par 4. Welvaart voor iedereen feniks

De industriële samenleving 
in Nederland


4. Welvaart voor iedereen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving 
in Nederland


4. Welvaart voor iedereen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet die kinderarbeid verbiedt.
C
Slechte woon- en werkomstandig-heden van arbeiders en het besef dat hier een oplossing voor moest komen
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 2 - Quizvraag

Welke vragen passen bij de sociale kwestie?
A
Hoe komen we van de socialisten af?
B
Hoe zorgen we voor minder armoede?
C
Wat is beter: liberalisme of socialisme?
D
Wat te doen tegen besmettelijke ziektes?

Slide 3 - Quizvraag

Deze vraag gaat over de sociale kwestie tijdens de industriële revolutie.

1 De ergste missstanden verdwijnen
2 Door de industrialisatie ontstaat de sociale kwestie.
3 Er komen sociale wetten
4 Vakbonden komen op voor de belangen van werknemers.

Zet bovenstaande vier zinnen in de juiste tijdsvolgorde:

A
4 --> 2 --> 3 --> 1
B
2 --> 4 --> 3 --> 1
C
2 --> 4 --> 1 --> 3
D
2 --> 3 --> 4 --> 1

Slide 4 - Quizvraag

Een sociale wet is ...
A
Een wet om groepsvorming te bevorderen
B
Een wet waarin werd vastgelegd dat rijke mensen meer belasting betalen
C
Een wet waarmee de regering het leven van vooral arme mensen wil verbeteren
D
Een wet waarin staat dat werkgevers en werknemers moesten samenwerken

Slide 5 - Quizvraag

Wat was geen sociale wet?
A
Kinderwetje van Van Houten
B
Invoering achturige werkdag
C
Invoering leerplicht
D
Invoering algemeen kiesrecht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de aanpassingspolitiek van Colijn?
A
Uitgaven verhogen inkomsten verlagen
B
Economie aanpassen aan Nazi-Duitsland
C
Uitgaven aanpassen aan dalende inkomsten
D
Uitkeringen verhogen, inkomsten verlagen

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke partij hoorde Pieter Jelles Troelstra?
A
ARP
B
Liberale Unie
C
RKSP
D
SDAP

Slide 8 - Quizvraag

De industriële samenleving 
van Nederland


4. Welvaart voor iedereen

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen
-hoe de wederopbouw van Nederland verliep
-waarom de industrie groeide en er gastarbeiders naar Nederland kwamen
-hoe Nederland een consumptiemaatschappij werd
-welke economische crises er zijn geweest 
-waarom de Nederlandse economie kwetsbaar is

Slide 10 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog
  • 1940
  • Begin jaren goed voor economie, de Duitsers plaatsen orders bij Nederlandse bedrijven
  • Later in de oorlog moeten veel Nederlanders naar Duitsland om te werken (Arbeitseinsatz), ten koste van onze eigen economie
  • Weer geen grondstoffeninvoer....het ging heel slecht met de Nederlandse economie

Slide 11 - Tekstslide

Puinruimen en vooruitkijken
Na WOII stond wederopbouw centraal:
  • Steden waren verwoest, er was woningnood
  • De Duitsers hadden alles geroofd wat ze konden gebruiken: machines, vervoermiddelen, brandstofvoorraden etc
  • Fabrieken en wegen moesten hersteld worden. 

  • Mede door Marshallhulp kwam de wederopbouw goed op gang. 
  • Zuinigheid en vlijt waren belangrijk bij wederopbouw

Slide 12 - Tekstslide

Opbouw van de verzorgingsstaat
  • Om dit voor elkaar te krijgen ontstond het harmoniemodel:
  • Werknemers, werkgevers en de regering werken goed (in harmonie) met elkaar samen.

Slide 13 - Tekstslide


De Wederopbouw lukt!


  • Afspraken over lonen en prijzen: geleide loonpolitiek. De lonen blijven een paar jaar laag --> gunstig voor de export want daardoor lage prijzen
  • Harmoniemodel: samenwerking tussen werknemers, werkgevers en overheid
  • Economische hulp vanuit de VS: Marshallplan 


    Slide 14 - Tekstslide

    Veranderingen in de landbouw
    • Na de oorlog kwam er een babyboom: bevolkingsgroei
    • Er waren dus meer huizen en banen nodig
    • Schaalvergroting in landbouw (hongersnoden in de toekomst voorkomen!)
    • Er werd meer werk gedaan met machines
    • De werkgelegenheid in de landbouw nam bijna met de helft af

    Slide 15 - Tekstslide


    Gastarbeiders



    • Door de stijgende welvaart in de jaren zestig was er in Nederland zoveel fabriekswerk dat mensen uit andere landen werden gehaald om hier te werken. 
    • Deze gastarbeiders (uit Marokko, Turkije, Spanje en Italië) deden hier vooral ongeschoold werk
    • Kennis van de Nederlandse taal of cultuur was niet nodig om het werk te kunnen doen: de mensen waren hier te gast en zouden weer teruggaan.

    Slide 16 - Tekstslide

    Gezinshereniging
    • Uiteindelijk bleven veel Turkse en Marokkaanse gastarbeiders langer in Nederland en lieten ook hun gezinnen overkomen. 
    • Toen het in de jaren '70 minder goed ging met de economie, werden   veel gastarbeiders werkloos. 
    • In de industrie was minder werk doordat bedrijven producten goedkoper in het buitenland konden laten maken. Ook mechanisering speelde hierin een grote rol: meer machines en robots. 

    Slide 17 - Tekstslide

    Lonen stegen, Nederland werd een consumptiemaatschappij.

    Slide 18 - Tekstslide

    Slide 19 - Video

    De oliecrisis van 1973

    • In 1973 was de eerste oliecrisis: enkele Arabische landen weigerden toen  om olie aan Nederland te leveren. (Jom Kipoer) 
      Plotseling bleek hoe kwetsbaar de Nederlandse economie eigenlijk was.  
    • Benzine op de bon, autoloze zondagen.

    Slide 20 - Tekstslide

    Gevolgen oliecrises
    • Economie ging achteruit, veel bedrijven gingen failliet, de werkloosheid nam toe

    Slide 21 - Tekstslide

    Joop den Uyl
    • Joop den Uyl was een socialistische politicus.
      Als minister van Economische Zaken probeerde hij met enorme subsidies een aantal beroepsgroepen die het moeilijk hadden, zoals de scheeps-bouwers, te steunen.  
    • Toen Den Uyl premier was, brak de eerste oliecrisis uit. Om benzine te besparen, voerde hij een distributiestelsel in.
      Ook kwamen er ‘autoloze zondagen’: op zondag mochten auto’s niet gebruikt worden.  

    Slide 22 - Tekstslide

    Handel en transport
    • De Nederlandse economie richt zich op handel, transport (bv haven Rotterdam, Schiphol) 
    • Steeds minder werk in landbouw en industrie
    • Grote dienstensector, dus economie erg afhankelijk van het buitenland. Risico: gaat het in het buitenland slecht met de economie, dan heeft de Nederlandse economie daar meteen last van. We zijn dus kwestbaar. 

    Slide 23 - Tekstslide

    Leerdoelen
    Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen
    -hoe de wederopbouw van Nederland verliep
    -waarom de industrie groeide en er gastarbeiders naar Nederland kwamen
    -hoe Nederland een consumptiemaatschappij werd
    -welke economische crises er zijn geweest 
    -waarom de Nederlandse economie kwetsbaar is

    Slide 24 - Tekstslide