V4 15.02.2022 Imperativ + Adjektiv

Willkommen
Dienstag 15.02.2022
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen
Dienstag 15.02.2022

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Der Imperativ
  • Das Adjektiv
  • Vorbereitung der Präsentationen

Slide 2 - Tekstslide

Der Imperativ 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Toepassing

Met de gebiedende wijs gebieden wij iemand iets te doen!

Beispiel:

Halten Sie!
Steigen Sie ein!
Fahren Sie mich zum Bahnhof!

Slide 5 - Tekstslide

3- vormen

gebiedende wijs- ev

gebiedende wijs- mv

gebied. wijs- beleefdheidsvorm

Slide 6 - Tekstslide

Gebieden wijs e.v

Deze wordt gevormd door de stam van de  -du- vorm te nemen.


Soms met -e bij werkw met een d-t / m-n in de stam

Beispiel:
Antworte, bitte- Atme durch!
Waarom -du vorm?
ich spreche
du sprichst-> geb.wijs enk wordt-> sprich!

Slide 7 - Tekstslide

Gebiedende wijs -mv

Voor deze vorm gebruik je de -IHR vorm

-Sprecht Kinder!

-Hört mich AN (luister naar mij)

-atmet!  (adem!)

(ihr vorm is stam plus -t )

Slide 8 - Tekstslide

Beleefdheidsvorm

Dit is de -u vorm.

Hele werkwoord+ Sie

Dus:

Schlafen Sie,  

Atmen Sie, Herr Aan het Rot



Slide 9 - Tekstslide

samengevat

e.v= stam du- vorm       (Let op! +e bij stam op d/t, m/n)

m.v= ihr- vorm

Beleefdheidsvorm= hele werkwoord+ Sie

Slide 10 - Tekstslide

Mal üben!

Slide 11 - Tekstslide

Beleefdheid (kommen) ...
Komt u naar huis
A
kommt nach Hause
B
kommen Sie nach Hause
C
kommt Sie nach Hause
D
kömmen Sie nach Hause

Slide 12 - Quizvraag

lassen(=laten)
... mich in Ruhe, Peter!
A
lasst
B
lasse
C
lass
D
lassen Sie

Slide 13 - Quizvraag

Let op!


Bij een stam op een d,t
krijg je een extra-e
antworten- antwort-> ihr antwort-et

Slide 14 - Tekstslide

warten (=wachten)
Ilse und Erika, .... auf mich!
A
warten
B
wart
C
warst
D
wartet

Slide 15 - Quizvraag

Gebied. wijs ev van "denken"
A
denkt
B
denken Sie
C
denk
D
denkst

Slide 16 - Quizvraag

gebied. wijs e.v van sprechen
A
sprech
B
sprecht
C
sprich

Slide 17 - Quizvraag

Gebied wijs mv tragen
A
trägt
B
tragt
C
trage

Slide 18 - Quizvraag

Gibt es noch Fragen?
Über die Hausaufgaben?
(Aufgabe 17 & 18, Kapitel 3)

Slide 19 - Tekstslide

Das Adjektiv = bijvoeglijk nw.

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel
kunnen
 Je kunt de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de Der- + Ein-groep toepassen.




Slide 21 - Tekstslide

Wat is een Adjektiv?
een Adjektiv = een bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord...
  • zegt iets over een zelfstandig naamwoord; 
  •   betreft vaak een eigenschap of een kenmerk;
  •  staat vaak vóór het zelfstandig naamwoord.


Voorbeeld: Mijn oom heeft een mooie auto. 
Auf Deutsch: Mein Onkel hat ein schönes Auto.

Slide 22 - Tekstslide

Ein-Gruppe
Bij de Ein-Gruppe horen de woorden:

ein / kein +
bezittelijke voornaamwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Der- + Ein-Gruppe
Waarom worden deze woorden samen genomen?

Ze krijgen dezelfde uitgangen
bij de verschillende naamvallen

Slide 24 - Tekstslide

Der-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?


mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der / jeder
die / jede
das / jedes
die / jede
3e nvl.
dem / jedem

der / jeder
dem / jedem
den +-n /
jeden +-n
4e nvl.
den / jeden
die / jede
das / jedes
die / jede

Slide 25 - Tekstslide

Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der große Tisch
die blaue Jacke
das kleine Haus
die guten Sachen/
schwarze Schuhe
3e nvl.
dem großen Tisch
der blauen Jacke
dem kleinen Haus
den guten Sachen
4e nvl.
den großen Tisch
 blaue Jacke
das kleine Haus
die guten Sachen/
schwarze Schuhe

Slide 26 - Tekstslide

Ein-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?


mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein / mein
eine / deine
ein / sein
eine / unsere
3e nvl.
einem/
meinem
einer / deiner
einem /
seinem
einen +-n /
unseren +-n
4e nvl.
einen /meinen
eine / deine
ein / sein
keine / unsere

Slide 27 - Tekstslide

Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein großer Tisch
eine blaue Jacke
ein kleines Haus
keine guten Sachen/
schwarze Schuhe
3e nvl.
einem großen Tisch
einer blauen Jacke
einem kleinen Haus
keinen guten Sachen
4e nvl.
einen großen Tisch
eine blaue Jacke
ein kleines Haus
keine guten Sachen/
schwarze Schuhe

Slide 28 - Tekstslide

Hoe leer je dat?
Je kunt een

S L E U T E L

tekenen in het schema!

Slide 29 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 30 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld:
Ein ...  groß... Haus gefällt mir gut!

=> geslacht van 'Haus' ?
=> naamval van het zinsdeel?

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld:
=> geslacht van 'Haus' ?    das Haus - onzijdig
=> naamval van het zinsdeel?  onderw. = 1e nvl.

                Ein- großes Haus gefällt mir!

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits ?
A
-e
B
-er
C
-en
D
-es

Slide 34 - Quizvraag

In welke naamval(en) komt deze meestvoorkomende uitgang -en ALTIJD voor ?
A
1e en 2e naamval
B
2e en 3e naamval
C
3e en 4e naamval
D
1e en 4e naamval

Slide 35 - Quizvraag

Bij welke woorden komt de meestvoorkomende uitgang -en UITSLUITEND voor ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 36 - Quizvraag

Jetzt du!

Slide 37 - Tekstslide

Ein ... jung... Frau hat uns geholfen.
A
- -e
B
- -es
C
-en -en
D
-e -e

Slide 38 - Quizvraag

Ich habe diese braun... Schuhe (mv).
A
-e
B
-en
C
-er
D
-em

Slide 39 - Quizvraag

Er trägt meinen blau... Pulli (m).
A
-e
B
-er
C
-en
D
-em

Slide 40 - Quizvraag

Ein groß..... Mann kaufte ein Eis.
A
-en
B
-e
C
-es
D
-er

Slide 41 - Quizvraag

Durch (d)... rot... Hose (v) siehst du hübsch aus!
A
die -e
B
der -er
C
dem -en
D
das -es

Slide 42 - Quizvraag

Lesdoel bereikt?
Je kunt het uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord toepassen.
A
Ja, ik kan het! Ben me zeker!
B
Nee, ik snap het niet!
C
Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
D
Ja, ik denk het wel!

Slide 43 - Quizvraag

Die Präsentationen
Gibt es noch Fragen?
Einteilung: in Magister


- Gruppen, die Freitag keine Präsentation haben: am Ende der Stunde PPP + Hausaufgaben einreichen!

Slide 44 - Tekstslide

Bis Freitag!!

Slide 45 - Tekstslide