Taalbeschouwing 20 april

Hallo jij daar! Lees onderstaand!
  • Ga achterin het lokaal staan
  • Houd je spullen bij je
  • Als iedereen er staat gaan we tweetallen maken.


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hallo jij daar! Lees onderstaand!
  • Ga achterin het lokaal staan
  • Houd je spullen bij je
  • Als iedereen er staat gaan we tweetallen maken.


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Ik kan met een woordenlijst woorden uit een dialect in Nederlands vertalen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke talen kent jouw schoudermaatje?

Slide 4 - Woordweb

En dan nu....

Slide 5 - Tekstslide

Taalvariatie
- Taalvariatie; 
         verschillende talen binnen een dorp, stad, provincie of land.
- Moedertaal
          de taal die je van huis uit wordt geleerd  
- Standaardtaal
           de taal die je gebruikt mag worden op school, de rechtbank, overheid
                        bijvoorbeeld Nederlands & Fries
- Dialect
           de taal die gesproken wordt in een dorp, stad of streek; bijvoorbeeld Leeuwarders 
- Sociolect
           de taal die gesproken wordt tussen leeftijdsgroepen; bijvoorbeeld straattaal

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan ik achter de betekenis van woorden komen?
1. Uit de zin halen.
2. Opzoeken in woordenboek, woordenlijst, internet. 
3. Vragen (schoudermaatje, meester/juf, ouders)

Slide 7 - Tekstslide

Vragen

Slide 8 - Tekstslide

De moedertaal is..
A
de taal van je moeder
B
de taal die van huis uit wordt geleerd.

Slide 9 - Quizvraag

Taalvariatie is...
A
verschillende talen binnen een dorp, stad, provincie of land.
B
werkwoordspelling

Slide 10 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een standaardtaal in Nederland.

Slide 11 - Open vraag

Zoek de betekenis:
1. bryk 2. kaartsjesknipper 3. gremietig

Slide 12 - Open vraag

Een dialect is .........
A
de taal die gesproken wordt in een dorp, stad
B
een verkeersbord in een taal

Slide 13 - Quizvraag

Ik kan met een woordenlijst woorden uit een dialect in Nederlands vertalen.
Dat begrijp ik nog niet helemaal. Ik heb hulp nodig.
Ik begrijp het bijna. Soms heb ik nog hulp nodig.
Ik begrijp het. Maar soms maak ik nog een fout.
Ik begrijp het perfect. Ik zou het kunnen uitleggen aan anderen.

Slide 14 - Poll

Laat het zien!

Slide 15 - Tekstslide

Welk dialect zou je beter willen leren kennen?

Slide 16 - Open vraag

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Ik kan met een woordenlijst woorden uit een dialect in Nederlands vertalen.
Dat begrijp ik nog niet helemaal. Ik heb hulp nodig.
Ik begrijp het bijna. Soms heb ik nog hulp nodig.
Ik begrijp het. Maar soms maak ik nog een fout.
Ik begrijp het perfect. Ik zou het kunnen uitleggen aan anderen.

Slide 18 - Poll

Tips / tops
Hebben  jullie vragen?


Slide 19 - Tekstslide

voor het meedoen!

Slide 20 - Tekstslide