Betoog HAVO 4 (2019/2020)

Woensdag 4 maart
Oefenen : schrijven van een betoog
1. Lees de drie recensies
2. Schrijf een korte samenvatting en twee aspecten over het boek.
Stelling: dit boek is (g)een aanrader voor de boekenlijst

Klaar: betoog uitwisselen- feedback geven : zie lijst it's learning-herschrijven
Herschreven versie inleveren via it's learning: inleveren oefenbetoog

Let vooral op: kernzinnen- formuleren en spelling- argumentatie

KLaar: zoek naar recensies ( Literom) en samenvatting (uittrekselbank) die bij jouw boek passen voor het schrijven van je betoog in de toetsweek 
Printen en in een mapje stoppen - bewaren- en meenemen!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 4 maart
Oefenen : schrijven van een betoog
1. Lees de drie recensies
2. Schrijf een korte samenvatting en twee aspecten over het boek.
Stelling: dit boek is (g)een aanrader voor de boekenlijst

Klaar: betoog uitwisselen- feedback geven : zie lijst it's learning-herschrijven
Herschreven versie inleveren via it's learning: inleveren oefenbetoog

Let vooral op: kernzinnen- formuleren en spelling- argumentatie

KLaar: zoek naar recensies ( Literom) en samenvatting (uittrekselbank) die bij jouw boek passen voor het schrijven van je betoog in de toetsweek 
Printen en in een mapje stoppen - bewaren- en meenemen!

Slide 1 - Tekstslide

Wissel je betoog uit.
Geef feedback: zie formulier it's learning
Herschrijf je betoog.
Lever dit in via it's learning:
inleveren oefenbetoog. 

Slide 2 - Tekstslide

SO ME+Karel ende Elegast
Vrijdag 6 maart a.s. 
Zie it's learning: Tekst Karel ende Elegast+ samenvatting artikelen Cambiumned.nl + stencil Wikipedia + (13) vragen die je in je groep hebt besproken

Slide 3 - Tekstslide

SCHRIJFVAARDIGHEID
HAVO 4
BETOOG
2019/2020

Slide 4 - Tekstslide

HET DOEL VAN DE LESSENSERIE

  • Je leert hoe een goede tekst is opgebouwd;
  • Je leert wat een betoog is;
  • Je leert een goed bouwplan te maken;
  • Je kunt het geleerde toepassen en zelf een betoog schrijven.

Slide 5 - Tekstslide

DE WERKWIJZE IN HET KORT (1)


Je gaat een betoog schrijven ;
  • Eerst ga je een (proef)betoog maken;
  • Je krijgt het onderwerp en de artikelen van je docent;
  • Je schrijft een bouwplan; zie it's learning
  • Aan de hand van het bouwplan, schrijf je het betoog.
  • Je krijgt feedback van een medeleerling;
  • Je herschrijft (reviseert) het betoog;

Slide 6 - Tekstslide

OPDRACHT
  • Zoek in je lesboek of op internet op wat de kenmerken van een betoog zijn;
  • Lees het betoog: 'De lezer heeft niets aan naam verdachte';
  • Geef aan waar je die kenmerken terugziet;
  • Schrijf de kenmerken in jullie schrift;
 

Slide 7 - Tekstslide

------TEKST 1 ------ 
 
De lezer heeft niets aan naam verdachte

Justitie gaf deze week foto's en namen vrij van de twee mannen die werden verdacht van de overval en moord op de Haagse juwelier Ruud Stratmann. Veel media publiceerden die namen en foto's. Logisch want die lagen op straat. Maar zo logisch zou het niet moeten zijn.


De overval op juwelier Stratmann heeft een schok teweeg gebracht. Gewelddadige overvallen komen vaker voor, en juweliers- zijn geregeld het slachtoffer, maar het blijft ijzingwekkend om op beelden van beveiligingscamera's twee jonge mannen pistolen te zien afvuren, in koelen bloede.


De verontwaardiging over deze misdaad leidde tot harde woorden. Dat is voorstelbaar, het is menselijk, maar gezagdragers moeten er ook mee uitkijken Zij moeten regels respecteren, ook die voor de rechten van een verdachte. “Wie ervoor kiest om met een maat onder het oog van de camera een gewapende overval te plegen, heeft in alle redelijkheid geen recht meer op privacy,” zei een persofficier van het Openbaar Ministerie deze week, Tuurlijk, dat zeggen wij ook, thuis op de bank, als we naar zo'n opsporingsprogramma zitten te kijken. Maar juridisch lijkt het me een aanvechtbare stelling.

Slide 8 - Tekstslide



Justitie had de verdachten van de overval op Stratmann snel in beeld. Maar toen die na vier dagen speuren nog niet waren gevonden, werd besloten hun identiteit bekend te maken. Als drukmiddel. Dat heeft gewerkt, zegt men, want inmiddels zitten beide verdachten vast.


Het is aan de rechter om te beoordelen of justitie namen en foto's vrij had mogen geven. Maar zelfs als dat toelaatbaar is, is het de vraag of de media daarin mee moeten gaan. Niet klakkeloos in ieder geval; media moeten een eigen afweging maken. Zeggen dat de namen en foto's van de verdachten overal op internet te vinden zijn, is flauwekul, want er staat van alles en nog wat op internet, ook dingen die geen krant zal publicéren.

Dat justitie de identiteit van deze verdachten heeft vrijgegeven, is een sterker argument. Media die dat argument gebruiken, geven daarmee aan dat ze willen meewerken aan de opsporing van verdachten. Dat kan. Het ligt weliswaar niet in de aard van media om zich te laten inzetten voor opsporingsdoeleinden, maar goed, er kan aanleiding zijn om justitie wel van dienst te zijn. 

Slide 9 - Tekstslide





Probleem is wel dat je een identiteit moeilijk kunt ontpubliceren. We zagen dat de verdachten na hun arrestatie in sommige media alsnog een balk over de ogen kregen. Goed bedoeld misschien, maar het werkt niet.

 

Er waren in deze zaak ook media die zich op puur journalistieke gronden beriepen om de namen en foto's van verdachten te publiceren. Maar welke journalistieke gronden
dat? Leeftijd, geslacht etnische afkomst en levensloop van een dader kunnen relevant zijn. Er kunnen journalistieke redenen zijn die te vermelden. Een achternaam en een gezicht voegen echter niets toe voor de lezer en de kijker. Daarom moet het regel zijn dat verdacht alleen worden aangeduid met voornaam en beginletter van de achternaam, en dat ze niet in beeld worden gebracht.

Naar: Willem Schoonen, Trouw, 5 mei 2012

Slide 10 - Tekstslide


Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een betoog?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

THEORIE (TEKSTDOEL)
  • Het tekstdoel van een betoog is dus overtuigen;
  • Je noemt argumenten die jouw mening verdedigen;
  • Je kan ook een tegenargument weerleggen;
  • De lezer neemt jouw mening over en is het eens met jouw stelling;

  • Je gaat een betoog schrijven waarin drie verschillende argumenten de lezer overtuigen van jouw stelling/mening/standpunt;

Slide 13 - Tekstslide

THEORIE (HOOFDGEDACHTE)
  • Bepaal eerst de hoofdgedachte: Het belangrijkste wat je over het onderwerp wilt vertellen in één zin.
  • Precies...je stelling dus!
 
  • Enkele voorbeelden:

* Dit  boek is een aanrader voor iedere leerling in havo 4
* Dit boek verdient het om verfilmd te worden

Slide 14 - Tekstslide

THEORIE (BOUWPLAN)
  • De informatie voor het betoog wordt uit artikelen gehaald;
  • Je gaat 3 argumenten voor of 2 argumenten voor en 1 tegenargument dat je kan weerleggen zoeken;

  • Vervolgens wordt er een bouwplan ingevuld;
  • In het bouwplan 'bouw' je de basis van de tekst;
  • De informatie per alinea wordt beknopt opgeschreven;
  • Jullie krijgen van de docent een blanco bouwplan op papier.

Slide 15 - Tekstslide

THEORIE (BOUWPLAN)
NOTEER EERST:

  • ... het onderwerp van de tekst;
  • ... het schrijfdoel: overtuigen;
  • ... het publiek: voor wie is de tekst bedoeld
  • ... de hoofdgedachte
  • ... de tekststructuur (argumentatiestructuur)

  • Daarna ga je het bouwplan per alinea invullen. De docent legt het uit aan de hand van de volgende voorbeelden:

Slide 16 - Tekstslide

Tekst

Slide 17 - Tekstslide

Onderwerp:
Schrijfdoel:
Publiek: Hoofdgedachte:
Tekststructuur:

   
Onderwerp:                Publiek:                Tekststructuur:      Schrijfdoel:          Hoofdgedachte:
                
   Tekstdeel             AL.                                   Deelonderwerp                                    Uitwerking in steekwoorden
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
    INLEIDING             1of2     * Anekdote                                                                       Bla bla bla...
                                                 Stelling                                                          
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
                                   3           *Argument 1  (voor):                                                      Bla, bla, bla
                                                Ten eerste blijkt dat het een goed plan is
                                                 want bla, bla, bla                         
   MIDDENSTUK
                                    4           * Argument 2 (voor):      
                                                 Vervolgens blijkt uit onderzoek dat...                              Bla bla bla
   
