Bs 4 Vruchten en zaden (kader)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  • Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Eicel
Kern eicel
Kern stuifmeel
Stempel
Stijl
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 3 - Sleepvraag

In de bloem:
Zaadbeginsels worden zaden
Na de bevruchting gaan de zaadbeginsels en het vruchtbeginsel groeien. 

De zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden met in elk zaad een bevruchte eicel. 

Als een eicel in een zaadbeginsel niet bevrucht is, verschrompelt dat zaadbeginsel.

De zaden van peulvruchten (bijv. de sperzieboon)  noem je bonen. (zie volgende dia's)

1. Verschrompeld zaadbeginsel: Dit zaadbeginsel is niet bevrucht.
2. Een minder goed ontwikkelt zaad (het kleinere boontje)

1
Restant bloemkelk met bloemsteel

2
Restant van de stijl

3

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De bloem is nog niet bevrucht.
De bloem is bevrucht. Het vruchtbeginsel en het zaadbeginsel zijn aan het groeien.
Bloemsteel
1
Restje van de kelkbladeren
2
Kroonbladeren
3
Vruchtbeginsel
4
Zaadbeginsel
5
Meeldraden
6

Slide 14 - Tekstslide


Kroonbladeren en meeldraden vallen af.

Je ziet het vruchtvlees met de zaden.
Als de zaden rijp zijn, 
springt de vrucht open
en komen de zaden vrij
Zaden bevatten reserve voedsel 
dat nodig is voor het kiemen
Hier zie je de lange vrucht van de sperzieboon (peulvrucht).
bloemkelk
restje van de stijl

Slide 15 - Tekstslide

Pitten zijn ook zaden, ze zitten in fruit. Er is fruit met heel veel pitten. Er zijn dan heel veel eicellen bevrucht. Daar zijn dus heel veel stuifmeelkorrels voor nodig geweest.
Het vruchtbeginsel van een kers bevat één zaadbeginsel.
Er is maar 1 eicel bevrucht en 1 zaad ontstaan. De aardbei is heel vaak bevrucht. De zaadjes zie je aan de buitenkant.
Pitten zijn zaden
De pitjes (zaden) zie je aan de buitenkant.

Meloen: Heel veel zaden, dus er zijn heel veel eicellen bevrucht. Er zijn hier heel veel stuifmeelkorrels op de stempel van de bloem terecht gekomen.

Slide 16 - Tekstslide

Een druif is een vrucht.

De druiven van de tros bevatten
gemiddeld vijf pitten.

Hoeveel vruchtbeginsels zijn er ongeveer betrokken geweest bij de vorming van deze tros druiven?
A
1
B
5
C
ongeveer 15
D
ongeveer 75

Slide 17 - Quizvraag

Zaad en vrucht
Wat is het zaad?
Wat is de vrucht?

Zaad
1
Vrucht
2
Leren

Slide 18 - Tekstslide


Deze tomaat is ontstaan uit
A
het zaadbeginsel
B
het vruchtbeginsel
C
een zaad
D
de eicel

Slide 19 - Quizvraag

Appel, wat is nu wat?
Wat is het zaad van het peultje en wat is het vruchtvlees?
Steeltje
1
Vruchtvlees
2
Klokhuis met daarin het zaad.
Uit een zaad kan een nieuwe appelboom groeien als dat zaadje gepoot wordt. De kiem (het begin van het jonge plantje) zit in het zaad.
3
Kroontje met verwelkte blaadjes
4

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
Lees eerst blz 162 t/m 163 door.

Maak dan de opdrachten volgens planner die je hebt gekregen


Slide 21 - Tekstslide