Vroonhof: Het hoofdgebouw van de heer, vaak een versterkte boerderij of kasteel.
Boerderijen van horigen: Kleine boerderijen waar horigen woonden en werkten.
Gronden voor akkerbouw en veeteelt: Land dat bewerkt werd voor voedselproductie.
Bossen en weiden: Gebieden voor houtkap en het laten grazen van vee.