3.4 Veilige stroomkring




3.4 Een veilige stroomkring
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




3.4 Een veilige stroomkring

Slide 1 - Tekstslide

programma: Toets hst 3 op 17 maart 
  • herhaling par 3.1 t/m 3.3 belangrijkste onderdelen 10 min. 
  • gewerkt aan par 3.3 opg 1 t/m 3,5,8,9,11,12,17,19,20,23,25 tot waar ben je en heb je vragen? 
  • zelfstandig verder werken: 3.3 moet halverwege les af zijn 
  • klaar ? dan verder met hw voor vrijdag
  • Hw: leren 3.4 en maken:1 t/m 3,4,6,9,(11,12,14,16,17,18,20,21,23,24 )
  • Toets hst 3 op 17 maart 

Slide 2 - Tekstslide

programma vrijdag: 
  • inventarisatie vragen over opdrachten of onderwerpen par 3.3/3.4?
    (opg 1 t/m 3,5,8,9,11,12,17,19,20,23,25) (3.4 maken:1 t/m 3,4,6,9)
  • uitleg 3.4 klassikaal
  • verder met hw dinsdag + bespreken hw:
    hw  di : afmaken 3.4 
    (11,12,14,16,17,18,20,21,23,24), leren hst 3 en start met oefentoets (7+ 8 hoeft niet) 
  • Toets hst 3 op 17 maart = volgende week vrijdag

Slide 3 - Tekstslide

programma dinsdag : pak alleen werkboek Binas en rekenmachine
  • start met oefentoets (1t/m 5, 10,12 t/m 16+19) op lege blaadje
  • in stilte, zonder boek met Binas (tabel 3,10,12 en 14 nodig)
  • rekenopdrachten : noteer gevraagd (grootheid en eenheid), gegeven(grootheid en eenheid) en oplossing inclusief formule
  • antwoorden op bord na 10 min 1e deel na 30 min 2e deel
  • laatste deel vragen 3.4:1 t/m 3,4,6,9, 11,12,14,16,17,18,20,21,23,24,
  • Toets vrijdag rekenmachine mee!  ander lokaal. Vragen lesstof?

Slide 4 - Tekstslide

Doel van par 3.4:
  • Weten wat bedoeld wordt met de huisinstalatie 
  • Van alle onderdelen van de huisinstalatie de functie  kunnen benoemen  en werking kunnen uitleggen.
  • Het verschil kunnen uitleggen tussen overbelasting en kortsluiting
  • Overbelasting kunnen berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Huisinstallatie: alle snoeren, stopcontacten en apparaten in huis. 
1. stroom binnen via hoofdkabel (beveiligd
met hoofdzekering
2. elektriciteitsmeter (meet verbruik in kWh)
3. aardlekschakelaar (meet inkomende en
uitgaande stroom in verband met lekstroom )
4. groepenkast (verdeling stroom in groepen)
5. elke groep beveiligd met eigen zekering
(tegen overbelasting)

Slide 7 - Tekstslide

Groepen
  •  Verschillende groepen: als  stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.
  • Apparaten die veel stroom verbruiken zoals  (af)wasmachine of droger staan op aparte groep

Slide 8 - Tekstslide

Zekering - beveiliging

Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting
B.v.  omdat een snoer is doorgesmolten, snoeren niet vast zitten in pootjes van stekker of als hamster snoer doorknaagt.  

Slide 10 - Tekstslide

Overbelasting
Zekering kan max 16 A aan.
Overbelasting berekenen:
P = U x I  dus
I = P apparaat /U huisinstallatie (=230V)
I > 16 A dan is er sprake van  overbelasting


Slide 11 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
  • Als stroom weglekt schakelt de aardlekschakelaa de hele huisinstallatie tegelijkertijd uit. 
  • Het lekken van stroom gebeurt als de buitenkant van het apparaat  onder stroom komt te staan (b.v. als er in het apparaat kortsluiting is en een stroomdraad contact maakt met de behuizing van het apparaat)

Slide 12 - Tekstslide

Randaarde
  • Stopcontact met randaarde voorkomt bij kortsluiting dat buitenkant apparaat onder stroom kan komen te staan. 
  • -> mensen en dieren beschermd tegen grote stroom.
  • Stopcontacten en stekkers met randaarde hebben een extra pin die is aangesloten op de geel/groene aarddraad

Slide 13 - Tekstslide

zonder randaarde             met randaarde

Slide 14 - Tekstslide

Zekering of smeltveiligheid
maximaal 16 A

Slide 15 - Tekstslide

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 16 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 17 - Quizvraag

De aardleiding (aardedraad)
A
schakelt de stroom uit bij een lekstroom
B
voert een lekstroom af naar de aarde
C
zet een apparaat uit bij een lekstroom

Slide 18 - Quizvraag

Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast

Slide 19 - Quizvraag

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
meneer van Zelst
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 20 - Quizvraag

evaluatie: wat is het belangrijkste dat je deze les hebt geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Wat heb je niet begrepen van deze les.

Slide 22 - Open vraag