H8 diagnostische toets

diagnostische toets
Hoofdstuk 8
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

diagnostische toets
Hoofdstuk 8

Slide 1 - Tekstslide

diagnostische toets. 
Deze LessonUp bevat een samenvatting van het hele hoofdstuk. Die samenvatting met video's en uitleg kan je helpen bij het maken van de diagnostische toets. Er is telkens ook aangegeven wij welke opdrachten uit de diagnostische toets de uitleg past.

Slide 2 - Tekstslide

zelf maken
je maak uit je boek:
De diagnostische toets, opgaven: 
1 t/m 7 + 9, 10, 12, 13, 16, t/m 18
blz. 139-141
je mag dus overslaan: 8, 11, 14, 15, 19 t/m 21
vind je het lastig? kijk van in deze lessonUP. In de samenvatting is aangegeven bij welke opgaven een uitleg hoort.

Slide 3 - Tekstslide

lever hier foto's in van de diagnostische toets opgaven: 1 t/m 7 + 9, 10, 12, 13, 16, t/m 18.

Slide 4 - Open vraag

8.1 Lijnsymmetrie
Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.

De vouwlijn noemen we de symmetrieas.

kijk de video op de volgende dia
past bij opgaven: 1, 2

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

3 woorden voor hetzelfde: 


lijnsymmetrisch
spiegelsymmetrisch
vouwsymmetrisch
3 woorden voor de lijn bij de lijnsymmetrie:

symmetrie-as
spiegellijn
vouwlijn
past bij opgaven: 1, 2

Slide 7 - Tekstslide

8. 1 gelijkbenige en gelijkzijdige driehoek
kijk ook video op de volgende dia
gelijkbenige driehoek
2 zijdes gelijk, 2 hoeken gelijk
gelijkzijdige driehoek
3 zijdes gelijk, 3 hoeken gelijk
pt bij opgaven: 3, 4
past bij opgaven: 3, 4

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Gelijkbenige driehoek. 
de zijdes en hoeken in een
gelijkbenige driehoek hebben 
speciale
namen
basishoeken: 
2 gelijke hoeken
tophoek: de andere hoek
benen:
de 2 gelijke zijdes
basis: de andere zijde

Slide 10 - Tekstslide

8.2 spiegelen
bij het spiegelen van een figuur 
zorg je ervoor dat je het figuur 
aan beide kanten hetzelfde hebt
past bij opgaven: 5

Slide 11 - Tekstslide

8.2 spiegelen met je geodriehoek
kijk de video op de volgende dia over het tekenen van een spiegelbeeld in een lijn.
pst bij opgaven: 6
past bij opgaven: 6

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

8.3 Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.

kijk de video op de volgende dia


past bij opgaven: 7, 10

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal stappen

dus
360 : 5 = 72º
past bij opgaven: 7, 10

Slide 16 - Tekstslide

8.3 Overstaande hoeken
Twee lijnen die elkaar snijden 
maken vier hoeken.

De overstaande hoeken zijn 
even groot.

kijk de video op de volgende dia


past bij opgaven: 9

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

8.4 schuifsymmetrie
met schuifsymmetrie kan je een patroon maken
het  stukje dat telkens herhaald wordt
noem je het motief. 

bij deze tegelvloer is één tegel het motief
door die tegel te herhalen ontstaat een 
patroon

kijk de video op de volgende dia

het motief
past bij opgaven: 12

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

8.4 Schuifsymmetrie en lijnen

2 evenwijdige lijnen die gesneden worden door 1 (dezelfde) andere lijn: schuifsymmetrie


R1 = R3 (overstaande hoeken)
R1 = S1 (schuifsymmetrie)


kijk de video op de volgende dia


past bij opgaven: 13

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

8.4 vlakvulling
bij een vlakvulling vul je een vlak helemaal op zonder lege ruimte. je moet dus een motief gebruiken dat precies in elkaar past.

kijk de video
op de volgende
dia
past bij opgaven: 16

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

8.5 gestrekte hoek
we weten: een getrekte hoek is 180 graden
dit kunnen we gebruiken om hoeken te 
berekenen.

kijk de video op de volgende dia
voorbeeld:
                                                (gestrekte hoek)
D1=18036=144°
past bij opgaven: 17a

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

8.5 hoekensom driehoek
alle hoeken in een driehoek bij elkaar opgeteld zijn 180°.







A+B+C=180°
70°+59°+51°=180°
kijk de video op de volgende dia
past bij opgaven: 17b

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

gelijkbenige driehoek
bij een gelijkbenige driehoek zijn 
2 zijdes even lang, en de basishoeken 
zijn even groot. 



past bij opgaven: 17b

Slide 29 - Tekstslide

8. 5 overstaande hoeken
 
soms kun je overstaande hoeken gebruiken als je een hoek moet berekenen.

Regel: overstaande hoeken zijn even groot

Bekijk de video op de volgende dia 
past bij opgaven: 18

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video