Ballondebat les 2, 3,4

programma
debatteren
spelvormen 
starten met het ballondebat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

programma
debatteren
spelvormen 
starten met het ballondebat

Slide 1 - Tekstslide

Ballondebat
Leerdoel:
De basisbeginselen van het debat begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Verhaal - vooraf
Vijf celebrities maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. 

Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! 

Om snel op te stijgen moeten twee celebrities overboord worden gegooid.

Slide 4 - Tekstslide

Vrijwilligers
- 4 personen die willen improviseren
-  Kies een bekend persoon
-improvisatie (1 minuut)
Vooraf 2 minuten om voor te bereiden.
Kijk eerst naar de volgende uitleg...

Slide 5 - Tekstslide

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

Slide 6 - Tekstslide

daarna
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hooggebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Slide 7 - Tekstslide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! Sluit af met applaus voor de winnaar van het ballondebat!

Slide 8 - Tekstslide

Feedback
Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. Als je wilt overtuigen, bedenk je dan altijd op wie jij je moet richten. Stem je boodschap af op degene die je wil overtuigen. Redeneer dus niet vanuit het eigenbelang (“Ik, Marco Borsato, wil nog een CD uitbrengen”), maar vanuit het belang van de jury (“Ik wil jullie opvrolijken met een aantal nieuwe, leuke liedjes!”).

Slide 9 - Tekstslide

Applaus voor de winnaar van het ballondebat! 

Slide 10 - Tekstslide

Variatie
In plaats van BN’ers of andere personen kunnen de ballonvaarders voorwerpen vertegenwoordigen. Denk aan keukenvoorwerpen of gereedschap.

Slide 11 - Tekstslide

Stap 1
  • De klas verdeelt zich in 6 groepen.
  • Eén leerling per groep wordt uitgekozen voor een debat. Groep 6 wordt de jury.
  • Vijf groepen bedenken welk bekend persoon deze leerling wordt.
  • Vijf groepen bedenken samen argumenten waarom deze celebrity in de ballon moet blijven.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2 (ronde 1)
  • De vijf leerlingen komen naar voren.
  • Eén voor één krijgen ze de beurt om binnen één minuut aan te geven waarom zij er niet uitgegooid mogen worden.
  • De jury stemt welke twee leerlingen het minst sterk was.
  • Deze leerlingen worden uit de ballon gesmeten. Hun groepjes komen de jury versterken.

Slide 13 - Tekstslide

les 2

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vervolg verhaal
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. 

Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hooggebouw aan te vliegen. 

Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 3 
  • De overgebleven drie groepjes gaan weer bij elkaar zitten.
  • Elk groepje verzint argumenten tegen de andere celebrities
  • De drie 'jury-groepjes' lopen rond om hier en daar te helpen.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4 (ronde 2)
  • De drie overgebleven leerlingen komen naar voren.
  • Eén voor één krijgen ze de beurt om aan te geven waarom de andere twee celebrities zeker de ballon uit moeten.
  • De jury stemt wie het sterkst was.

Slide 18 - Tekstslide