In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Welke spullen heb je nodig voor de les?
Schrift/papier
Pen
Rekenmachine
Geodriehoek/liniaal
Slide 1 - Tekstslide
Wat ga je deze les doen?
Manieren herhalen om vergelijkingen op te lossen
Inklemmen
Je afvragen wat je nog moet leren
Balans methode toepassen
Slide 2 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen
In een grafiek
Alleen als er een grafiek is
Horizontaal coordinaat is de oplossing
Balansmethode
Wanneer je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijkingen
Inklemmen als
met grafiek te onnauwkeurig
balansmethode niet werkt -> macht of :
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
6a-3 = 2a + 23
Probeer deze vergelijking op te lossen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
7.3
Slide 8 - Tekstslide
oefening 7.3
Slide 9 - Tekstslide
Oplossen kwadratische vergelijking
Slide 10 - Tekstslide
Inklemmen
Slide 11 - Tekstslide
Manieren van oplossen
Uit grafiek aflezen
Balansmethode
Inklemmen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
0
Slide 14 - Video
Oplossen met de grafieken
1. Maak tabellen 2. Teken de grafieken 3. Lees het snijpunt af
Groene grafiek l = -1,2t + 12
Rode grafiek l= -0,4t + 8
snijpunt is (5 , 6)
Slide 15 - Tekstslide
De grafieken zijn gelijk bij een lengte van 6cm G: l = -1,2t + 12 R: l= -0,4t + 8
Bij t = 6 uur zijn de kaarsen even lang.
De grafieken zijn dan ook gelijk dus Groen = Rood
-1,2x + 12 = -0,4x + 8
Lossen we deze vergelijking op dan vinden we het tijdstip waar de grafieken gelijk zijn
Balansmethode
Slide 16 - Tekstslide
Groen: y = -1,2x + 12
Rood: y= -0,4x + 8
-1,2x + 12 = -0,4x + 8
+1,2x +1,2x (Eerst minste letter van aftrekken)
12 = 0.8x + 8
-8 = - 8
4 = 0,8x
: 0,8 : 0,8
x = 5.
dus bij x = 5 zijn beide kaarsen 6 cm lang
Slide 17 - Tekstslide
Inklemmen
Slide 18 - Tekstslide
Inklemmen
Inklemmen = door middel van proberen er achter komen wat het juiste antwoord is. Je laat één getal zien wat te veel is en één getal wat te weinig is. Daarna het juiste antwoord.
Slide 19 - Tekstslide
Inklemmen met rekenmachine
Slide 20 - Tekstslide
Oplossen met inklemmen
Voor welke a klopt deze vergelijking?
a2+3a=400
Slide 21 - Tekstslide
Waar de grafiek y=a2 + 3a is gelijk
aan d e lijn y=400 is het snijpunt
a2+3a=400
x
18
18,5
19
y
378
397.8
418
te klein
goed
te groot
Het snijpunt ≈ 397,8
Slide 22 - Tekstslide
Als het gaat om een snijpunt bepalen gebruik je vaak inklemmen
Slide 23 - Tekstslide
We gaan verschillende getallen tussen 3 en 4 nemen en proberen in de formule
p= t5 - 3t en zien of de uitkomst 500 of ongeveer 500 uitkomt