Toets Voortplanting en Seksualiteit - H2

De toets  bestaat uit 32 vragen die samen 37  punten opleveren.

De toets bestaat uit drie delen:
- open vragen
- juist/onjuist vragen
- meerkeuze vragen

Loop aan het einde goed je toets na en lever dan pas in.

Veel Succes!

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De toets  bestaat uit 32 vragen die samen 37  punten opleveren.

De toets bestaat uit drie delen:
- open vragen
- juist/onjuist vragen
- meerkeuze vragen

Loop aan het einde goed je toets na en lever dan pas in.

Veel Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Er volgen nu stellingen. Geef van de stellingen aan of ze juist of onjuist zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens de puberteit vinden er zowel lichamelijke als geestelijke veranderingen plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Het lekkere gevoel bij een zaadlozing wordt erectie genoemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Tijdens de zwangerschap blijven de menstruaties doorgaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

In afbeelding 1 zie je alleen primaire geslachtskenmerken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Seksualiteit heeft met intimiteit te maken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer iemand seksuele opmerkingen maakt terwijl jij dat niet wil, is er sprake van grensoverschrijdend gedrag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In het voorvocht voor een zaadlozing zitten zaadcellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Nu volgen de meerkeuzevragen

Slide 11 - Tekstslide

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
Penis
B
Prostaat
C
Zaadblaasjes
D
Teelballen

Slide 12 - Quizvraag


Hier volgt een aantal kenmerken van een vrouw:
1 Menstrueren.
2 Ovuleren.
3 Het hebben van borsten.
4 Het hebben van beharing rond de geslachtsorganen.
5 Het hebben van eierstokken.
6 Het hebben van een clitoris  Wat behoort tot de primaire geslachtskenmerken?

A
1 en 2
B
3 en 4
C
5 en 6

Slide 13 - Quizvraag


Welke van de volgende kenmerken hebben betrekking op menselijke eicellen?
1 Deze cellen kunnen zelf bewegen.
2 Deze cellen bevatten veel reservevoedsel.
3 Deze cellen zijn van beide typen geslachtscellen de grootste.
4 Deze cellen hebben een zweepstaart

A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide


Op welke van de genoemde dagen is de kans het grootst dat de geslachtsgemeenschap tot bevruchting leidt
( gebruik afbeelding 2 )
A
5 februari
B
12 februari
C
19 februari
D
26 februari

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

In afbeelding 3 zie je de geslachtsorganen van een vrouwtjesrat.
Waar vindt bij een rat innesteling plaats?

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

In afbeelding 4 is een embryo tijdens de zwangerschap weergegeven.
Welke letter geeft de placenta aan?

A
P
B
Q
C
R

Slide 20 - Quizvraag


Gedurende de ontwikkeling van jongen tot man dalen de testes af vanuit de buikholte naar het scrotum (balzak). Dit is te zien aan de ligging van een van de volgende organen.
Aan de ligging van welk orgaan is te zien dat de testes zijn ingedaald in de balzak?

A
Aan de ligging van de urinebuis.
B
Aan de ligging van de zaadblaasjes
C
Aan de ligging van de zaadleiders

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Met welk nummer wordt in afbeelding 5 het vruchtvlies aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Afbeelding 6 geeft schematisch de voortplantingsorganen van een vrouw weer.
In welk van de aangegeven delen vindt gewoonlijk de eerste deling van een eicel plaats, direct na de bevruchting

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

10
10
10

Slide 26 - Tekstslide

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?
(zie afbeelding 10)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quizvraag

Hoe wordt het genoemd als een jongen of een man zelf zorgt voor een zaadlozing?
A
Masturbatie
B
Menstruatie
C
Orgasme
D
Ovulatie

Slide 28 - Quizvraag

Nu volgen de open vragen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Noteer de juiste namen achter de nummers 1 t/m 5.
Zet als volgt neer
1 is.... 3 is ....
2 is... 4 is ..... 5 is.......

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

De vrouw in afbeelding 8 kijkt op een kalender.
Welke vorm van geboorteregeling (onbetrouwbare manier) brengt de tekenaar in afbeelding 8 onder de aandacht? [1p]
Leg je antwoord uit [1p]

Slide 33 - Open vraag

Lees de onderstaande tekst, afkomstig uit een handboek voor jongeren: Alles over je lichaam van Ivan Wolffers.
 ‘De navel is een litteken waardoor duidelijk is dat je geboren bent. Het is een restant van de band met je moeder. Zolang een kind in de baarmoeder van zijn moeder zit, kan het niets. Het ademt nog niet, want het zou zich verslikken in het vruchtwater. Het kan nog niet eten. Alles moet de moeder verzorgen en dat gebeurt via de navelstreng. Dat is een buis tussen de moederkoek of placenta in de baarmoeder en de buik van het kind. Via de navelstreng wordt er bloed naar het bloedvatenstelsel van het kind gebracht. Met dat bloed gaat er voedsel en zuurstof mee. Zo blijft het kind in leven. Zou de navelstreng doorgesneden worden, dan is het kind ten dode opgeschreven.’
 In deze tekst staat een biologische fout.


Slide 34 - Tekstslide

Noteer die fout en schrijf op hoe het wel precies zit.

Slide 35 - Open vraag


Tijdens een discussie over wensen en grenzen in een seksuele relatie zegt een klasgenoot: ‘Ik houd er niet van om jongens met elkaar te zien zoenen. Als ze dat doen gaan ze echt een grens bij mij over. Ik vind dat ze die grens moeten respecteren’.
 Leg uit dat deze klasgenoot niet goed heeft begrepen wat er wordt bedoeld met wensen en grenzen in een seksuele relatie.

Slide 36 - Open vraag


Roken is schadelijk voor de gezondheid. Daarom staan er op de verpakkingen van sigaretten waarschuwingen. Een van deze waarschuwingen is: ‘Roken vermindert de vruchtbaarheid.’ Dat komt onder andere doordat de zaadcellen, die gevormd zijn onder invloed van hormonen, door roken minder beweeglijk worden.

 Welke hormoonklier maakt de hormonen die de productie van zaadcellen stimuleren?

Slide 37 - Open vraag

Leg uit dat de vruchtbaarheid van een man vermindert als de zaadcellen minder goed bewegen.


Slide 38 - Open vraag

Als in een cyclus op dag 15 de eisprong plaatsvindt, heeft het baarmoederslijmvlies nog niet de maximale dikte bereikt.

Leg uit dat dit geen probleem is voor de innesteling van het zich ontwikkelende embryo

Slide 39 - Open vraag

Welk voorbehoedmiddel biedt bescherming tegen soa’s?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Met welke naam wordt iemand aangeduid die zich niet thuis voelt in het geslacht waarin hij of zij geboren is?

Slide 42 - Open vraag

Wat wordt vastgesteld met de eerste prenatale test (NIPT) die een moeder krijgt aangeboden?

Slide 43 - Open vraag

Welke SOA is de meest voorkomende SOA in Nederland?
Leg uit hoe dit komt.

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide

Welk orgaan is aangegeven met de letter S?
(zie afbeelding 9)

Slide 46 - Open vraag


Er zijn verschillende anticonceptiemiddelen verkrijgbaar.
Leg uit hoe anticonceptie met hormonen, zoals de pil, hormoonstaafje, hormoonring etc werken.

Slide 47 - Open vraag

Einde toets

Slide 48 - Tekstslide