Procenten

Procenten
Les 2 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Procenten
Les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Terugblik vorige les
Lesdoelen
Warming-up
Instructie
Oefenen
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Instructie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

1. Kan je breuken vereenvoudigen
2.Kan je breuken omzetten naar procenten.
3.Kan je afronden naar decimalen en hele getallen

Slide 4 - Tekstslide

Warming-up
1.  Iedereen krijgt 1 of 2 kaartjes met een breuk.
2. Op de grote tafel liggen kaarten met procenten. Je zoekt de bijbehorende kaart. 
3. Je gaat weer zitten en gaat de breuk zo klein mogelijk maken
4  Bespreek met een klasgenoot elkaars antwoorden en geef eventueel feedback

Slide 5 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Vereenvoudigen betekent zo eenvoudig mogelijk opschrijven oftewel zo klein mogelijk maken 

Hoe:  door de teller en noemer te delen met hetzelfde getal?

140/200




Slide 6 - Tekstslide

Van breuk naar procenten
140/200 is een breuk en betekent 140 van de 200
Hoeveel procent is dat? 

Hoe: Teller : noemer x 100 %
      140:200 x 100%  = 70% 
Ken je nog een andere manier?




Slide 7 - Tekstslide

Van breuk naar procenten
Bedenk zelf een breuk en reken het om in procenten
Gebruik eventueel een verhoudingstabel of een kruistabel

Slide 8 - Tekstslide

140/200

Slide 9 - Tekstslide

Afronden
Soms is het handig om het aantal cijfers van een getal te verminderen. Dat doe je door af te ronden.
Je kunt een getal afronden tot op een heel getal of tot op een aantal cijfers na de komma. Dit noem je decimalen. Je rondt naar beneden of naar boven af naar het getal dat er het dichts bij ligt.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Zo is 9,2934 ≈ 9,3 (afgerond op 1 decimaal) en 5,515 ≈ 5,52 (afgerond op 2 decimalen).
Het resultaat van het afronden is niet exact, maar ongeveer. Vandaar het ≈ teken. Dit betekent 'is ongeveer gelijk aan'.


Het cijfer 5 en hoger rond je af naar boven. 

Wat is 3,4 %als je afrond op 1 decimaal?
Wat is 4,49 % als je afrond op een heel getal?


Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
Maak zelfstandig de oefeningen in studiemeter:
 
Onderdeel ‘’ondersteunende vaardigheden’’

Slide 12 - Tekstslide

Tips/tops

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk
Huiswerk Studiemeter


1. Ondersteunende vaardigheden
2. Procenten gebruiken - Oefeningen - Deel, percentage en totaal-Samenhang tussen procenten, breuken en verhoudingen

Slide 14 - Tekstslide