4D1a Gesprekken voeren 18 mei Per 4

Nederlands- oefenen spreken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands- oefenen spreken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Stand van zaken bespreken (Nederlands en Burgerschap portfolio)
- Ballondebat (oefenen met spreken en gesprekken voeren)
- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het Ballondebat

Slide 5 - Tekstslide

Ballondebat
Stel je voor, je maakt met vier andere beroemdheden een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee personen overboord worden gegooid.

Slide 6 - Tekstslide

Ballondebat
Ronde 1
Schrijf op:
  • Wie je gaat spelen;
  • Waarom juist jij in de ballon moet blijven (noem minimaal twee redenen).
De namenkiezer kiest vijf leerlingen die het ballondebat gaan uitvoeren.

Ronde 2
  • waarom moeten de andere 2 personages eruit?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbereiden
5 minuten voorbereidingstijd.
* Bedenk wie je wilt zijn. Zoek minstens twee argumenten waarom jij moet blijven en de anderen de ballon moet verlaten.

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Wie gaat er mee?
Welke 5 personen?
De rest van de klas is de jury.

Slide 10 - Tekstslide

Ronde 1: red jezelf!

Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij/ zij beslist in de ballon moet blijven zitten.

De klas mag bepalen wie er blijft!

De 2 leerlingen met de minste stemmen verlaten de ballon.

Tip: Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek/de jury.
Vertel wat zíj eraan hebben als jij mag blijven.

timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Keuze van de jury
Wie verlaten de ballon?

Slide 12 - Tekstslide

Welke twee leerlingen verlaten de ballon?
Nr. 1, 2, 3, 4 of 5?

Slide 13 - Open vraag

Ballondebat
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. 
Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hoog gebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Slide 14 - Tekstslide

Ronde 2: red jezelf opnieuw!
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de ander beslist niet in de ballon mag blijven zitten. 

Waarom is de ander wel misbaar?

Er kan maar één iemand blijven.

Slide 15 - Tekstslide

Keuze van de jury.
Wie blijft er in de ballon?
A
1
B
2
C
3

Slide 16 - Quizvraag

De winnaar is ....
Wat is jouw tactiek?   Hoe dacht je het publiek voor je te kunnen winnen? 

Keuze van het publiek:  (oogcontact, houding, stemgebruik en ‘be the argument’)

Wat is belangrijk om te onthouden als je een publiek wilt overtuigen?

Slide 17 - Tekstslide

Wat vind je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll