QUIZ politiek

QUIZ

Politiek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

QUIZ

Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Onder een politieke ideologie verstaan we:
A
de lijst met de belangrijkste standpunten van een politieke partij
B
een visie over de gewenste inrichting van de samenleving
C
alle ideeën die er in een samenleving bestaan over de menselijke relaties en inrichting van de samenleving
D
de wetten die de sociaaleconomische verhoudingen regelen

Slide 2 - Quizvraag

Linkse partijen
A
vinden dan mensen eigen verantwoordelijkheid moeten dragen op sociaal-economisch gebied
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen
D
hechten veel waarde aan het geloof

Slide 3 - Quizvraag

Rechtse partijen
A
zijn voor een actieve overheid op sociaal-economisch gebied
B
willen meer investeren in ontwikkelingssamenwerking
C
vinden dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen op sociaal-economisch gebied
D
willen de inkomensverschillen verkleinen

Slide 4 - Quizvraag

sociaal democratie
Liberalisme 
Christendemocratie 
eerlijk delen van kennis, macht en inkomen
bescherming van zwakkeren in de samenleving
actieve en sturende rol overheid
persoonlijke en economische vrijheid
terughoudende rol overheid
orde en gezag handhaven
vrije markt
zorgzame samenleving
gespreide verantwoordelijkheid
rentmeesterschap

Slide 5 - Sleepvraag

Met de integratiefunctie van de politiek wordt bedoeld dat politieke partijen:
A
meer moeten doen om kiezers bij de politiek te betrekken
B
geschikte kandidaten uitzoeken en opleiden voor de politiek
C
verwoorden welke maatschappelijke kwesties in de samenleving spelen
D
wensen en eisen van veel mensen worden gebundeld in een politiek programma

Slide 6 - Quizvraag

Alle politieke partijen:
A
baseren zich op een ideologie
B
vertegenwoordigen de belangen van een kleine groep mensen
C
hebben een visie op de samenleving
D
hebben veel politieke macht

Slide 7 - Quizvraag

De PVV is een:
A
populistische partij
B
progressieve partij
C
ideologische partij
D
one-issuepartij

Slide 8 - Quizvraag

De SP is een voorbeeld van een:
A
conservatieve partij
B
socialistische partij
C
rechts populistische partij
D
liberale partij

Slide 9 - Quizvraag

D66 is een voorbeeld van een:
A
rechts-conservatieve partij
B
pragmatische partij
C
ecologische partij
D
nationalistische partij

Slide 10 - Quizvraag

Een Tweede Kamerlid zegt in een toespraak: "Nederland is toe aan minder overheid, minder markt en meer samenleving".
Vanuit welke politieke stroming spreekt dit Tweede Kamerlid?
A
Liberalisme
B
Sociaaldemocratie
C
Christendemocratie
D
Fascisme

Slide 11 - Quizvraag