Woensdag 9 februari

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1e lesuur:
8.45 - 9.30
Nederlands

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Economie

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel
Tijdens deze les leer je hoe je inkomsten en uitgaven op elkaar kunt afstemmen. 

Slide 9 - Tekstslide

Budgetteren
Zoals je op de afbeelding kunt zien zijn budgetten bedoeld om je aan te houden. Wanneer de uitgaven hoger zijn dan de budgetten, dan moet je budgetteren. Dit betekent dat je de inkomsten en uitgaven opnieuw op elkaar afstemt om financiële problemen te voorkomen. 

Slide 10 - Tekstslide

Schuiven met geld of bezuinigen?
Stel je wilt iedere maand 50 euro meer uitgeven aan kleding, dan moet dat geld ergens vandaan komen. 

In dit geval spreek je van het verhogen van een budget. Er moet dan geschoven worden met geld, waardoor er minder geld beschikbaar is voor een ander budget.

Als er minder geld beschikbaar is dan je je nodig hebt, dan moet je gaan bezuinigen. Bijvoorbeeld door naar goedkopere winkels te gaan. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het doel van budgetteren?
A
meer geld verdienen
B
inkomsten genereren
C
financiële problemen voorkomen
D
sparen

Slide 12 - Quizvraag


Kijk nogmaals naar de afbeelding.
Welk bedrag geeft Stefan uit aan eten en drinken + sparen?
A
50 euro
B
250 euro
C
200 euro
D
300 euro

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bezuinigen en schuiven met geld?
A
Bij bezuinigen is hetzelfde bedrag nog beschikbaar
B
Bij schuiven is hetzelfde bedrag nog beschikbaar
C
Bij schuiven is minder geld beschikbaar
D
Bij bezuinigen is meer geld beschikbaar

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Pauze
10.15 - 10.30

Slide 16 - Tekstslide

3e lesuur:
10.30 - 11.15
Engels

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel
I can use the future tense in a sentence. I can write short notes about familiar things.

Slide 18 - Tekstslide

This story is about events happening in
A
the future
B
the present
C
the past

Slide 19 - Quizvraag

mensen gaan iets doen / zijn van plan iets te doen
iets aanbieden / beloven
voorspellen

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Link

The train ....... at 12:45 pm. (to leave)

Slide 22 - Open vraag

The shop ........ 10 am. (to open)

Slide 23 - Open vraag

The students .......... school at 8:30 am. (to start)

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

4e lesuur:
11.15 - 12.00
Aardrijkskunde


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welk gedeelte van Nederland ligt onder de zeespiegel?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 28 - Quizvraag

Nederland wordt tegen de zee beschermd door .......... en .........
A
duinen en bruggen
B
duinen en dijken
C
stuwdammen en duinen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 31 - Tekstslide

Pauze
12.00 - 12.20

Slide 32 - Tekstslide

5e en 6e lesuur:
12.40 - 14.30
Techniek De Diken


Slide 33 - Tekstslide

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 37 - Tekstslide