Dertiger

Dertiger - veertiger
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dertiger - veertiger

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • lezen
  • nieuws
  • thema: budgettering
  • taal: aan het 


Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Budgetteren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zijn inkomsten?

Slide 7 - Woordweb

Wat zijn uitgaven?

Slide 8 - Woordweb

3

Slide 9 - Video

01:27
Waarom is het goed om te budgetteren?
A
je weet of je genoeg inkomsten hebt
B
je kan plannen maken
C
je ziet waarop je kan besparen
D
je doet beter boodschappen

Slide 10 - Quizvraag

02:48
Waarom moet je kijken naar een heel jaar?
A
je inkomsten en uitgaven verschillen elke maand
B
in december geef je meer geld uit aan cadeaus
C
sommige uitgaven doe je alleen aan het einde van het jaar
D
je krijgt een keer per jaar loonsverhoging

Slide 11 - Quizvraag

04:03
Wat zijn vaste lasten?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Boodschappen doen
Ik wil pannenkoeken bakken. Ik wil niet meer dan €5 uitgeven. Kan dat?

1. Wat heb ik nodig voor pannenkoeken? Maak een boodschappenlijstje. 
2. We gaan naar de winkel. Schrijf daar de prijzen van de producten op. 

Slide 15 - Tekstslide

Taal: aan het

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Oefening 1: Vul in met de juiste vorm van 'zijn' en het werkwoord

Voorbeeld: Marie is ____ het koken. → Marie is aan het koken.

1. Wij ____ aan het wandelen.
2. Ik ____ aan het lezen.
3. Jullie ____ aan het praten.
4. Hij ____ aan het werken.
5. Zij (meervoud) ____ aan het opruimen.

Slide 18 - Tekstslide

Oefening 2: Maak zinnen met 'aan het'

Voorbeeld: (Anna – telefoneren) → Anna is aan het telefoneren.

1. (ik – eten)
2. (zij – zingen)
3. (wij – fietsen)
4. (hij – studeren)
5. (jij – schoonmaken).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide