Z&W 2e jaar 4e les passende kleding

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
ik en de maatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe doen we het vandaag?
8.25 laptops ophalen
8.30 starten lessonup.app
9.20 start taken
10.10  pauze
10.25 afronden LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige week
Waar hebben we het over gehad?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke giftige stoffen zitten in een sigaret?
A
koolmonoxide, soda en roet
B
Teer, koolzuur en nicotine
C
nicotine, teer en koolmonoxide

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sigaretten worden gemaakt van de bladeren van de tabaksplant.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was ooit het doel van de e-sigaret of vape?
A
Iedereen met een lekker smaakje overhalen om te gaan roken.
B
Een minder schadelijk alternatief aanbieden om mensen te laten stoppen met roken.
C
Geld verdienen met een nieuw product op de markt.
D
Het aantal rokers gelijk te houden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag overal ter wereld vapen

A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vapen in Thailand
Als je in Thailand wordt betrapt met een e-sigaret, kunnen de gevolgen vrij ernstig zijn. In het beste geval krijg je een boete, maar het kan ook leiden tot een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar. Bovendien kan het in beslag nemen van je e-sigaret gepaard gaan met een boete van maximaal 30.000 THB (ongeveer 900 EURO). 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2:
Leerdoel vandaag:


  • Passend gekleed zijn 
  • Werkkleding
  • Beschermende kleding/ persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passend bij het weer of het seizoen 

Je kleding moet passen bij het weer.

In de winter draag je een dikke trui.
En in de zomer een bloesje met korte mouwen. 


Passend bij het bedrijf waar je werkt of stage loopt 
In sommige beroepen mag je dragen wat je wilt.

Als de kleding maar schoon en heel is. Maar bij andere beroepen moet je een uniform dragen.
Bijvoorbeeld als beveiliger.
Of je moet representatieve kleding dragen. Bijvoorbeeld als je met klanten omgaat.
 




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat naar je stage maar je hebt je oude versleten spijkerbroek nog aan. Je trekt even iets anders aan. Leg uit waarom je dat doet:

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'representatieve kleding'?
A
Nette kleding omdat je met klanten omgaat.
B
Een uniform
C
Kleding die geschikt is voor klussen in huis.
D
Kleding met het logo van het bedrijf

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkkleding

Op sommige werkplekken moet je werkkleding dragen.

Werkkleding is speciale kleding die je moet dragen tijdens je werk.

Bijvoorbeeld een uniform. Of een overall.

 




De werkkleding van een politieman is zijn uniform.

De werkkleding van een automonteur is een overall. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkkleding (2)
In sommige bedrijven dragen de medewerkers een uniform met het logo van het bedrijf erop. Dit noem je ook wel bedrijfskleding. 





 





Werkkleding heeft verschillende functies:
Bescherming:
De werkkleding beschermt je. Bijvoorbeeld tegen vuil, schadelijke stoffen of water.
Uitstraling:
Alle winkelmedewerkers in een supermarkt dragen werkkleding met het logo van de supermarkt. Zo zorgen ze allemaal voor een zelfde uitstraling.
Herkenbaarheid:
De politie en ambulancepersoneel zijn herkenbaar aan hun uniform. Door hun uniform weet je welk werk ze doen.
 



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 functies heeft werkkleding?
( 3 antwoorden zijn goed)
A
Herkenbaarheid
B
Bescherming
C
Uitstraling
D
Vitaliteit

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke werkkleding hoort de functie 'uitstraling'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke werkkleding hoort de functie 'herkenbaarheid'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke werkkleding hoort de functie 'bescherming'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende kleding

Soms heeft kleding een beschermende functie.
De kleding beschermt je dan tegen vuil, hitte of water.
 
Het pak van een brandweerman is bijvoorbeeld brandwerend en waterdicht.



Als je buiten in het donker moet werken, draag je reflecterende kleding. Dan kan iedereen je zien. Dan wordt je minder snel aangereden. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

je zal het maar hebben:  tinnitus.

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld veiligheidsschoenen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld handsschoenen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidshelm

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidsbril

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld oorbeschermers of oordopjes

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een mondkapje

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt in een houtzagerij waar veel zaagsel en stof is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt in een fabriek waar je zware dingen moet vervoeren. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt in een fabriek waar veel lawaai is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Kahoot: Veiligheid op etiketten
stel de vraag erbij welke beschermingsmiddelen je dan moet dragen.

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies