7.3 Tekort of overschot?

7.3 Tekort of overschot?
LTH3c
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.3 Tekort of overschot?
LTH3c

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
- Terugblik paragaaf 7.2
- Uitleg paragaaf 7.3
- Aan de slag 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de rijksbegroting en de miljoenennota? Wie presenteert de rijksbegroting?

Slide 3 - Woordweb

timer
10:00
Als jullie het voor het zeggen hadden!

- Bekijk in je rij de miljoennota. Wat zijn de drie grootste inkomen en uitgavenposten? Leg deze posten uit.
- Is er sprake van een overschot of te kort op de miljoenennota?
- Welke uitgavenposten zouden toegevoegd moeten worden? Hoe zou dit betaald kunnen worden? Of waar zou minder aan uitgegeven moeten worden volgens jullie?

Slide 4 - Woordweb

Huiswerk bespreken! 
- Lees paragaaf 7.2 door en maak de opdrachten 11,13,14,15,19 en 20. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 7.3
- Je legt uit wat er gebeurd als inkomsten en uitgaven niet in balans zijn en wat voor maatregelen er genomen kunnen worden bij een begrotingstekort 
- Je licht toe waarom Nederland gebaat is bij de Europese begrotingsregels 
- Je rekent met indexcijfers 

Slide 6 - Tekstslide

Is de rijksbegroting in balans?
- Sluitende begroting in de praktijk nauwelijks 
- Begrotingsoverschot/begrotingstekort
- Begrotingstekort en lenen zorgt voor een overheidsschuld
- Overheid en lenen bij banken en pensioenfondsen
- Overheidsschuld, aflossen en rente 
- Extra uitgave in de toekomst 

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom bij een begrotingstekort de staatsschuld toeneemt en bij begrotingsoverschot de staatsschuld afneemt.

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke maatregelen kunnen genomen worden om het begrotingstekort op te lossen?

Slide 11 - Woordweb

Stabiliteits- en Groeipact 
- Regels voor landen in de eurozone (EMU)
- overheidsfinanciën 
- Financieringstekort, maximaal 3% van het BBP
- Staatsschuld, maximaal 60% van het BBP
- BBP (Totale waarde van goederen en diensten die geproduceerd worden)
- Niet te grote schulden opbouwen in verhouding tot BBP
- Lastig om aflossing en rente terug te betalen bij grotere schuld, gevaar voor EMU 
- Boete 

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom het stabiliteits- en groeipact essentieel is voor het voortbestaan van de EMU.

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Het gemiddelde prijspeil is in 2014 €20,11 euro. Dit is tevens het basisjaar. In 2016 is het gemiddelde prijspeil €23,06 euro. Wat is het prijsindexcijfer in 2016?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 7.3 door en maak de opdrachten 21,23,24,27,32,33 en 35. 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen 7.3
- Je legt uit wat er gebeurd als inkomsten en uitgaven niet in balans zijn en wat voor maatregelen er genomen kunnen worden bij een begrotingstekort 
- Je licht toe waarom Nederland gebaat is bij de Europese begrotingsregels 
- Je rekent met indexcijfers 

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik en afsluiting
- Terugblik paragaaf 7.2
- Paragaaf 7.3
- Volgende les (Herhalen H6 + H7.2/H7.3)
- Vragen/opmerkingen

Slide 18 - Tekstslide