5V Herhaling buffers

12.5 Buffers
Lesdoelen:
Leren wat de functie van een buffer is
Leren rekenen aan een bufferoplossing


onder in beeld kun je doorklikken naar de volgende dia.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

12.5 Buffers
Lesdoelen:
Leren wat de functie van een buffer is
Leren rekenen aan een bufferoplossing


onder in beeld kun je doorklikken naar de volgende dia.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

voorkennis ophalen:
wat is de geconjugeerde base van azijnzuur? (azijnzuur is )
CH3COOH
A
CH3COOH
B
CH3COO
C
OH
D
andere formule

Slide 3 - Quizvraag

Instructie
je gaat een video bekijken. Tussendoor krijg je vragen over de uitleg in de video. Zorg er dus voor dat je:
- BiNaS , rekenmachine, pen, papier klaar hebt liggen
- aantekeningen maakt.
- alles noteren wat je wilt vragen aan je docent.
- je kunt vrijdag van 13:55 tot 14:35 vragen stellen in Microsoft teams.

Slide 4 - Tekstslide

7

Slide 5 - Video

04:52
Welke van de onderstaande beweringen is ONJUIST voor een bufferoplossing?
A
bij verdunnen blijft de pH nagenoeg constant
B
bij toevoegen van een base blijft de pH nagenoeg constant
C
bij toevoegen van een zuur blijft de pH nagenoeg constant
D
de pH van een bufferoplossing is nooit constant

Slide 6 - Quizvraag

04:52
Waaruit bestaat een Bufferoplossing?
A
water + zwak zuur
B
water + zwak zuur + geconjugeerde base
C
water + sterk zuur
D
water + sterk zuur + geconjugeerde base

Slide 7 - Quizvraag

04:52
In een bufferoplossing is de verhouding
zwak zuur : geconjugeerde base
A
tussen 1 : 0 en 0 : 1
B
altijd 1 : 1
C
tussen 10 : 1 en 1 : 10
D
altijd 10 : 10

Slide 8 - Quizvraag

04:52
in een azijnzuurbuffer bestaat het nevenstaande evenwicht. wat kun je zeggen over de [H3O+] in deze buffer?
A
deze is gelijk aan de [CH3COOH]
B
deze is gelijk aan [CH3COO-]
C
deze is veel lager dan de [CH3COO-]
D
deze is veel hoger dan de [CH3COO-]

Slide 9 - Quizvraag

04:52
toelichting bij vorige vraag
Bij een azijnzuuroplossing wordt H3O+ gemaakt uit CH3COOH. 
Daar geldt [H3O+] = [CH3COO-]
beide concentraties zijn heel laag.

Bij een azijnzuurbuffer meng je CH3COOH met een ongeveer even grote hoeveelheid CH3COO-. Er kan wel een heel klein beetje H3O+ ontstaan uit het zuur, maar dat is verwaarloosbaar klein ten opzichte van de concentraties CH3COOH en CH3COO-. Dus nu geldt NIET dat H3O+ gelijk is aan CH3COO- !!!!!!!!!!

Slide 10 - Tekstslide

06:22
aan een azijnzuurbuffer wordt een beetje Natronloog toegevoegd. welke reactie treedt op?
A
geen reactie
B
C
D
een andere reactie dan hier staat aangegeven

Slide 11 - Quizvraag

04:52
aan een azijnzuurbuffer wordt een beetje zoutzuur toegevoegd. welke reactie treedt op?
A
geen reactie
B
C

Slide 12 - Quizvraag

Samengevat:

Slide 13 - Tekstslide

10

Slide 14 - Video

08:59
Men wil een buffer maken met pH = 7,5.
welk zuur-basekoppel is geschikt?
A
HF / F-
B
HIO / IO-
C
HCl / Cl-
D
geen van deze

Slide 15 - Quizvraag

06:42
Men mengt 100 mL 0,13 M CH3COOH-oplossing met 100 mL 0,12 M NaCH3COO oplossing. bereken de pH...
LET OP! dit kan alléén bij buffers op deze manier gedaan worden!!!

Slide 16 - Tekstslide

08:59
Men wil toch deze buffer maken.
Dus een buffer met pH = 7,5.
welk zuurbasekoppel is volgens jou geschikt?
(Noteer als volgt: "formule zuur" "en" "formule base"

Slide 17 - Open vraag

afronding
je hebt nu veel geleerd over buffers. Nu de verwerking nog.
probeer eerst vraag 35. kijk dan na, en doe dan vraag 38.
(denk ook aan rest weektaak; par 12.4)

zit je nog met vragen? 
  • kom dan in de teamsles van 13:55-14:35
  • andere vragen zullen moeten wachten tot maandag. Noteer je vragen in je schrift en stel ze maandag in de les.

Slide 18 - Tekstslide

06:42
Men mengt 100 mL 0,13 M CH3COOH-oplossing met 100 mL 0,12 M NaCH3COO oplossing. Wat kun je nu met nevenstaande formule berekenen?
je kunt hier gewoon de beginconcentraties van zuur en basische deeltje meteen invullen. 
Kz komt uit BiNaS. 
Je kunt dus [H3O+] berekenen. den daarna de pH. Probeer maar eens.

LET OP! dit kan alléén bij buffers zo gedaan worden!!!

Slide 19 - Tekstslide

06:42
Men mengt 100 mL 0,13 M CH3COOH-oplossing met 100 mL 0,12 M NaCH3COO oplossing. Wat kun je nu met nevenstaande formule berekenen?
A
Kz
B
concentratie H3O+
C
concentratie CH3COO-
D
concentratie CH3COOH

Slide 20 - Quizvraag

06:42
Samengevat: rekenen aan een buffer

Slide 21 - Tekstslide

06:42
Men heeft een azijnzuurbuffer met een pH van 4,4.
Bereken de [H3O+]

Slide 22 - Open vraag

06:42
Men heeft een azijnzuurbuffer met een pH van 4,4.
Kz vind je in BiNaS. Welk gegeven heb je nu ook?
A
geen ander gegeven.
B
concentratie H3O+
C
concentratie CH3COO-
D
concentratie CH3COOH

Slide 23 - Quizvraag

06:42
in een azijnzuurbuffer bestaat het nevenstaande evenwicht.
Welk gegeven kun je vinden in BiNaS?
A
Kz
B
concentratie H3O+
C
concentratie CH3COO-
D
concentratie CH3COOH

Slide 24 - Quizvraag

06:42
in een azijnzuurbuffer bestaat het nevenstaande evenwicht.
wat is de juiste evenwichtsvoorwaarde?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide