‹Terug naar zoeken

Significantie

Welkom

Pak je schrift, pen en rekenmachine

1 / 31

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Pak je schrift, pen en rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Significante cijfers - Wat zijn dat?

In de natuur- en scheikunde werk je met meetresultaten:

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Rekenregels

significante cijfers
10-machten
voorvoegsels
rekenmachine gebruik

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heb ik?

Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heb ik?

Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

0,0365

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heb ik?

Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

0,256

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heb ik?

Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

965300

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers heb ik?

Tel het aantal cijfers vanaf het eerste cijfer wat niet nul is.

16,056

Slide 8 - Tekstslide

Als je gaat rekenen...

Je antwoord krijgt evenveel significante cijfers als het gegeven met de minste significante cijfers.

5,0 x 6,25 =

3 x 2,3 =

Slide 9 - Tekstslide

Bij grote getallen Bij kleine getallen

250000 x 10,0 =

314,2 x 17 =

3,0 x 48,34 =

0,000025 x 10,0 =

0,3142 x 0,170 =

0,000030 x 4834 =

Slide 10 - Tekstslide

Vermenigvuldigingsfactoren

= micro =

n = nano =

m = mili =

k = kilo =

M = mega =

G = giga =

\cdot 10^{​ - 9 ​ ​}

\cdot 10^{​ - 6 ​ ​}

\cdot 10^{​ - 3 ​ ​}

\cdot 10^{​ 3 ​ ​}

\cdot 10^{​ 6 ​ ​}

\cdot 10^{​ 9 ​ ​}

μ

Slide 11 - Tekstslide

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 1,04870 mL

A

1

B

6

C

5

D

4

Slide 12 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,345 g

A

4

B

1

C

3

D

Kun je zo niet bepalen

Slide 13 - Quizvraag

Uit hoeveel significante cijfers bestaat dit getal: 0,0002 mL

A

1

B

5

C

4

D

kun je zo niet bepalen

Slide 14 - Quizvraag

Je gebruikt de volgende gegevens bij het vinden van een oplossing, in hoeveel sign. cijfers moet het antwoord?

Een agent meet een remspoor van 120,0 cm, een vingerafdruk van 12 mm en een haar van 0,04 mm

A

4

B

2

C

3

D

1

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt drie armbanden van 12,35 g goud per armband. Hoeveel gram is dat in totaal?
Antwoord: 37,05 g goud.

Staat het antwoord in het juiste aantal significante cijfers?

A

Ja

B

Nee

Slide 16 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord:
12,0 g : 2,0 m3 = ..... g/m3

A

6,0 g/m3

B

6,00 g/m3

C

6 g/m3

Slide 17 - Quizvraag

2,74 x 0,12 =

A

0,329

B

0,33

C

0,32

D

0,328

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de juiste getallen naar de juiste signficantie.

3

2

4

5

0,47

0,0230

106,00

25,4

1,36 x 10^-2

0,1519

1,1111 x 10²

0,5050

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Natuurkunde

1. Berg je telefoon

op in je tas

2. Pak je spullen:

- Boeken

- Potlood

- Rekenmachine

- Geodriehoek

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Geleidbaarheid

Weerstand

betekenis?

symbool?

eenheid?

formule?

betekenis?

symbool?

eenheid?

formule?

samenhang?

Slide 23 - Tekstslide

.... geeft aan hoe makkelijk stroom door iets heen kan.

... heeft de eenheid siemens.

... geeft aan hoe moeilijk stroom door iets heen kan.

... heeft de eenheid ohm .

Geleidbaarheid

Weerstand

(Ω)

Slide 24 - Tekstslide

.... kan je berekenen met de formule:

... is het tegenovergestelde van weerstand, dus:

... kan je berekenen met de formule:

... is het tegenovergestelde van geleidbaarheid, dus:

Geleidbaarheid

Weerstand

I = G \cdot U

U = I \cdot R

G = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ​}

R = \frac{​ 1 ​ ​}{​ G ​}

Slide 25 - Tekstslide

Geleidbaarheid

Weerstand

G = \frac{​ I ​ ​}{​ U ​}

R = \frac{​ U ​ ​}{​ I ​}

G = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ​}

R = \frac{​ 1 ​ ​}{​ G ​}

\frac{​ I ​ ​}{​ G \cdot U ​}

\frac{​ U ​ ​}{​ I \cdot R ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ G \cdot R ​}

Slide 26 - Tekstslide

grootheid

symbool

eenheid

weerstand

spanning

stroomsterkte

lading

Slide 27 - Tekstslide

Niet-ohms weerstanden

Temperatuur afhankelijk

NTC : negatieve temperatuur coëfficiënt

PTC : positieve temperatuur coëfficiënt

Licht afhankelijk

LDR: Light Resistant Resistor

Slide 28 - Tekstslide

Diode

Een diode is een component wat de stroom maar één richting op doorlaat. Zo kan het van wisselstroom (stopcontact) gelijkstroom maken.

Slide 29 - Tekstslide

Symbolen

Diode

Led

NTC

LDR

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk

Maak

231

Maak

231

timer

1:00

Slide 31 - Tekstslide

Significantie 4HV

September 2022 - Les met 26 slides

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

205 - 4V

September 2022 - Les met 21 slides

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

205 - 4H

September 2022 - Les met 24 slides

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Significantie

Augustus 2023 - Les met 27 slides

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

7.1

April 2021 - Les met 18 slides

ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

§7.6 Chemisch rekenen

Oktober 2022 - Les met 26 slides

ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

§7.6 Chemisch rekenen

September 2022 - Les met 21 slides

ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Voorbereiding voor de SO

April 2021 - Les met 31 slides

ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3