Naamvallen der-groep + ein-groep 1e/4e

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Naamval bepalen

- Ik kan Duitse zinnen ontleden (1e + 4e naamval)

- Ik kan de der-Gruppe en de ein-Gruppe gebruiken om de juiste uitgang van het (lid)woord te bepalen

Je hebt nodig:

De aantekeningen in je schrift

Ich habe die Mutter nicht gesehen. Welke naamval is 'die Mutter'?

1. 1e naamval
2. 4e naamval

Die Mutter erzählt dem Kind eine Geschichte. Welke naamval is 'eine Geschichte'?

1. 1e naamval
2. 4e naamval

Dieser Hund heißt Woef. Welke naamval staat 'dieser Hund'?

1. 1e naamval
2. 3e naamval
3. 4e naamval

Welches Buch liest du? Welke naamval staat niet in deze zin?

1. Er is geen onderwerp.
2. Er is geen meewerkend voorwerp.
3. Er is geen lijdend voorwerp.

Ich erkläre (uitleggen) dem Junge die Aufgabe. Welke naamval is 'dem Junge'?

1. 1e naamval
2. 3e naamval
3. 4e naamval

Ich habe ein... Hund (m).

Stap 3

Stap 2

Stap 1

ein-gruppe  of der-gruppe

vrouwelijk

mannelijk

onzijdig

meervoud

1e naamval

4e naamval

Was machen wir jetzt?

Gebruik je boek (blz. 132 + 133) --> schema A + B

Stappenplan toepassen!

Wat moet telkens de juiste uitgang zijn? Je mag dit opzoeken!

Vul de juiste uitgang in:
Der Junge sieht ein... Hund (m).

1. ein (geen uitgang)
2. -e
3. -en
4. -es

Vul de juiste naamvallen in:
Hast du mein... Tasche (v) gesehen?

1. mein
2. meinen
3. meine

Vul de juiste uitgang in:
Dies... Mann (m) ist sehr alt.

1. -er
2. -en
3. -e
4. -es

Vul de juiste uitgang in:
Welch... Buch (o) liest du?

1. -es
2. welch (geen uitgang)
3. -e
4. -er

Plaats de woorden in de juiste groep:

Der-Gruppe

Ein-Gruppe

dieses

welche

eure

jeder

deine

Ihre 

unser

keinen

die

alle

Manche.... Schüler (mv) spielen Tennis.
Welke uitgang moet er op de stippellijn?

1. -en
2. -e
3. -er
4. -es

Welk schoolvak past bij dit plaatje? Schrijf op in het Duits.

Welk schoolvak hoort bij deze afbeelding? Schrijf op in het Duits.

Vertaal naar het Nederlands:
das Zeugnis

Ich bin schlecht in Physik, darum habe ich... .
Welk woord moet er op de stippellijn?

1. Gymnasium
2. Unterricht
3. Note
4. Nachhilfe

Heb je de toetsstof begrepen?