les 3 2a 2b

Welkom bij het vak Nederlands
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
-Uitleg van de onderwerp, deelonderwerp.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

SOMS helpen tussenkopjes je om de deelonderwerpen te vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoorbeeld getallen, hoeveelheden, woorden die schuin gedrukt zijn of woorden die een andere kleur hebben. Deze woorden geven extra informatie. 

Slide 7 - Tekstslide

Waar komt de tekst vandaan? 
Wat is het doel van de tekst? 
Is de tekst betrouwbaar? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding                                           =



Middenstuk                                     =



Slot                                                      =
Je maakt kennis met het onderwerp van de tekst. Je aandacht wordt getrokken. Je wordt nieuwsgierig gemaakt, zodat je verder wilt lezen. De hoofdgedachte wordt kenbaar gemaakt.
Je vindt in de inleiding het antwoord op de vraag: Waarover gaat deze tekst? 

Het middenstuk is het grootste gedeelte van een tekst. Het  heeft als doel om aan de lezer de belangrijkste informatie te gegeven over het onderwerp.  Er worden verschillende aspecten (delen) van het onderwerp behandeld. Een deelonderwerp kan een voorbeeld zijn (bijvoorbeeld, zoals, zo) of voor-of nadelen. Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's. De schrijver werkt de hoofdgedachte uit.


Het slot is de laatste alinea. De belangrijkste informatie wordt hier herhaald. De schrijver kan een conclusie trekken, (dus...)een oproep doen (doet u ook mee?), een mening (ik vind...) of een samenvatting geven (kortom...) 

Slide 13 - Tekstslide

Deelonderwerpen                         =



Tussenkopjes                                  =

Hoofdgedachte                             = 
Het middenstuk bestaat vaak (niet altijd) uit meerdere alinea's. In de alinea's worden  deelonderwerpen behandeld. Er worden bijvoorbeeld voor-en nadelen besproken, of voorbeelden gegeven. 

SOMS helpen tussenkopjes je om de deelonderwerpen te vinden. 

De hoofdgedachte geeft in één zin antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd? 
De kortste samenvatting van de tekst.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Je ziet hiernaast de witregels en tussenkopjes. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

DOEL

ONDERWERP EN DEELONDERWERP IN EEN TEKST VINDEN

- je weet hoe je het onderwerp in een tekst kunt vinden (herhaling) 

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je weet wat deelonderwerpen zijn en hoe je deze in een tekst kunt vinden

Slide 20 - Tekstslide

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 21 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 22 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 23 - Quizvraag

ONDERWERP
Een tekst of een verhaal gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.
Lees de tekst eerst oriënterend 
en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 24 - Tekstslide

DEELONDERWERPEN
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp worden gezegd.
Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 25 - Tekstslide

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 26 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 27 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht
Opdracht 1, 2, 3, 4 (5) . Blz. 14, 15, 16, 17. 

Slide 29 - Tekstslide

Aan het eind van de les ...
-weet ik wat een onderwerp en deelonderwerp is.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide