Week 22 O16 & O17 les 1

Schedule
  1. Adverbs of manner instruction
  2. Adverbs of manner practice
  3. Workbook
  4. Holmwoods
  5. Blooket

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Schedule
  1. Adverbs of manner instruction
  2. Adverbs of manner practice
  3. Workbook
  4. Holmwoods
  5. Blooket

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you see in the picture?
Try to fill in a word that fits in the open space!
The footballer . . .
dribbles towards the goal.

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Adverbs Of Manner

A quick footballer -> The footballer dribbles quickly 

Personal: 
My grandmother is slow  -> She walks slowly.
My friends are loud -> My friends speak loudly.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The sun is bright. The sun is shining ...
That jacket has a perfect fit. That jacket fits you ...
'Sorry, we are closed.' said the shop owner ...
When mom talks in her sleep. She does not sleep ...
Now try it yourself!
Drag the answers to the right boxes.
brightly
perfectly
kindly
quietly
fine
happy

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

How did all these words end?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Way to go! 

As you could see, all the words we used today ended in -ly.

Een 'Adverb' is een bijwoord. Dat zegt iets over een werkwoord (verb). 


GOUDEN TIP!
'add' betekent toevoegen en 'verb' betekent werkwoord. Een adverb betekent dus eigenlijk 'iets toevoegen aan een werkwoord'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Some examples

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Some examples
          Verb      Adverb

Slide 11 - Tekstslide

My = Possesive pronoun(bezittelijk voornaamwoord)

Mother = Noun 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Workbook
Foundation workbook: p. 88-89.

Get Started workbook: 

Finished? www.holmwoods.eu

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies