Les 4: Teksten media-uitingen

Welkom DP3
08:05-08:15  telefoon in bak + stillezen in boek
08:15-08:55 doornemen planning + herhalen behandelde theorie + theorie doelgroepen + maken opdracht 2,3 en 4 => klassikaal nakijken
08.55-09.00 Mogelijkheid om naar de wc te gaan
09.00-09.05 Doornemen stappenplan Poster maken
09.00-09.30 In tweetallen: opdr.5 Poster maken + beoordelen
09.30-09.45 vragen beantwoorden LessonUp
09:45-10.05  pauze
10.05-10.15 koken groep 1



 

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom DP3
08:05-08:15  telefoon in bak + stillezen in boek
08:15-08:55 doornemen planning + herhalen behandelde theorie + theorie doelgroepen + maken opdracht 2,3 en 4 => klassikaal nakijken
08.55-09.00 Mogelijkheid om naar de wc te gaan
09.00-09.05 Doornemen stappenplan Poster maken
09.00-09.30 In tweetallen: opdr.5 Poster maken + beoordelen
09.30-09.45 vragen beantwoorden LessonUp
09:45-10.05  pauze
10.05-10.15 koken groep 1



 

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe plattegrond

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog...even herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt er met het woord 'medium' bedoeld?

Slide 4 - Open vraag

En wat is dan een 'media-uiting'?

Slide 5 - Open vraag

Media-uitingen
Een media-uiting is een manier waarop je een medium gebruikt om je boodschap over te brengen.

Communicatie is het overbrengen van een boodschap. Om de boodschap over te brengen heb je een kanaal nodig.
Het kanaal noemen we een medium, het meervoud van ‘medium’ is media. Voorbeelden van kanalen of media zijn de telefoon, internet of televisie.

Slide 6 - Tekstslide

Welke media-uitingen ken je?

Slide 7 - Woordweb

Media-uitingen
Er zijn veel verschillende media-uitingen. Als ondernemer moet je kiezen welke je gebruikt. Media-uitingen zijn bijvoorbeeld:
  • advertentie en advertorial
  • flyer/nieuwsbrief
  • sms-bericht
  • poster
  • ansichtkaart
  • (product)presentatie
  • website
De keuze van de media-uiting hangt af van het doel van de boodschap, maar ook van de doelgroep waar je de boodschap naar wilt sturen.

Slide 8 - Tekstslide

Waar hangt de keuze van welke media-uiting die je gebruikt vanaf?

Slide 9 - Open vraag

Media-uitingen
De keuze van de media-uiting hangt af van:

1.het doel van de boodschap
2.maar ook van de doelgroep waar je de boodschap naar wilt sturen.

Slide 10 - Tekstslide

Theorie doelgroepen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Leerdoelen
  • kun je uitleggen wat er met een doelgroep bedoeld wordt 
  • je kunt uitleggen wat er met de kenmerken van een doelgroep bedoeld wordt

Slide 13 - Tekstslide

Doelgroep:  bestaat uit mensen die iets hetzelfde hebben

Slide 14 - Tekstslide

Doelgroepsegmentatie
  • Je kunt doelgroepen op veel meer manieren indelen. 
  • Het indelen in doelgroepen heet doelgroepsegmentatie.
  • Door zich te richten op een doelgroep kan een bedrijf precies bepalen wie zijn klanten zijn en wat ze willen

Slide 15 - Tekstslide

Welkom DP3
08:05-08:15  telefoon in bak + stillezen in boek
08:15-08:55 doornemen planning + theorie doelgroepen + maken opdracht 2,3 en 4 => klassikaal nakijken
08.55-09.00 Mogelijkheid om naar de wc te gaan
09.00-09.05 Zelfstandig doornemen stappenplan Poster maken
09.00-09.35 In tweetallen: opdr.5 Poster maken + beoordelen en laten aftekenen
09.35-09.45 afsluiten blok 1/ leerdoelen behaald?
09:45-10.05  pauze



 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5 + keuzemogelijkheden
1. je maakt opdracht 5 uit je boekje-> je maakt een poster over een doelgroep van de open dag
of
2. je maakt een poster waarop je de open dag op school promoot (hoe zorg ik ervoor dat er veel ouders en kinderen naar school komen?)
of
3. je maakt een poster waarop je het profiel Dienstverlening en Producten  promoot (waarom moeten leerlingen voor D&P kiezen?)

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?

  • kun je uitleggen wat er met een doelgroep bedoeld wordt 
  • je kunt uitleggen wat er met de kenmerken van een doelgroep bedoeld wordt

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Over welk product gaat deze reclame?

Slide 20 - Open vraag

Over welke bekende persoon gaat deze reclame?

Slide 21 - Open vraag

Past de reclame bij het product?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Over welk product gaat deze reclame?

Slide 24 - Open vraag

Noem een kenmerk van mensen die dit product interessant vinden.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Over welk product gaat deze reclame?

Slide 27 - Open vraag

Zou jij dit product kopen?

Slide 28 - Open vraag

Je wilt een informatieavond organiseren voor oudere mensen (65+). Je communiceert via
A
Televisiereclame
B
Instagram
C
E-mail
D
Papieren folder

Slide 29 - Quizvraag

Je maakt reclame voor een nieuwe bioscoopfilm van Disney over superhelden. Je communiceert via
A
Whatsapp
B
Youtube reclame
C
E-mail
D
Brief

Slide 30 - Quizvraag

Je maakt reclame voor luiers. Op wie moet je de reclame afstemmen?
A
Baby's (0-2)
B
Pubers (12-18)
C
Jonge volwassenen (18-35)
D
Ouderen (65+)

Slide 31 - Quizvraag

Je maakt reclame voor Disneyland Parijs. Op wie stem je de reclame af?
A
Op kinderen
B
Op ouders

Slide 32 - Quizvraag

Welkom DP3 2e blok
10.05-10.15  telefoon in bak + stillezen in boek
10.15-10.30 vragen beantwoorden over reclame/LessonUp
10.30-10.35 klassikaal: Film promotie horeca + uitleg opdracht 2 
10.35-10.55 maken opdracht 2 (taak 2) + opdracht 3 Ansichtkaart
10.55-11.00  mogelijkheid om naar de wc te gaan
11.00-11.40  Even wat anders: optische illusie + opdracht
11.40-11.45 Lesdoelen behaald? Les afsluiten




 

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen 2e blok
  • je kunt het doel van een media-uiting omschrijven
  • je kunt een media-uiting schrijven voor een bepaalde doelgroep 
  • je weet wat er met een optische illusie wordt bedoeld
  • je kunt zelf een optische illusie maken

Slide 34 - Tekstslide

Optische illusies

Slide 35 - Tekstslide

Wat is dat?
  • Als je iets ziet, gebruik je niet alleen je ogen. 
  • Je ogen kijken naar iets en geven daarover signalen door aan je hersenen. 
  • Daardoor zie je wat je ziet. 
  • Maar soms foppen je hersenen je
  • Dan zie je iets anders dan er eigenlijk is. 
  • We noemen dat gezichtsbedrog of een optische illusie.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Wat zag je in het filmpje?

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide

Hoeveel benen heeft deze olifant?

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

Wat zag jij in het plaatje?

Slide 42 - Woordweb

Slide 43 - Tekstslide

Zie jij zwarte puntjes bewegen?
A
Ja
B
Nee
C
HUH?!?

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Tekstslide

Wat zag jij in het vorige plaatje?
A
Een eend
B
Een konijn
C
Allebei

Slide 46 - Quizvraag

Je gaat een optische illusie zelf maken
  • Bekijk het volgende filmpje...
  • Benodigdheden: zwarte stift, liniaal, wit papier, kleurpotloden
  • je maakt een optische illusie...je mag kiezen tussen:
a. het namaken van de optische illusie vanuit het filmpje
of
b. bedenk zelf (of zoek op internet) een optische illusie en maak deze na

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Leerdoelen 2e blok
  • je kunt het doel van een media-uiting omschrijven
  • je kunt een media-uiting schrijven voor een bepaalde doelgroep 
  • je weet wat er met een optische illusie wordt bedoeld
  • je kunt zelf een optische illusie maken

Slide 49 - Tekstslide