                                    5            * Argument 3 (voor of  tegen met weerlegging)
                                                   Mevouw Van Dieren (Voorzitter van de vereniging van)                                    
                                                   vindt het niet goed, want bla, bla, bla, maar,                 Bla, bla, bla

                             
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
          SLOT                6                *cirkel rond/samenvatting/conclusie/ludieke afsluiter    Bla,bla,bla


Slide 18 - Tekstslide

HOE IS EEN GOEDE TEKST OOK ALWEER OPGEBOUWD?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

THEORIE (OPBOUW BETOOG)
INLEIDING: (bestaat uit 1 of 2 alinea's)
A: aandacht van de lezer trekken; 

  • voorbeeld / anekdote;
  • geschiedenis;
  • actualiteit;

B: onderwerp introduceren;

  • het standpunt noteren.


Slide 21 - Tekstslide

THEORIE (VOORBEELD INLEIDING)
Afscheid nemen van Zwarte Piet, ja of nee?

Anniek is zes jaar en zit in groep drie van de basisschool. Elk jaar in december wordt het Sinterklaasfeest gevierd op school en thuis. Anniek vindt het een geweldig feest. Ze zingt sinterklaasliedjes, mag haar schoen zetten en maakt mooie tekeningen voor Sinterklaas. Haar moeder geeft haar chocolademelk met speculaas en Anniek geniet ervan.
Sinterklaas komt al eeuwen met zijn Zwarte Pieten naar Nederland en vele kinderen vinden dat leuk. Toch zijn er elk jaar weer felle discussies of de traditie van Zwarte Piet, als knecht van de blanke Sinterklaas, zou moeten worden afgeschaft. Het is inmiddels niet alleen meer een nationale, maar zelfs een internationale discussie geworden. Nederland moet de traditie van Zwarte Piet behouden.

Slide 22 - Tekstslide

THEORIE (MIDDENSTUK)
  • In het middenstuk ga je de deelonderwerpen bespreken;
  • Het middenstuk bestaat uit 3 alinea's
  • In dit betoog ga je 3 argumenten voor of 2 argumenten voor en 1 argument tegen weerleggen geven;
  • Let op: je gaat de lezer overtuigen van het standpunt;

  • ALINEA'S
  • Per alinea bespreek je één deelonderwerp: het argument waarmee je het standpunt krachtiger maakt;
  • Een alinea heeft een kernzin (het argument);
  • Geef uitleg/toelichting bij deze kernzin.

Slide 23 - Tekstslide

THEORIE (VOORBEELD)
  • HOOFDGEDACHTE: De snelwegverlichting moet 's nachts uit.
  • ARGUMENTEN MIDDENSTUK:
  • Argument 1 (voor) Mevrouw Vlug (Staatsbosbeheer) -> Dit is een goed idee want, het gaat hier om het verlies van duisternis in natuurgebieden .....,
  • Dit argument gaan jullie in de alinea vervolgens verder uitwerken;

  • Argument 3 (tegen) Dhr. Lichtjes (voorzitter van de VVN) -> Uit onderzoek is gebleken dat weggebruikers zich veiliger voelen als de wegen verlicht zijn........maar,......
  • Ook dit argument verder uitwerken.

Slide 24 - Tekstslide

LET OP! In een alinea schrijf je de zinnen achter elkaar door!

:-(

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur.

IJskappen smelten en woestijnen rukken op.

Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.

In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.

_________________________________________________________________________

:-)

Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor de natuur. IJskappen smelten en woestijnen rukken op. Het zeeniveau is de afgelopen honderd jaar vijfentwintig centimeter gestegen.  In sommige gebieden hebben planten en dieren niet genoeg tijd zich aan te passen.


Slide 25 - Tekstslide

ALINEA'S VERBINDEN
  • Zorg ervoor dat je de alinea's met signaalwoorden/verwijswoorden aan elkaar verbindt. Dit is erg belangrijk, want op die manier wordt de tekst een logisch geheel.

Middenstuk: 

  • Alinea 3: Allereerst blijkt uit onderzoek dat ...
  • Alinea 4: Ten tweede is aangetoond door....dat...
  • Alinea 3: Jos Bos van de Plastic Soup Foundation is het hier helemaal niet mee eens...

     maar hij...

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

THEORIE (HET SLOT)
  • Het slot bestaat uit 1 alinea
  • De hoofdgedachte komt natuurlijk terug in het slot, dit mag ook in andere woorden;
  • Geef een conclusie;

  • TIPS :-)

  • Maak de cirkel 'rond'. Dat wil zeggen dat je in het slot terugkomt op wat je in de inleiding hebt verteld;
  • Houd het slot kort (enkele zinnen);
  • Probeer de tekst af te sluiten met een krachtige zin;

  • NIET DOEN :-(

  • Een nieuw deelonderwerp introduceren;
  • Zet geen EINDE onder je tekst.

