Hoofdstuk 3 (les 2)

Hoofdstuk 3 (les 2)
Klantvriendelijkheid. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 (les 2)
Klantvriendelijkheid. 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
1. Je kunt klantvriendelijk werken. 
2. Je kunt uitleggen wat je moet doen in lastige situaties. 

Slide 2 - Tekstslide

Klantvriendelijkheid 
In de vorige les heb je aangegeven hoe klantvriendelijk je bent. In dit hoofdstuk heb je veel geleerd over klantvriendelijkheid. 
Ga je daardoor nu anders om met klanten?
Vul de vragen nog eens in. 

Slide 3 - Tekstslide

De klant begroeten
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 4 - Poll

Mezelf voorstellen
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 5 - Poll

De klant aankijken
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 6 - Poll

Interesse tonen voor de klant.
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 7 - Poll

Netjes omgaan met de spullen van klanten
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 8 - Poll

Antwoord geven als de klant iets vraagt.
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 9 - Poll

Een oplossing zoeken voor een probleem van de klant.
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 10 - Poll

De klant doorverwijzen als ik het zelf niet kan oplossen.
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 11 - Poll

De klant bedanken.
doe ik meestal wel
doe ik soms
doe ik bijna nooit

Slide 12 - Poll

Op welk onderdeel ga jij nog oefenen?
de klant begroeten.
zichzelf voorstellen.
De klant aankijken.
Interesse tonen voor de klant
Netjes omgaan met spullen van klanten.
Antwoord geven als de klant iets vraagt.
Een oplossing zoeken voor een probleem van de klant.
De klant doorverwijzen als je het zelf niet kan oplossen.
de klant bedanken.

Slide 13 - Poll

Wat doe je als je klantvriendelijk bent. 
Er wordt een situatie beschreven. Schrijf op hoe je klantvriendelijk kunt reageren op deze situatie. 

Slide 14 - Tekstslide

Je brengt maaltijden rond in een ziekenhuis.
Als je de maaltijd op het tafeltje zet, valt de vaas met bloemen van de patiënt om.
Wat doe je?

Slide 15 - Open vraag

Je werkt in een tuincentrum.
Je bent de potten met planten in de rekken aan het zetten.
Een klant zegt dat hij hier vorig jaar een hortensia heeft gekocht. Hij wil weten hoe hij die plant moet snoeien.
Hoe reageer je?

Slide 16 - Open vraag

Je werkt in een lunchcafe in een drukke winkelstraat. Er komt een vrouw binnen die rechtstreeks naar de wc loopt. Op de deur staat: 'Gebruik wc 50 eurocent. Klanten gratis. ' Als de vrouw naar de wc is geweest, loopt ze zonder te betalen naar de uitgang.
Hoe reageer je?

Slide 17 - Open vraag

Je werkt bij een kringloopwinkel.
Je laat samen met de chauffeur tweedehands meubels op.
Een man heeft gebeld dat hij een mooi bankstel heeft.
Je belt bij hem aan. De man doet open.
Wat doel je als de deur open gaat?

Slide 18 - Open vraag

Je loopt naar binnen en ziet dat het bankstel kapot en versleten is. Kapotte en versleten spullen mogen jullie niet meenemen van jullie baas.
Dat verkoopt niet.
Wat zeg je tegen de man?

Slide 19 - Open vraag

Dit hoofdstuk ging over omgaan met klanten. 
Beoordeel jezelf. 

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan klantvriendelijk werken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan uitleggen wat je moet doen in lastige situaties.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll