hoorcollege 1 - politiek in de negentiende eeuw

De negentiende eeuw 1800-1900
Tijd van burgers en stoommachines
hoorcollege 1 - Politiek in de negentiende eeuw
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De negentiende eeuw 1800-1900
Tijd van burgers en stoommachines
hoorcollege 1 - Politiek in de negentiende eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
- Je kunt in zijn algemeenheid uitleggen hoe landen bestuurd werden in de negentiende eeuw.

- Je kunt uitleggen hoe het bestuur steeds democratischer werd.

- Je kunt de veranderingen in de Nederlandse politiek na 1848 uitleggen en verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Personen, jaartallen, begrippen en personen die je aan het eind van deze les moet kennen.
Personen
Willem I
Willem II
J.R. Thorbecke
A. Kuyper


Gebeurtenissen
Congres van Wenen
Ontstaan Koninkrijk der Nederlanden
Afscheiding België
Grondwet 1848
Oprichting ARP (1e pol.partij Nld)



Jaartallen
1813-1815
1830          1839
1840          1848
1879



Begrippen (zie blz 27 en 47 Feniks)
Parlement                    democratisering
Census kiesrecht        grondrechten
Democratie                  Districtenstelsel Evenredige vertegenwoordiging




Slide 3 - Tekstslide

Verslaggever aanwijzen
Taak: 
- Aan het eind van het college moet jij de stof kunnen samenvatten voor de rest van de groep.
- Vragen die nog onder de luisteraars zijn kun jij beantwoorden.
Deze les is de gelukkige: 
Pak allemaal pen en papier om korte aantekeningen / vragen noteren.
Schrijf niet de presentatie over, want die wordt digitaal beschikbaar voor iedereen. Da's dus zonde van je kostbare inkt ;)!

Slide 4 - Tekstslide

Politiek

Hoe wordt de samenleving bestuurd?
Sociaal-cultureel

Wat zijn de verhoudingen in de samenleving?
Religie

Waar geloven de mensen in en hoe uiten zij dit?
Economie

Wat zijn de middelen van bestaan?
De geschiedenis wordt bestudeerd vanuit vier invalshoeken:

Slide 5 - Tekstslide

Sociaal-cultureel

Wat zijn de verhoudingen in de samenleving?
Religie

Waar geloven de mensen in en hoe uiten zij dit?
Economie

Wat zijn de middelen van bestaan?
De geschiedenis wordt bestudeerd vanuit vier invalshoeken:
Dit college:  Politiek

Hoe wordt de samenleving bestuurd?
Met andere woorden: Wie heeft de macht? Hoe is de macht verdeeld?
Mag er gestemd worden? Wie mag er stemmen? Is er sprake van democratie? Of juist niet?

Slide 6 - Tekstslide

1813 
Wat nu met Europa?
Napoleon is verdreven, zit vast op Elba / St Helena... 
In Wenen wordt vergaderd  (Congres van Wenen)
Machtsevenwicht
1815 Koninkrijk der Nederlanden (ook België en Luxemburg)
Koning Willem I 

Slide 7 - Tekstslide

Belangrijkste doel en uitkomsten van het Congres

1814 (okt) -1815 (juni): Congres van Wenen (Pruisen, Rusland, Engeland en Oostenrijk-Hongarije waren de belangrijkste deelnemers)  

 Doel: Zorgen dat Frankrijk geen bedreiging meer zou kunnen vormen

Enkele uitkomsten:

  1. België en Nederland samen in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  2. Pruisen krijgt meer grondgebied
  3. Restauratie : Frankrijk krijgt weer een koning --> Lodewijk XVIII

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het Koninkrijk der Nederlanden 1815

Na het Congres van Wenen :

Een groot koninkrijk der

Nederlanden




Slide 10 - Tekstslide

Willem regeert
1815 Koninkrijk der Nederlanden werd een constitutionele monarchie. (koninkrijk met een grondwet)
Koning is gebonden aan de regels van de grondwet.

Koning Willem I (1815-1840) regeerde als een autocraat. Hij was conservatief. Tegen politieke verandering (ideeën over inspraak en vrijheid). Het koninkrijk was geen democratie.

