Bad: herhaling hoofdstuk 1
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een inventaris?
Slide 2 - Open vraag
Bij Modem bv wordt de voorraad één keer per jaar geïnventariseerd.
Wat wordt bedoeld met het inventariseren van de voorraad?
Wat wordt bedoeld met het inventariseren van de voorraad?
A
Het aanvullen van de voorraad.
B
Het bijhouden van de voorraad.
C
Het sorteren van de voorraad.
D
Het tellen van de voorraad.
Slide 3 - Quizvraag
Een inventaris heeft twee delen.
Welke twee delen zijn dit?
Welke twee delen zijn dit?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het eigen vermogen?
Slide 5 - Open vraag
Hoe bereken je het eigen vermogen?
Slide 6 - Open vraag
Wat zijn debiteuren?
A
Afnemers waarvan we nog geld tegoed hebben.
B
Goederen die we op rekening hebben verkocht.
C
Klanten aan wie we contant hebben verkocht.
D
Leveranciers die we nog moeten betalen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat staat er allemaal op een balans?
Slide 8 - Woordweb
Welke vorm van de balans is dit?
Slide 9 - Open vraag
Welke opstelling van de balans is dit?
Slide 10 - Open vraag
Welke opstelling van de balans is dit?
Slide 11 - Open vraag
Op een balans komen de volgende posten voor: Kas € 5.000, Goederen € 26.000, Debiteuren € 14.000, Bestelauto € 8.000, Lening € 22.000, Crediteuren € 13.000.
Hoeveel bedraagt het eigen vermogen?
Hoeveel bedraagt het eigen vermogen?
A
€ 18.000.
B
€ 35.000.
C
€ 53.000.
D
€ 88.000.
Slide 12 - Quizvraag
Welke balanspost behoort tot de vaste activa?
A
Crediteuren.
B
Debiteuren.
C
Gebouwen.
D
Voorraden.
