Verstandelijke beperking - Syndroom van down

Verstandelijke beperking
Syndroom van down

Elize en Kayleigh
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verstandelijke beperking
Syndroom van down

Elize en Kayleigh

Slide 1 - Tekstslide

Ken je iemand met een verstandelijke beperking?
JA
NEE

Slide 2 - Poll

Wat is een verstandelijke beperking?
- Ontwikkelingsstoornis  

- Ontwikkelen minder snel

- Verschillende vormen 

- Benamingen

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken
- IQ onder 75 

- (Blijvende) achterstand

- Psychische problemen

- Moeite met praktische zaken

- Gezondheidsproblemen 

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken
- Zwangerschap 

- Erfelijke factoren/ouders 

- Slechte invloeden zwangerschap

- Complicaties geboorte

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben ze nodig?
- Behoeftes loper erg uiteen 

- Hulp zoeken wat passend is bij de situatie 

Slide 6 - Tekstslide

Veel voorkomende syndromen
- Fragile X syndroom (Martin Bell) 

- Rett syndroom 

- Turner syndroom 

- Prader-Willi 

- Downsyndroom 

Slide 7 - Tekstslide

Syndroom van down

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Wat is syndroom van down
- Aangeboren afwijking 

- Uiterlijke kenmerken 

- Vaak dezelfde afwijkingen  

- Milde tot zware beperkingen 

- Gelukkig leven 

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken 
- Kleiner dan normaal 
- Brede handen en voeten, met korte armen en benen 
- Grote en naastgelegen tenen 
- Scheefstaande ogen 
- Tong uit de mond 
- Kleine schedel 
- Vlak achterhoofd 
- Gehoorafwijking  
- Hartafwijking 
- Schildklier en huidproblemen 
Lage weerstand 
- Vertraging in motorische en spraakontwikkeling 
- Kinderen reageren trager
- Kinderen imiteren gedrag van anderen
- Ouderdomsproces verloopt sneller (15 jaar) 

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken
  • 23 paar chromosomen (in totaal 46) 
  • Het syndroom van down is een afwijking van het 21e chromosoompaar (trisomie 21) 

Oorzaken: 
  • Voor de bevruchting gaat er iets mis bij de deling van de eicel of zaadcel 
  • Of na de bevruchting gaat iets mis bij de celdeling 
  • Hoe ouder de moeder is hoe groter de kans op downsyndroom is 
  • Tijdens de zwangerschap kan uit een NIP-test al uitkomen of een kindje het downsyndroom heeft 

Slide 12 - Tekstslide

Psychisch gedrag baby
  • Rustig gedrag 

  • Slapen 

  • Omgeving 

  • Harde geluiden

  • Herkend 

Slide 13 - Tekstslide

Psychisch gedrag schoolkind
  • Vaste dagindeling en ritueel. Als er afgeweken van wordt het kind koppig 

  • Niet luisteren 

  • Gedachtestoornis

  • Agressief gedrag  

Slide 14 - Tekstslide

Psychisch gedrag ouderkind
  • Slaapproblemen 

  • Angsten 

  • Depressieve gevoelens

Slide 15 - Tekstslide

Weetjes
Cognitieve ontwikkeling

Belemmering spraak en taalontwikkeling. 

Spraakontwikkeling 

Lopen achter
Niveau 

Worden ver onder hun niveau worden aangesproken.

Levensverwachting 

20 tot 30 jaar eerder
worden ongeveer 60 jaar oud

Slide 16 - Tekstslide

Begeleiding
  • 24-uurs begeleiding 
  • Ambulante begeleiding
  • Dagbesteding 
  • Plek om te wonen
  • Minimale begeleiding 

Met hulp onder andere fysiotherapie en logopedie verhoog je de kwaliteit van leven. Zo ondersteun je de motorische ontwikkeling en het spraakvermogen. 

Slide 17 - Tekstslide

Bruikbare begeleidings-/handelsplannen
- Eerst 'normale' basisschool, niet genoeg begeleiding -> (speciaal) onderwijs

- Eigen kenmerken, eigen begeleidingsplan

- Leerdoelen en afspraken zitten in handelsplan

- Aanmelding -> hulpvragen van de ouders en de wensen van het kind

Slide 18 - Tekstslide

Disciplines 
  • Huisarts/Kinderarts
  • Consultatiebureau 
  • MEE, landelijke organisatie algemene info over verstandelijke beperkingen 
  • Logopedist 
  • Fysiotherapeut 
  • Orthopedagogisch medewerker 
  • Orthopeed 
  • Oogarts 
  • Ergotherapeut 
  • Contactouders (ouders van kinderen met downsyndroom) 
  • SPD (Sociaalpedagogische dienst)  

Slide 19 - Tekstslide

Rol/taak PW'er
  • Structureren van de dag en activiteiten 
  • Omgang met andere mensen 
  • Zelfverzorging 
  • Zelfredzaamheid en zelfstandig wonen
  • Gezond en veilig leven 
  • Nieuwe dingen leren 
  • Werken 
  • Toedienen van eventuele medicatie 
  • Nabijheid creëren  
  • Aandacht geven 
  • Taalondersteuning 
  • Inschakelen van andere disciplines, om zo tot een handelingsplan te komen 

Dat doe je bij andere kinderen ook wel, maar moet je bij kinderen met Downsyndroom langer en intensiever doen. 

Slide 20 - Tekstslide

Waar
Niet waar
Kinderen met het syndroom van Down imiteren snel gedrag van anderen
Baby's met het syndroom van Down hebben een normale spierspanning
Bij mensen met het syndroom van Down is de verhouding van het lichaam normaal, ze zijn alleen vaak kleiner.
Mensen met het syndroom van Down reageren vaak wat trager, alsof ze eerst even na moeten denken

Slide 21 - Sleepvraag

Zou jij met kinderen willen werken die een verstandelijke beperking hebben?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Hebben jullie nog vragen?
JA
NEE

Slide 23 - Poll