Materialen 7.4 Afval en milieu B4 les 4

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

7.4 Afval en milieu
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 4!
Ga zitten en start met:

Maak opdracht 7 t/m  10
van 7.3 Van grondstof tot product

Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

7.2 Dichtheid
Welkom Basis-4
Je hebt straks je laptop nodig                                             START IN
 Maak de opdrachten 1 t/m 4van 7.1 Materiaaleigenschappen         


Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

H7: Materialen
§ 7.1 Materiaaleigenschappen
§ 7.2 Dichtheid
§ 7.3 Van grondstof tot product

§ 7.4 Afval en milieu
§ 7.5 Materialen kiezen

Slide 5 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk
  2. Terugblik 
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Huiswerk
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting 

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Examensite

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt beschrijven wat een grondstof, een halffabricaat en een eindproduct is.
  2. Je kunt van een aantal eindproducten benoemen van welke halffabricaten en materialen ze worden gemaakt.
  3. Je kunt de vier stappen van een productieproces beschrijven.

Slide 8 - Tekstslide

16 De massa van 1 cm3 van een stof noem je de dichtheid van die stof.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

2 Een grondstof is het eindproduct in een productieproces.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

4 Koper is stevig en geleidt stroom erg goed.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

3 Alle materialen hebben dezelfde eigenschappen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

5 De grondstof ijzererts wordt in een hoogoven verwerkt tot het halffabricaat ruwijzer.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Leerdoelen  7.4 Afval en milieu
  1. Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn voor het milieu tijdens het productieproces van materialen.
  2. Je kunt beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn.
  3. Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  4. Je kunt beschrijven hoe je verantwoord met afval omgaat.
  5. Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.

Slide 14 - Tekstslide

Productie en milieu
Het maken van producten heeft gevolgen voor het milieu.
Je moet daarbij kijken naar:
  • • het verbruik van grondstoffen;
  • • het verbruik van energie;
  • • het ontstaan van afvalstoffen.

  • Van veel grondstoffen is een beperkte hoeveelheid beschikbaar op aarde.
  • Er zijn ook hernieuwbare grondstoffen. Hiervan ontstaat steeds een nieuwe voorraad.

Slide 15 - Tekstslide

Broeikaseffect
Voor de productie van materialen, halffabricaten en eindproducten is veel energie nodig. Veel van deze energie komt van de verbranding van fossiele brandstoffen. Door de verbranding van fossiele brandstoffen komt er koolstofdioxide in de lucht.
  • De aarde werkt als een kas
  • Zonder broeikaseffect is het -18 graden
  • CO2, koolstofdioxide (broeikasgas, kan 
warmte goed vasthouden) 
           Versterkt broeikaseffect

Slide 16 - Tekstslide

Het broeikas
effect


Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 

Slide 17 - Tekstslide

Natuurlijk/versterkt broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 18 - Tekstslide

Verschillende afvalsoorten
  1. Papier/karton
  2. Plastic
  3. Glas
  4. Gft-afval
  5. Chemisch afval
  6.  Restafval

Slide 19 - Tekstslide

Afval
Afval hoort niet in het milieu. Door afval vervuilt het milieu. 
Bv: drinkwater dat vervuild is of dieren die doodgaan van plastic.

Afval moet nuttig worden gebruikt.
Huishoudelijk afval:
  1. Nuttige toepassing (compost, recycling en hergebruik)
  2. Verbranden
  3. Storten

Zwerfafval

Slide 20 - Tekstslide

GFT-afval
Compost

Slide 21 - Tekstslide

Klein chemisch afval (KCA)

Voorbeelden:
  • Nagellak
  • Medicijnen
  • Batterijen
  • Lampen
  • Elektronica


Slide 22 - Tekstslide

Verbranden en storten
  • Restafval wordt bij voorkeur verbrandt.
  • Deze warmte kan je gebruiken om iets op te warmen.
  • Echter komen ook weer verbrandingsgassen vrij.

  • Als het afval niet verbrand kan worden is de enige optie storten.

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, en 16 van 
paragraaf 7.4 Afval en milieu
Je mag samenwerken!

Slide 24 - Tekstslide

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 25 - Woordweb

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Samenvatting
Afvalstof
Materiaal dat of stof die na afloop van het productieproces overblijft en niet nuttig kan worden (her)gebruikt.
Composteren
Afbreken van plantaardig afval door wormen, schimmels en bacteriën, zodat compost overblijft.
gft (groente-, fruit- en tuinafval)
Plantaardig afval dat goed kan worden gecomposteerd.
Hergebruiken
Opnieuw gebruiken van producten.
Hernieuwbare grondstof
Grondstof waarvan steeds nieuwe voorraden ontstaan.
kca (klein chemisch afval)
Schadelijke en giftige stoffen die apart van het overige afval moeten worden verwerkt.
Recyclen
Opnieuw gebruiken van materialen in nieuwe producten.
restafval
Afval dat niet hergebruikt of gecomposteerd kan worden. Het wordt verbrand in een vuilverwerkingsinstallatie.
storten
Afval op een berg gooien.
versterkt broeikaseffect
Extra opwarming van de aarde door meer productie van koolstofdioxide.


















Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting: we weten ....
  1. Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn voor het milieu tijdens het productieproces van materialen.
  2. Je kunt beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn.
  3. Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  4. Je kunt beschrijven hoe je verantwoord met afval omgaat.
  5. Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.

Slide 28 - Tekstslide

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn voor het milieu tijdens het productieproces van materialen.
Je kunt beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn.
Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
Je kunt beschrijven hoe je verantwoord met afval omgaat.
Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 29 - Quizvraag

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk: 
  •  Zet het in je planner!
Maak de opdrachten op de examensite!                                                         

Dank voor jullie aandacht!

Slide 30 - Tekstslide