Slide 11 - Tekstslide

Belgische afscheiding van Nederland (1830>)
Oorzaken:
  • Zuiden katholiek, Noorden protestant
  • Taalbesluit (1823): Nederlands is officiële taal
  • Nederlanders hadden de beste banen
  • Belgen betaalden meer belasting
  • vanuit rellen ontstaat opstand > België uitgeroepen

Slide 12 - Tekstslide

1830: Belgische Opstand

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Politiek nationalisme: 
Belgische onafhankelijkheidsoorlog
  • Willem I weigert > 10-daagse veldtocht (aug '31)
  • Onder druk van de grote Europese staten trekt Willem I zich terug.
  • 1839: Scheidingsverdrag
  • 1840: Willem I treedt af
  Van Speijk: 'Dan liever de lucht in'  (febr.1831)

Slide 15 - Tekstslide

Kaart NL en
BE  na 1839

Slide 16 - Tekstslide

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 17 - Tekstslide


Revolutiejaar 
1848


De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"

Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en 
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 18 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen (1)
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar, verliest zijn macht
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid
  3. Er komen rechtstreekse verkiezingen
  4. Censuskiesrecht




Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen (2)
  • De ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
  • Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)

  • Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")

Slide 23 - Tekstslide


Hoe zag het bestuur 
van Nederland er 
vanaf 1848* uit?










*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig


Slide 24 - Tekstslide

VOOR

Slide 25 - Tekstslide

VOOR
NA

Slide 26 - Tekstslide

Trias Politica
  • Belangrijk onderdeel van een parlementaire democratie

  • Verdeling van de macht in het land in drie machten

  • Bedacht in Frankrijk in 18e eeuw, toen de koning alle macht(en) had.

  • Iemand kan maar bij één van de drie machten horen.

Slide 27 - Tekstslide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 28 - Tekstslide

Van Willem II naar Willem III
In 1849 overlijdt koning Willem II.
Zijn oudste zoon wilde eerst geen koning worden: 
'' Mijn vader heeft die belachelijke grondwet ondertekend'' 
 --> deze grondwet gaf de koning minder macht.

Uiteindelijk werd hij toch de nieuwe koning: Willem III
Hij probeerde de macht wel terug te krijgen.

Slide 29 - Tekstslide

Willem III probeert macht te krijgen
Koning Willem III probeert om macht terug te krijgen.
Hij benoemde o.a. een conservatief kabinet; (conservatieven vonden, net als de koning, dat het parlement minder macht moest hebben) terwijl de Tweede Kamer vooral liberaal was; een vreemd besluit volgens velen...

Ook stuurde hij de Tweede Kamer naar huis en liet nieuwe verkiezingen houden. Hij hoopte dat er een conservatieve meerderheid zou komen.

Ook dit hielp niet: De conservatieven hadden geen meerderheid

Slide 30 - Tekstslide

.  
Liberalen (liberté = vrijheid)

De taak van de overheid:
- zorgen voor orde en veiligheid
- bemoeit zich zo min mogelijk met de economie
- persoonlijke vrijheid
.
Conservatieven (conservare = bewaren)

- terug naar hoe het voor de F.R. was
- sterke overheid
- macht bij de koning
- standenmaatschappij
Twee ideologieën in de politiek (nog geen politieke partijen)

Slide 31 - Tekstslide

         Behoefte aan verandering...
Het parlementair stelsel (politiek systeem waarin parlement laatste woord heeft) had gezegevierd, maar Nederland was nog geen democratie. --> Censuskiesrecht, dus alleen rijkere mannen (hogere burgerij)  mochten stemmen.

Steeds meer liberalen vonden dit niet eerlijk.  De regering kwam alleen maar op voor de belangen van de rijke burgers. 
Na 1860

Slide 32 - Tekstslide

Meer stemrecht, maar niet teveel...
Alleen '' verstandige'' mensen mochten stemmen zeiden de liberalen. Ze moesten dus wel voldoende onderwijs gehad hebben.

