Thema 6 Zintuigen

Bas 1 Het zintuigenstelsel
Leerdoelen:
  • de definitie van een zintuig kunnen gebruiken
  • de begrippen drempelwaarde, adequate prikkel en gewenning kunnen toepassen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bas 1 Het zintuigenstelsel
Leerdoelen:
  • de definitie van een zintuig kunnen gebruiken
  • de begrippen drempelwaarde, adequate prikkel en gewenning kunnen toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Zintuig: orgaan dat reageert op prikkels.
Drempelwaarde: de zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt 
Adequate prikkel: prikkel waar zintuigcel speciaal gevoelig voor is
Gewenning: na lange tijd reageer je niet op die prikkel

Slide 2 - Tekstslide

Bas 2 Voelen, ruiken en proeven
Leerdoelen:
  • de adequate prikkel van zintuigen in de huid kennen
  • de nauwkeurigheid van koude- en warmtezintuigen uit kunnen leggen
  • de samenwerking van het reukzintuig en smaakzintuig kennen

Slide 3 - Tekstslide

Mensenhuid
  • Beschermt tegen UV straling
  • Maakt vitamine D aan (goed voor de botten!)
  • Is een thermometer
  • Met huid kun je voelen
  • Je huid beschermt met vet en eelt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

zintuigen in de huid

Slide 6 - Tekstslide

Reukzintuig
Lucht-> Neusholte-> Reukzintuig -> Hersenen

Neus en tong en hersenen werken samen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Smaakzintuig

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Bas 3 en 4 de ogen
Leerdoelen:
  • de bouw van de ogen kennen en kunnen gebruiken
  • de pupilreflex kunnen uitleggen
  • de werking van de lens kunnen uitleggen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

De onderdelen van het oog 
(oefen gedurende 4 minuten)
timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het oog, B

Slide 19 - Woordweb

Het oog, C

Slide 20 - Woordweb

Het oog, D

Slide 21 - Woordweb

Het oog, G

Slide 22 - Woordweb

Het oog, H

Slide 23 - Woordweb

Het oog, I

Slide 24 - Woordweb

Het oog, L

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Pupilreflex

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Slide 30 - Tekstslide

    accomoderen

    Slide 31 - Tekstslide

    Scherpstellen
    1. kringspier
    2. lensbandjes
    3. lens
    (accomoderen)

    Slide 32 - Tekstslide

    Bas 5 Het netvlies
    Leerdoelen:
    • De bouw en werking van het netvlies kennen
    • de verschillende werking van de twee typen zintuigcellen kennen

    Slide 33 - Tekstslide

    Het netvlies bestaat uit zintuigcellen, Staafjes om in het donker te zien. Kegeltjes om keuren mee te zien

    Slide 34 - Tekstslide

    Netvlies
    @ hierop wordt het beeld scherp maar omgekeerd geprojecteerd
    @ in het netvlies zitten lichtgevoelige cellen:
    @ staafjes: zorgen ervoor dat we bij weinig licht goed kunnen zien
    @ kegeltjes: herkennen de kleuren

    Slide 35 - Tekstslide

    Slide 36 - Tekstslide

    Staafjes
    zwart, wit en grijstinten
    Diepte en contouren
    weinig licht nodig
    verspreid over je netvlies

    Kegeltjes
    kleuren (blauw, rood, groen)
    Meer licht nodig
    alleen in en rond de gele vlek

    Slide 37 - Tekstslide

    Vaatvlies
    • hierin zitten bloedvaatjes
    • via bloed- alle stoffen die het
    oog nodig heeft
    • voorkant van je oog is het
    gekleurd
    • het gekleurde is de iris
    • iris-opening = pupil, hier
    komt licht doorheen

    Slide 38 - Tekstslide

    hoornvlies
    Doorzichtig gedeelte van het harde oogvlies (voor de iris).

    Functies:
    - bescherming
    - licht doorlaten


    Slide 39 - Tekstslide

    harde oogvlies
    Dit is het oogwit. Het is stevig!

    Functie:
    Beschermen wat in je oog zit.

    Slide 40 - Tekstslide

    Harde oogvlies en hoornvlies
    • Beschermt het binnenste van het oog.
    • Het hoornvlies is het doorzichtige deel: en beschermt de voorzijde van het oog en laat licht door

    Slide 41 - Tekstslide

    Het oog
    - Adequate prikkel: licht.
    Netvlies: lichtreceptoren
    (kegeltjes en staafjes)
    Netvlies en lens: scherp beeld

    Slide 42 - Tekstslide

    Beeldvorming op je netvlies
    omgekeerd
    lichtbreking
    accomoderen

    Slide 43 - Tekstslide

    Staafjes (zwart-wit)
    kegeltjes (kleuren)
    De blinde vlek
    De gele vlek

    Slide 44 - Tekstslide

    Het oor

    Slide 45 - Tekstslide

    Adequate prikkels 

    Slide 46 - Tekstslide

    reageren of niet?

    • Je reageert niet op:
    • -te zwakke prikkels
    • -prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
    • -onbelangrijke prikkels (motivatie)

    Slide 47 - Tekstslide

    zintuigen werken samen

    Slide 48 - Tekstslide

    Zintuigen in de huid:
    Warmte
    Koude
    Druk
    Tast
    Pijnpunten

    Slide 49 - Tekstslide

    Opbouw van de huid


    Slide 50 - Tekstslide

    Temperatuurregeling

    Afkoelen:
    - Bloedvaten verwijden in de huid (meer warmteverlies)
    - Zweten

    Verwarmen

    - Bloedvaten verkleinen in de huid (minder warmteverlies)
    - Kippenvel krijgen

    - Rillen

    Slide 51 - Tekstslide