5V Eenmanszaak - herhaling

De eenmanszaak - herhaling
4V Bedrijfseconomie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De eenmanszaak - herhaling
4V Bedrijfseconomie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginbalans
Een paar vragen over de beginbalans

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken met behulp van bovenstaande gegevens de ‘te vorderen btw’ die moet worden opgenomen op de investeringsbegroting van Laplace per 1 januari.
(2 min)
A
€ 8.174,58
B
€ 8.085,48
C
€ 6.854,03
D
€ 7.962

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij verstrekt als onderneming leverancierskrediet. Welke post ontstaat er?
A
Debiteuren
B
Vooruitbetaalde bedragen
C
Crediteuren
D
Vooruitontvangen bedragen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit dat?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over inkopen en verkopen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voorraad is een bezitting van een onderneming die op korte termijn verkocht gaat worden. Voorraden behoren daarom tot de …(1)… De voorraad wordt gewaardeerd tegen de inkoopprijs …(2)… De voorraad neemt toe met de …(3)… en neemt af met de …(4)…

Maak bovenstaande zinnen correct.

A
1 = vlottende activa, 2 = exclusief btw, 3 = inkopen, 4 = verkopen
B
1 = vlottende activa, 2 = exclusief btw, 3 = inkopen, 4 = inkoopwaarde van de omzet
C
1 = vaste activa, 2 = inclusief btw btw, 3 = inkopen, 4 = inkoopwaarde van de omzet
D
1 = vaste activa, 2 = exclusief btw, 3 = inkopen, 4 = inkoopwaarde van de omzet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contante verkopen € 40.000,- per maand
Contante inkopen € 25.000,- per maand
Brutowinst 40% van de verkoopprijs
Bereken de ontvangsten in de maand maart.

A
€ 15.000,-
B
€ 40.000,-
C
€ 45.000,-
D
€ 120.000,-

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BuitenGewoon Kunstgras legt voetbal - en hockeyvelden van kunstgras aan. Als leverancier verstrekt BuitenGewoon krediet van 2 maanden aan haar klanten. De verkopen in het eerste kwartaal waren € 50.000 excl. 21 % BTW. De verkopen waren evenredig verspreid over het kwartaal. Wat zijn de ontvangsten in april?
A
€ 16.667
B
€ 60.500
C
€ 20.167
D
€ 40.333

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten en uitgaven

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je betaalt de aflossing op een lening.
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten en uitgaven

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik koop vandaag een iPhone 13 Pro. Wanneer heb ik uitgaven en wanneer heb ik kosten?
A
Als je de iPhone aanschaft, heb je kosten en je hebt uitgaven gedurende de levensduur.
B
Als je de iPhone aanschaft, heb je kosten en uitgaven. Gedurende de levensduur heb je geen uitgaven en kosten.
C
Als je de iPhone aanschaft, heb je uitgaven en je hebt kosten gedurende de levensduur.
D
Als je de iPhone aanschaft heb je geen kosten en uitgaven. Die heb je pas als de iPhone helemaal versleten is.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Via de bank wordt er 1000 euro aflossing en 500 euro rente betaald. Geef aan hoe de mutatie eruit ziet op de balans

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Bereken het totale bedrag van de vaste activa op de balans van Tapes per 1 januari 2025.
(3 min)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het totale bedrag van de vaste activa op de balans van Tapes per 1 januari 2025.
(3 min)
A
17.200
B
15.000
C
17.700
D
16.500

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindbalans

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de beginbalans is de boekwaarde v.d. machines € 80.000. Op de eindbalans is de boekwaarde € 60.000. Dat jaar is er voor € 10.000 aan nieuwe machines aangeschaft. Afschrijvingen dat jaar:
A
€ 10.000
B
€ 20.000
C
€ 30.000
D
€ 40.000

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overlopende posten zijn een belangrijk aandachtspunt bij het opstellen van de eindbalans. Er zijn vier overlopende posten:
1. Vooruitontvangen bedragen
2. Nog te ontvangen bedragen
3. Vooruitbetaalde bedragen
4. Nog te betalen bedragen
Kies voor elke overlopende post de juiste zijde van de balans.
A
1 = credit, 2 = debet, 3 = credit, 4 = debet
B
1 = credit, 2 = debet, 3 = debet, 4 = credit
C
1 = debet, 2 = credit, 3 = debet, 4 = credit
D
1 = debet, 2 = credit, 3 = credit, 4 = debet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liquiditeitsbegroting
Resultatenbegroting
Contante verkopen
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet
Ontvangsten van debiteuren
Contante inkopen
Afschrijvingskosten
Loonkosten
Uitgaven aan crediteuren
Interestkosten
Interest
Alle overige kosten
Aflossing
Alle overige uitgaven 
Winstbelasting

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de voorraad judopakken op de balans per 31 december 2021.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de vooruitbetaalde huur voor 2022 op de balans per 31 december 2021.

Slide 22 - Open vraag

8.549 – 7.500 – 600 = € 449