g2B 5.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5, paragraaf 3

Vandaag:

- Paragraaf 3

- Klokhuis kijken

- Opdrachten maken

Noem de 4 Latijnse benamingen voor verschillende afzettingen

Waarom liggen komgronden (klei) lager dan oeverwallen (zand)

1. Kleikorreltjes zijn kleiner dan zand
2. Klei verliest volume (inklinking)
3. Er is minder sediment afgezet in de komgrond
4. Mika is een kleibeuker en heeft de komgrond in elkaar getrapt

Pleistoceen: Tijdvak van ijstijden

Koude periode:
Glaciaal +/- 100.000 jaar

Warme periode:
Interglaciaal +/- 10.000 jaar

Wat je moet weten:

---Begin Pleistoceen 2.500.000 miljoen jaar geleden--
Saalien: Glaciaal, 238.000 tot 126.000 jaar geleden

Weichselien: Glaciaal, 115.000 tot 11.700 jaar geleden

---Einde Pleistoceen---

Holoceen: Interglaciaal, 11.700 jaar geleden tot nu

Waarom kan de zwerfkei in Drenthe niet uit het Weichselien komen?

Nederland tijdens het Saalien

Saalien: 238.000 - 126.000

Het landijs bereikte Nederland

Stuwwallen, glaciale bekkens
HUN-lijn(Haarlem, Utrecht, Nijmegen)

Smeltwaterdal, spoeldzandwaaier

Droog dal

Nederland tijdens het Weichselien

Weichselien: 115:000 - 11.700

Landijs bereikte Nederland niet

Koud klimaat, poolwoestijn

Dekzand

Zuid-Limburg: Löss

Saalien

Weichselien

Holoceen

Stuwwallen in Nederland

Dalende zeespiegel

Stijgende zeespiegel

Glaciaal

Interglaciaal

Dekzand waait over Nederland

10.000

100.000

Hoe heeft het Weichselien er voor gezorgd dat er mensen in Amerika kwamen te wonen?

Hausaufgaben

Eerst kijken naar filmpje klokhuis

Opdrachten bij paragraaf 5.3: 1, 4, 6 en 8