Slide 28 - Tekstslide

DE LAATSTE TIPS :-)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

GA NU MAAR AAN DE SLAG
  • Lees nogmaals de theorie als je die nodig hebt;
  • Kijk eventueel een filmpje terug;
  • Stel gerust vragen aan de docent;

HEEL VEEL SUCCES!

Slide 31 - Tekstslide

PROEFBETOOG (1)
  • Je gaat eerst een proefbetoog schrijven;
  • Het proefbetoog heeft maximaal 600 woorden (marge 10%).
  • Het onderwerp is: Dit boek is een aanrader voor de boekenlijst
  • De artikelen volgen hierna (Literom) ;
  • Ga de artikelen lezen en zoek 3 argumenten voor(sociale media bepalen wel/niet ons dagelijks leven) of 2 argumenten voor en 1 tegen dat je kan weerleggen en schrijf ze op;
  • Schrijf ook de toelichting bij het argument kort (in steekwoorden) op;

Slide 32 - Tekstslide

PROEFBETOOG (2)
  • Geef ook aan welke deskundige aan het woord is of welke instantie, om je argument te onderbouwen ( recensenten);
  • Je krijgt een papieren bouwplan;
  • Je gaat het bouwplan invullen;
  • Je schrijft het proefbetoog op je laptop;
  • sla het proefbetoog zorgvuldig op (proefbetoog,titel,naam).

Slide 33 - Tekstslide

PROEFBETOOG (3)
  • Iedere leerling mailt het proefbetoog naar een andere leerling;
  • Jullie lezen het proefbetoog goed door;
  • Je geeft feedback aan de hand van het formulier in de volgende dia;
  • Schrijf de feedback erbij;
  • Stuur het proefbetoog terug.


  • Aan de hand van de feedback die je hebt gekregen, verbeter je het proefbetoog;
  • Daarna kan je docent er nog naar kijken.

Slide 34 - Tekstslide

Feedback geven op het betoog  

Heeft de tekst een titel? 

INLEIDING 
  1. Duidelijke inleiding: bv. anekdote, actualiteit?
  2. Inleiding sluit af met stelling (mening/standpunt)

MIDDENSTUK: GEEF DE VOLGENDE FEEDBACK PER ALINEA:
  1. Begint de alinea met een argument voor?
  2. Is de rest uitleg/toelichting bij het argument?
  3. Wordt er niet over een ander deelonderwerp geschreven?
  4. Wordt de mening duidelijk weergegeven?
  5. Zijn de zinnen in de alinea achter elkaar doorgeschreven?
  6. Zijn de alinea's met elkaar verbonden met bv. signaal- of verwijswoorden?

SLOT  

  1. Wordt er een duidelijke conclusie gegeven?  
  2. Wordt er geen nieuw deelonderwerp beschreven?
  3. Wordt het betoog afgesloten met een goede afsluitende zin?  

TAAL EN VERZORGING

  1. Zijn alle zinnen duidelijk? Zijn er zinnen die niet goed lopen? Onderstreep ze!  
  2.  Markeer de spellingfouten (geel maken) Let ook op werkwoorden, hoofdletters, punten etc. 
  3.  Worden er verkeerde woorden gebruikt in de tekst? Geef aan welke woorden niet goed of niet duidelijk zijn. 
  4.  Ziet de tekst er netjes en overzichtelijk uit?  







 

Slide 35 - Tekstslide

Het proefbetoog

  • Schrijf een betoog met behulp van je bouwplan; 
  • De tekst bestaat uit maximaal 400 woorden (marge 10%);
  • Je schrijft het betoog voor klasgenoten
  • Totaal 5 of 6 alinea's;
  • Zet je naam, achternaam, en klas op het  toetsblaadje;
  • Controleer na afloop de tekst goed;
  • Lever de tekst, je eerste versie en het bouwplan in : zowel op papier als op it's learning ( plagiaatscanner).

Slide 36 - Tekstslide

Bronnen
Boek: Pastorale van Stefan Enter
1. Ref. Dagblad- 27-12-2019 Rudy Ligtenberg: Pastorale met giftige ondertoon
2. De Volkskrant- 9-11-2019 Arjan Peters: De finale pastorale
3. Trouw-1-11-2019 Sander Becker: Ik heb geen enkel begrip meer voor het geloof

Slide 37 - Tekstslide

Betoog =portfolio-opdracht
Week 12/ 13
Je maakt het betoog op de computer : duur 100 minuten
Bouwplan/ bronnen/ checklist beoordelingsformulier /boekmeenemen
Onvoldoende-> herschrijven totdat beoordeling voldoende is

Slide 38 - Tekstslide