Gerechten schrijven - om de foto's met woorden te kopiëren

Neem de suiker.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Neem de suiker.

Slide 1 - Tekstslide

Voeg de boter toe.

Slide 2 - Tekstslide

Snijd de sinaasappel.
Schil de aardappels.

Slide 3 - Tekstslide

Kneed het deeg.
Schil de aardappels.

Slide 4 - Tekstslide

Bak het vlees in de pan.
Kook het vlees in de pan.

Slide 5 - Tekstslide

Bak de cake in de oven.
Bak het brood in de broodmachine.

Slide 6 - Tekstslide

Het gerecht
Een maaltijd, iets wat je kunt eten.


Ik maak vandaag een nieuw gerecht.

Slide 7 - Tekstslide

Het recept
Uitleg van hoe jij een gerecht moet maken.


Ik zoek een goed recept voor lasagne.

Slide 8 - Tekstslide

Het ingrediënt
Eten wat jij nodig hebt om het gerecht te maken.

Het ingrediënt -> de ingrediënten 

Ik ga naar de supermarkt om de ingrediënten voor de lasagne te kopen.

Slide 9 - Tekstslide

Het stappenplan
Een beschrijving waar punt voor punt staat wat je moet doen.


Ik volg het stappenplan om lasagne te maken.

Slide 10 - Tekstslide