dat het lapje kleurt, was dan het kledingstuk apart.
4. Lees altijd het behandel etiket. 

Slide 18 - Tekstslide

Het textieletiket
- In alle textiel vindt je twee etiketten: het samenstellingsetiket en het behandelingsetiket.

- Samenstellingsetiket: hierin kun je zien waar het wasgoed van is gemaakt. De namen van de gebruikte vezelsoorten en het percentage dat erin is verwerkt staat hierin vermeld.

- Behandelingsetiket: hierin kun je door middel van de wassymbolen zien op welke manier je het wasgoed kunt behandelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Welke wassymbolen zijn er allemaal?
- Wastobbe
- Strijksymbool 
- Droogsymbool 
- Symbool voor professionele reiniging
- Bleeksymbool

Slide 20 - Tekstslide

Het strijksymbool
 Een strijksymbool geeft door middel van stippen aan wat de aanbevolen strijktemperatuur is.
- Een stip: koud strijken (110 graden Celsius, bijvoorbeeld: acryl, nylon, acetaat).
- Twee stippen: warm strijken (150 graden Celsius, bijvoorbeeld: polyestermix, wol)
- Drie stippen: heet strijken (200 graden Celsius, bijvoorbeeld katoen, linnen).
- Een strijksymbool met een kruis erdoor: niet strijken 

Slide 21 - Tekstslide

Het droogsymbool
Het vierkant staat voor drogen, op het moment dat zich een cirkel in het vierkant bevindt, betekent het: geschikt voor trommeldrogen.
Bij dit symbool komen de volgende aanduidingen voor: 
- Één stip in de cirkel: geschikt voor trommeldrogen op de laagste stand. 
- Twee stippen: geschikt voor trommeldrogen op de hoogte stand. 
- Een kruis in het symbool: het gebruik van de trommeldroger is niet toegestaan.  

Slide 22 - Tekstslide

Symbool voor professionele reiniging 
- In de cirkel staan aanwijzingen voor professionele reiniging bij de stomerij:
- De letters geven aan welk type oplosmiddel gebruikt kan worden. 
- Een doorgekruiste cirkel betekent: niet geschikt voor chemisch reinigen bij de stomerij. 

Slide 23 - Tekstslide

Bleeksymbool
De driehoek is het bleeksymbool. 
- Een bleeksymbool staat voor chloorbleken en voor zuurstofbleken. 
- Een doorgekruiste driehoek betekent dat bleken niet mogelijk is, wees hierbij voorzichtig met ontvlekkingsmiddelen. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekenen de wassymbolen?               Spellenronde 1
Bleken
Professioneel reinigen
Strijken
Drogen
Wassen

Slide 25 - Sleepvraag

Demonstratievideo
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 26 - Tekstslide

Einde 

Slide 27 - Tekstslide