1887: censuskiesrecht afgeschaft; nu mochten alle mannen ie genoeg '' geschiktheid'' hadden, ook stemmen. Hoe bepaalde je dat?  --> het parlement mocht dit later nog bepalen.

Slide 33 - Tekstslide

Het Caoutchouc-artikel
Wie '' geschikt'' was, mocht stemmen.
Dit was lastig te betalen, het begip was erg oprekbaar.
Je kon er op allerlei manieren opvatten...
--> Caoutchouc-artikel (Franse woord voor rubber)

Het maakte wel een geleidelijke uitbreiding van het kiesrecht mogelijk!  --> 1888: aantal kiezers verdubbeld! (van 12 naar 25%)

Slide 34 - Tekstslide

.  
Liberalen (liberté = vrijheid)

De taak van de overheid:
- zorgen voor orde en veiligheid
- bemoeit zich zo min mogelijk met de economie
- persoonlijke vrijheid
.
Confessionelen (confessie = geloven)

- Het geloof moet een belangrijke rol spelen in de besluitvorming.
- De bijbel moet richtinggevend zijn.
Eerste politieke partijen gaan zich vormen

Slide 35 - Tekstslide

politieke partijvorming
- De eerste politieke partij ontstaat uit onvrede met het huidige bestuur van de liberalen.
- Abraham Kuyper vindt het beleid van de liberalen niet christelijk genoeg.
- Om een meer christelijk tintje aan het bestuur te geven richt hij een partij op om de strijd aan te gaan met de liberalen.
- 1879 ARP = Anti Revolutionaire Partij (tegen de vernieuwingen van na de Franse Revolutie)

Slide 36 - Tekstslide

Meer hierover in het college over religie, want religie gaat een grote rol spelen in de politiek.

Slide 37 - Tekstslide

Verslaggever aan het woord
Probeer antwoord te geven op deze vragen:
- Je kunt in zijn algemeenheid uitleggen hoe landen bestuurd werden in de negentiende eeuw.
- Je kunt uitleggen hoe het bestuur steeds democratischer werd.
- Je kunt de veranderingen in de Nederlandse politiek na 1848 uitleggen en verklaren.




Welke vragen hebben jullie nog?

Slide 38 - Tekstslide

Sociaal-cultureel

Wat zijn de verhoudingen in de samenleving?
Religie

Waar geloven de mensen in en hoe uiten zij dit?
Economie

Wat zijn de middelen van bestaan?
De geschiedenis wordt bestudeerd vanuit vier invalshoeken:
Dit college:  Politiek

Hoe wordt de samenleving bestuurd?
Met andere woorden: Wie heeft de macht? Hoe is de macht verdeeld?
Mag er gestemd worden? Wie mag er stemmen? Is er sprake van democratie? Of juist niet?

Slide 39 - Tekstslide

Personen, jaartallen, begrippen en personen die je aan het eind van deze les moet kennen.
Personen
Willem I
Willem II
J.R. Thorbecke
A. Kuyper


Gebeurtenissen
Congres van Wenen
Ontstaan Koninkrijk der Nederlanden
Afscheiding België
Grondwet 1848
Oprichting ARP (1e pol.partij Nld)



Jaartallen
1813-1815
1830          1839
1840          1848
1879



Begrippen (zie blz 27 en 47 Feniks)
Parlement                    democratisering
Census kiesrecht        grondrechten
Democratie                  Districtenstelsel Evenredige vertegenwoordiging




Heb ik alles hier behandeld?

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag
Gebruik de rest van de les om te werken aan je tijdbalk opdracht.

Gebruik de slide met personen / jaartallen / gebeurtenissen en begrippen als hulpmiddel.

Slide 41 - Tekstslide

Exit-ticket
Beantwoord deze vraag op het blaadje dat je van de docent krijgt:


Vertel in 3 zinnen hoe Nederland veranderde op politiek gebied na 1848.

Slide 42 - Tekstslide

huiswerk
Maak je tijdbalk af met de informatie die je tot dusver hebt. In de volgende les krijg je hier feedback op van een medeleerling

Slide 43 - Tekstslide