Taalvariatie Talentstroom

Wellekom bè Neidâhles
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wellekom bè Neidâhles

Slide 1 - Tekstslide

Ri-ra-rebus

Slide 2 - Tekstslide

Vul hier jouw oplossing
van de rebus in.
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Oplossing rebus
Dat wil zeggen, een kind is met een kleinigheid snel tevreden.

Slide 4 - Tekstslide

Wat je in deze les leert ... 

 Het verschil tussen Standaardnederlands en dialect

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Taalvariatie in Nederland
Standaardnederlands
Fries
Nedersaksisch
+
dialecten en regiolecten
+
groepstalen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is jouw moedertaal of thuistaal?

Slide 8 - Woordweb

Standaardtaal 
Elk land heeft een standaardtaal. Een kenmerk is dat deze is vastgelegd in regels. Die kan je terugvinden in woordenboeken, grammatica's en boeken.
Standaardtaal wordt gebruikt in het openbare leven, zoals in de media, het onderwijs of de overheid. We noemen de standaardtaal in Nederland 'Standaardnederlands' of 'Algemeen Nederlands' . Het Fries is onze tweede standaardtaal Van ongeveer 23 miljoen mensen is het Nederlands de moedertaal. Dat is de taal die je in je jeugd van je ouders leert.

Slide 9 - Tekstslide

In hoeveel en welke landen is
het Standaardnederlands
een officiële taal?

Slide 10 - Woordweb

Antwoord: 6 landen
Nederland
België
Suriname
Aruba
Curaçao
Sint Maarten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Spreek je dialect?
ja
een beetje
nee

Slide 14 - Poll

Dialect
Een dialect is een taal die in een bepaald gebied wordt gesproken. 
Het dialect heeft eigen woorden, grammaticale regels en verschilt
in de uitspraak van het Standaardnederlands. 
Ze wordt meestal alleen gesproken en niet geschreven.

In Nederlands en Vlaanderen zijn zo'n 25 hoofddialecten. 

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Regiolect
Regiolect is een regionale variant 
van de standaardtaal, en eigenlijk een streektaal.
Dat is bijvoorbeeld  het Brabants en Gronings 
of een stadsdialect zoals het Haags.
Deze taalvariant wijkt af van de standaardtaal
 in uitspraak en (soms) in woordenschat. 
Ook regiolect is alleen een spreektaal. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Spreek je anders met je vrienden dan met je docenten en ouders en/of verzorgers?
ja
een beetje
nee

Slide 19 - Poll

Groepstalen

Naast de standaardtaal maak je zelf 
ook gebruik van een ander soort Nederlands. 
Dit kan bijvoorbeeld jongerentaal zijn, 
maar ook 'sporttaal', straattaal
of een 'vaktaal' (timmerman, advocaat), 
zijn een groepstalen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Taalvariatie

Slide 22 - Tekstslide

Taalvarianten
Standaardtaal is de taal die geldt als norm in een land, de officiële spreek- en schrijftaal, zoals het Standaardnederlands en Fries. 

Dialect is en streektaal. Een dialect verschilt van de standaardtaal in spelling, woordenschat, zinsbouw en uitspraak, zoals het Zeeuws en Twents. 

Regiolect is een regionale variant van de standaardtaal, zoals het Brabants en Gronings. Deze wijkt af van de standaardtaal in uitspraak en (soms) in  woordenschat.

Groepstaal is een variant van de standaardtaal gesproken door een sociale groep, zoals jongerentaal, sporttaal, vaktaal en verschilt in uitspraak en spelling.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zijn dialecten en standaardtalen
volwaardig aan elkaar?
Licht je antwoord toe.

Slide 25 - Open vraag

Verbroedert een dialect?
Wat vind jij? Zorgt een dialect voor meer samenhorigheid en zo ja waarom of waarom juist niet. Gebruik argumenten (waarom vind je dat).

Debat: voorstanders - tegenstanders


Slide 26 - Tekstslide