5 vwo hoofdstuk 9.5

Hoofdstuk 9.5 Vermogen en snelheid
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9.5 Vermogen en snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Vragen over het huiswerk beantwoorden
Herhalen 9.4
Bespreken 9.5
Werken aan huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk af
61, 64, 65, 70, 72, 74
75, 77, 78, 80

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 9.4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een pomp pompt per minuut 60 liter water 3,0 meter omhoog. Bereken het nuttig vermogen van de pomp.

Slide 17 - Open vraag

Uitwerkingen Pomp
je hebt nodig de zwaarte-energie die het water omhoog pompt: dus mgh = 60 *981* 3 = 1765,8 J
Vermogen P = E/t = 1765,8/60 = 29 W 

Slide 18 - Tekstslide

Een auto rijdt op een horizontale weg met een snelheid van 120 km/h. De motor van de auto levert een mechanisch vermogen van 35 kW. Bereken de voorwaartse kracht op de auto.
A
4,2 MN
B
1,2 MN
C
1,1 kN
D
4,2 kN

Slide 19 - Quizvraag

Uitwerkingen voorwaartse kracht
Er geldt P = F*v, dus F = P/v = (35 *103)/(120/3,6) = 1050 N = 1,1 kN

Slide 20 - Tekstslide

Daphne schippers legde de 200,0 meter hardlopen tijdens het WK atletiek in 2015 af in een tijd van 21,63 seconden en won daarmee goud.
Ze leverde daarbij 200,0 kJ aan arbeid. Bereken de gemiddelde voorwaartse kracht van Daphne Schippers tijdens de race. Geef je antwoord in N, denk aan significantie en vermeld ook de eenheid! Schrijf het antwoord zo op dat je geen macht van tien hoeft te gebruiken.

Slide 21 - Open vraag

Uitwerking Daphne Schippers
Er geldt dat P = W/t = (200 *103)/21,63 = 9246 W

v = s/t = 200/21,63 = 9,246 m/s
Dan geldt er F = P/v = 9246/9,246 = 1000 N



Slide 22 - Tekstslide

Een auto (brandstof = benzine) heeft bij een constante snelheid van 130 km/h een verbruik van 7,2 L/100km. De tegenwerkende krachten op de auto zijn dan 670 N. Bereken het rendement. Denk aan significantie en vermeld je antwoord in %. Vermeld ook het % teken achter je antwoord.

Slide 23 - Open vraag

Uitwerkingen Rendement brandstofverbruik
De arbeid door de auto verricht : W = F*s, omdat de snelheid constant is geldt dat de motorkracht gelijk is aan de tegenwerkende krachten, dus 670 N. De afstand die wordt afgelegd is gelijk aan 100 km oftewel 100.000 m. Invullen geeft: W = 670*100.000 = 67.000.000 J = 67 MJ, dit is Enuttig
De verbrandingswarmte van benzine is in BINAS te vinden en bedraagt voor 1L benzine: 33 MJ. Nu heb je voor 100 km 7,2 L benzine nodig dat zijn dan 7,2 * 33 = 238 MJ. Dit is Ein
Het rendement is η = Enuttig/Ein = 67/238 *100 % = 28 %

Slide 24 - Tekstslide

Een auto rijdt over een rechte horizontale weg met een constante snelheid van 120 km/h. De auto ondervindt een rolwrijving van 120 N en een luchtweerstand van 340 N. Bereken het nuttig vermogen dat de motor van de auto moet leveren. Geef je antwoord in kilowatt! Denk hierbij aan significantie en vermeld ook de eenheid bij je antwoord.

Slide 25 - Open vraag

Uitwerkingen nuttig vermogen auto 
Pnuttig = F*v. Voor F moeten we de motorkracht invullen. Er geldt Fnetto = Fmotor - Fwl -Frol = 0, de snelheid is immers constant dus is de nettokracht gelijk aan nul! Invullen geeft dat Fmotor gelijk is aan 460 N.
v = 120 km/h = 33,3 m/s. Invullen in Pnuttig = F*v = 460 * 33,3 = 15333 W = 15,0 kW

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk (af voor 23-2)
Hfd 9:  101, 102, 108, 113, 115
Hfd 10: 6, 8, 12, 13, 14, 16, 17, 19, 21

Slide 27 - Tekstslide