2025_10_02 ICT les 11

Zoeken op internet
Log in via lessonup.app
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zoeken op internet
Log in via lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Proeftoets practicum 2 inleveren via Teams.

3.2 t/m 3.7 maken.
-> doc merknamen via Teams beschikbaar en ook inleveren via Teams.

Klaar? opdracht Word opmaak document practicum 2 (Teams)

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Proeftoets practicum 2 

3.2 t/m 3.7 maken.

Opdracht Word opmaak document practicum 2 (Teams)


Programma vandaag

Uitleg zoeken op internet

3.15 t/m 3.20 vanaf pagina 70 via Teams

Slide 3 - Tekstslide

Doel vandaag:
- tips krijgen om handig te zoeken op internet
- uitproberen zoektermen
- opdrachten maken les 11

Log in via www.lessonup.app


Slide 4 - Tekstslide

Welk zoekprogramma gebruik jij?

Slide 5 - Open vraag

ZOEKMACHINES
Welke ken jij?

Slide 6 - Woordweb

Boeken
Internet
Informatie zoeken

Slide 7 - Tekstslide

Boeken
Internet
Informatie zoeken

Slide 8 - Tekstslide

Boeken
Internet
Zoekmachines
Informatie zoeken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Informatie zoeken
Stel, je wilt informatie zoeken op internet over uitlijnen in Word.
  • Welke zoekmachine gebruik je?
  • Welke zoekwoorden gebruik je? 

Slide 11 - Tekstslide

Welke zoekwoorden gebruik je?

Slide 12 - Open vraag

Zoeken op internet 
Om te zoeken naar websites kun je een zoekmachine gebruiken. 

Vier tips voor zoeken op internet:
1. Gebruik het liefst twee of meer zoekwoorden, kernwoorden
2. Lees de eerste regel onder een website (hit). Heb je iets aan deze informatie?
3. Kies niet meteen het bovenste resultaat. Kijk ook naar de volgende hits.
4. Zet eventueel de zoekopdracht tussen aanhalingstekens.

""
Als je tekst tussen haakjes zeg zoekt de zoekmachine precies de tekst tussen haakjes.

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik kernwoorden
voorbeeld 1:
Vraag: Hoe onderstreep je tekst in het programma Word met een dubbele lijn?
Kernwoorden: dubbel onderstrepen Word 

Probeer deze kernwoorden in een zoekmachine


Slide 14 - Tekstslide

Gebruik kernwoorden
voorbeeld 2:
Vraag: Wie schreef het bekende boek "The Da Vinci Code"?
Kernwoorden: schrijver Da Vinci Code


Probeer deze kernwoorden in een zoekmachine.


Slide 15 - Tekstslide

Dubbele aanhalingstekens
Wanneer je woorden ingeeft bij Google, zoekt deze zoekrobot alle webpagina’s waar deze woorden op voorkomen. Met de volgorde van de  woorden wordt maar weinig rekening gehouden.
Als je de woorden echter tussen dubbele aanhalingstekens plaatst, gaat Google enkel die webpagina’s tonen waarbij de zoektermen exact in de ingegeven volgorde staan.


Slide 16 - Tekstslide

Informatie uitsluiten met een min teken 
Soms kan je de juiste informatie over een bepaald woord niet vinden, omdat er te veel websites bestaan over hetzelfde woord maar in een andere betekenis. Door gebruik te maken van het minteken sluit je bepaalde woorden uit. De webpagina’s die deze woorden toch bevatten, worden dan niet getoond in je zoekresultaten.

 





Slide 17 - Tekstslide

Vorige les

Proeftoets practicum 2 

3.2 t/m 3.7 maken.

Opdracht Word opmaak document practicum 2 (Teams)


Programma vandaag

Uitleg zoeken op internet

Maken 3.15 t/m 3.20 vanaf pagina 70. Inleveren via Teams.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak opdracht 3.15 t/m 3.20 vanaf pagina 70. 
Inleveren via Teams. Documenten zijn te vinden in Teams.

Slide 19 - Tekstslide

Wat kost de nieuwste IPhone?
Welke zoekterm gebruik je?

Slide 20 - Open vraag

Er zijn meerdere mogelijkheden
Je kan namelijk "nieuwste Iphone"  typen



Je kan ook nieuwste Iphone typen
of nieuwste Iphone Leeuwarden
Zoekterm
^
V

Slide 21 - Tekstslide

Doe ik al
Wil ik meer over leren
e-mailen
PowerPoint
Word
Programmeren

Slide 22 - Sleepvraag

Stappenplan!
  1. Wat wil ik weten/onderzoeken?
  2. Welke onderzoeksvragen ga ik stellen?
  3. Welke kernwoorden ga ik gebruiken?
  4. Is de gevonden informatie bruikbaar? (begrijp ik de informatie?)
  5. Is de informatie betrouwbaar?
  6. Vermeld de bron van de informatie 

Slide 23 - Tekstslide