Koolstofchemie basis

Koolstofchemie
basis
alkanen, alkenen, alkylgroepen, telwoorden, 
(on)verzadigd, (on)vertakt, isomerie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koolstofchemie
basis
alkanen, alkenen, alkylgroepen, telwoorden, 
(on)verzadigd, (on)vertakt, isomerie

Slide 1 - Tekstslide


Welke soorten atomen komen voor in koolwaterstoffen
A
C en O
B
C en H
C
C, H en O
D
C, H, O en N

Slide 2 - Quizvraag


Welke stof behoort tot de groep van stoffen met de algemene formule: CnH2n + 2
A
alkaan
B
alkeen
C
aardolie
D
koolstofdioxide

Slide 3 - Quizvraag


Wat geldt voor de verhouding tussen het aantal 
C-atomen en het aantal
H-atomen in alkenen
A
aantal C: 1 aantal H: 1
B
aantal C: 2 aantal H: 1
C
aantal C: 1 aantal H: 2
D
aantal C: 3 aantal H: 2

Slide 4 - Quizvraag


Welke formule kan de formule van een alkaan zijn?
A
C3H6
B
C2H2
C
C5H8
D
C4H10

Slide 5 - Quizvraag


Wat betekent het voorvoegsel tri?
A
3
B
1
C
4
D
2

Slide 6 - Quizvraag


In de structuurformule van C-C-C=C zijn de waterstofatomen weggelaten.
Hoeveel waterstofatomen bevat een molecuul van de stof met deze structuurformule?

A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 7 - Quizvraag


Welk stamdeel hoort bij 8 C-atomen?
A
oct
B
hept
C
dec
D
non

Slide 8 - Quizvraag


Van de stoffen C3H8 en C4H10 wordt een gelijk aantal moleculen volledig verbrand waarbij waterdamp en koolstofdioxide ontstaan. Voor welke verbranding(en) zijn de meeste O2-moleculen nodig?


A
Voor de verbranding van C3H8
B
Voor de verbranding van C4H10
C
Voor beide verbrandingen evenveel
D
Er treedt geen verbranding op

Slide 9 - Quizvraag

Van de stoffen C3H8 en C4H10 wordt een gelijk aantal moleculen volledig verbrand waarbij waterdamp en koolstofdioxide ontstaan. 
Voor welke verbranding(en) zijn de meeste O2-moleculen nodig?

C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H2O
C4H10 + 13 O2 --> 8 CO2 + 10 H2O

Dus voor de verbranding van C4H10 zijn meer O2-moleculen nodig

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
C6H14        +        O2     -->        CO2        +        H2O
Coëfficiënt getallen waar je uit kunt kiezen:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20

Slide 11 - Sleepvraag

Een alkaan bevat 30 H-atomen. Hoeveel C-atomen bevat dit alkaan?
A
14
B
60
C
15
D
120

Slide 12 - Quizvraag


Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
alkaan
B
alkeen
C
geen van beide

Slide 13 - Quizvraag


A
dit is een alkaan
B
dit is een alkeen

Slide 14 - Quizvraag

Versleep de onderdelen naar de juiste plek.
Verzadigd
Onverzadigd
Alkanen
Alkenen
Enkelvoudige binding tussen C-atomen
1 of meer dubbele bindingen tussen C-atomen

Slide 15 - Sleepvraag


De koolwaterstoffen die hiernaast staan horen bij dezelfde groep. Welke groep is dit?
A
alkanen
B
alkenen
C
alcoholen

Slide 16 - Quizvraag