thema De keuken les 1

Thema 'de keuken'
les 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 'de keuken'
les 1

Slide 1 - Tekstslide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
de keuken/ de keukens
Elk huis heeft een keuken.
de kok/ de koks
De kok maakt een lekkere maaltijd.

Slide 2 - Tekstslide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

de vork/ de vorken
Ik eet taart met een vork.
het mes/ de messen
Ik snijd het vlees met een mes.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de lepel / de lepels
Ik eet soep met een lepel.
het bestek
Ik leg het bestek in de la.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het glas / de glazen
Ik drink thee uit een glas.
het bord / de borden
Er staan 6 borden op tafel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het kopje/ de kopjes
Ik drink koffie uit een kopje.
de schotel / de schotels
Het kopje staat op een schotel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het zout
Ik doe zout in de soep.
de peper
Ik doe peper op het vlees.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het water
Ik drink elke dag 2 liter water.
de fles/ de flessen
De fles is leeg.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de koelkast /de koelkasten
Ik heb een kleine koelkast.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
het kopje
B
het glas
C
de fles
D
het water

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de vork
B
het kopje
C
het mes
D
de lepel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
het zout
B
het bestek
C
de peper

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
de koelkast

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
het glas

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
het kopje

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
het mes

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
de lepel

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van
de keuken

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leesvaardigheid
Een man in de keuken.
In elk huis is een keuken. Sommige mensen hebben een grote keuken. Andere mensen hebben een kleine keuken. Veel mensen willen een nieuwe keuken. Ik ook.
Ik wil graag een mooie, moderne, grote en nieuwe keuken. Dit is mijn droom. Ik wil in mijn keuken een grote koelkast en een schone afwasmachine. In mijn kastjes zet ik supermooie pannen en in de la van mijn keukenblok leg ik prachtig bestek: vorken, messen en lepels. In de keukenkast staan nieuwe kopjes en glazen. De borden staan ernaast. Veel borden: diepe borden, gewone borden, kleine borden voor het ontbijt.
Ik droom van deze mooie, moderne, nieuwe keuken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na vijf jaar hard werken hebben mijn man en ik genoeg geld. Wij kopen deze nieuwe keuken. Ik heb nu mijn nieuwe keuken. Echt waar, het is geen droom! De keuken is groot, zwart en mooi. En alles zit in de keuken: koelkast, magnetron, afwasmachine keukenblok met mooie moderne kookplaat. Alles!
Maar ik heb nu een nieuw, groot probleem: mijn man. Hij kookt elke dag in onze nieuwe keuken. Hij snijdt de groente. Het afval gooit hij niet weg. Hij kookt en het is een rotzooi op het aanrecht. Hij bakt het vlees en overal op het aanrecht zit boter en olie. Hij gooit peper en zout op het aanrecht en op de vloer van de nieuwe keuken. Dit vind ik niet fijn. Mijn mooie keuken wordt snel vies en ik wil niet steeds schoonmaken. Gisteren zei ik tegen mijn man:"Kun je alsjeblieft rustig groente en vlees snijden en wil je alsjeblieft geen peper en zou op de grond laten vallen?" Mijn man was een beetje boos op mij. Hij kan goed en lekker koken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar schoonmaken doet hij niet. Dat moet ik doen. Ik zei: Hans, ik heb een oplossing. Als jij niet rustig en netjes kookt, mag je niet meer in mijn nieuwe keuken komen. Vanaf morgen kook ik. Ik kook met de magnetron, dan blijft alles lekker schoon. Oké?"
Mijn man begrijpt mij goed. Nu is hij voorzichtig. Hij kookt. Hij laat geen peper en zout vallen. Het afval gaat in de afvalbak. De magnetron blijft dicht. Hij ruimt alles op.
Wat ben ik gelukkig: een nieuwe keuken en een perfecte man.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan droomt de vrouw?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de vrouw niet zo blij?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie doet de afwas?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden
De vrouw vertelt veel over haar keuken. Ze geeft veel extra informatie. Ze gebruikt hiervoor bijvoeglijke naamwoorden.
Vul de bijvoeglijke naamwoorden goed in!

* Je krijgt het werkblad van je docent.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies