H. 6 Babyfase deel 1

Reader 3

Baby-Peuter-Kleuter
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Reader 3

Baby-Peuter-Kleuter

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaken
Mijn naam is Pauline Stokkermans-Devilee


p.stokkermans@rocmondriaan.nl

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsfasen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Babyfase deel 1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ervaring en kennis
heb je over baby's?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke leeftijd spreekt men van een baby?
A
6 maanden
B
1 jaar
C
18 maanden
D
2 jaar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
1. Ik kan een voorbeeld geven van een reflex en uitleggen waarom deze reflex belangrijk is
2. Ik kan een spelletje bedenken waarmee ik symboolbewustzijn stimuleer.
3. Ik kan uitleggen wat een baby leert van het spelletje "kiekeboe". 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We bespreken de babyfase aan de hand van de vijf ontwikkelingsgebieden.

Even herhalen......

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Eerder heb je geleerd dat mensen zich ontwikkelen op verschillende gebieden: oftewel de ontwikkelingsgebieden. Het is belangrijk dat je weet wat deze ontwikkelingsgebieden zijn, omdat we bij dit vak elke ontwikkelingsfase gaan bespreken aan de hand van deze ontwikkelingsgebieden.
De vijf ontwikkelingsgebieden zijn:
• lichamelijke ontwikkeling;
• cognitieve ontwikkeling;
• sociale ontwikkeling;
• emotionele ontwikkeling;
• seksuele ontwikkeling.

1


2


3

4


5

cognitief
sociaal
seksueel
lichamelijk
emotioneel

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 1, blz. 1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang denk je dat een baby gemiddeld is bij de geboorte?
A
40 cm
B
50 cm
C
60 cm
D
70 cm

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Baby’s zijn bij de geboorte ongeveer 50 cm lang en wegen ongeveer 3,5 kilo. Na een half jaar is een baby al twee keer zo zwaar.

Slide 19 - Tekstslide

De eerste bewegingen die een baby maakt zijn reflexen. Een reflex is een beweging die automatisch gebeurt. Als jij bijvoorbeeld een hete pan aan raakt, trek je van zelf je hand weg. Dit doe je automatisch, zonder erbij na te denken. Dat is een voorbeeld van een reflex.


 Een baby wordt geboren met 3 reflexen:
• Zuigreflex (tot 4 maanden): Een baby zuigt op alles wat in zijn mond komt. Niet alleen aan een speen, maar ook aan een vinger. Een zuigreflex is heel belangrijk, want daardoor kunnen baby’s drinken.
• Grijpreflex: Een baby heeft de drang om alles vast te grijpen. Dit doet hij zowel met zijn voetjes als met zijn handjes. Als je bijvoorbeeld je hand in het handpalmpje van een baby legt, zal hij het willen vasthouden.
• Slikreflex: Een baby slikt vanaf zijn geboorte. Wanneer hij te veel voeding binnenkrijgt, kan hij door de slikreflex zichzelf beschermen om te voorkomen dat hij stikt.

Slide 20 - Tekstslide

Een baby wordt motorisch steeds vaardiger. De motorische ontwikkeling verloopt volgens een bepaalde volgorde. Denk maar aan de ontwikkelingstaken die we eerder hebben besproken. Zoals je hebt geleerd, hebben de ontwikkelingstaken veel met rijpingsprocessen te maken. Een kind gaat het dus pas leren als hij eraan toe is.
• 2 maanden: nekspieren sterker, het kan zijn hoofd stabiel houden
• 8 maanden: kind probeert te staan
• 9/10 maanden: verplaatsen door te kruipen
• 10/11 maanden: eerste stapjes

Een baby gaat zelf zitten. Is dit fijne of grove motoriek?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke motoriek zie je op de afbeelding?
A
fijne motoriek
B
grove motoriek

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We gaan een filmpje kijken...
Schrijf op: de belangrijke ontwikkelingen (mijlpalen) die een kind in het eerste levensjaar doorloopt

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Rond 3 maanden ontwikkelen kinderen een oog-hand coördinatie: er ontstaat samenwerking tussen ogen en handen.

Als een kind ongeveer 1 jaar oud is leert hij de pincetgreep te gebruiken. Hij pakt een voorwerp tussen duim en wijsvinger vast, in plaats van met het hele handje.

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Vlak na de geboorte werken de zintuigen van een baby nog niet optimaal. Zo is het zicht van baby’s vlak na de geboorte nog niet goed ontwikkeld. Ze kunnen wel een verschil waarnemen tussen donker en licht. Langzaamaan gaan baby’s steeds beter zien.

 
Het gehoor van een baby is al wel ontwikkeld, maar nog niet zo goed als het hoort te zijn. Baby’s horen de hoge tonen beter dan de lage tonen. Daarom reageren baby’s vaak beter op hoge stemmen. Baby’s herkennen bepaalde geluiden nog niet. Wat een baby wel herkent, is de stem van de moeder
.
De tastzin is voor baby’s het belangrijkste zintuig. Al direct na de geboorte zijn ze heel gevoelig voor aanraking. Daarom is het voor een baby heel belangrijk dat het aangeraakt en geknuffeld wordt.

Wat doet een baby heel vaak om dingen te ontdekken?
A
kijken
B
voelen
C
luisteren
D
dingen in mond stoppen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voelbord

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zien
horen
tastzin
proeven
verschil licht en donker

hoge tonen 
knuffel
eerste hapjes

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 2, blz. 3

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Een kind leert praten door mensen in zijn omgeving na te doen. De taalontwikkeling bij baby’s begint met brabbelen. Brabbelen is de fase waarin de baby spraakklanken oefent zonder dat er echt woorden worden gevormd. Vanaf ongeveer 8 maanden gaan baby’s je proberen na te doen. 


Klanken en woorden krijgen voor een baby steeds meer betekenis. Het woord ‘pop’ verwijst bijvoorbeeld naar een bepaald ding. Dit heeft symboolbewustzijn. Als je als ouder vraagt aan de baby om een bal te pakken, en het kind doet dit, is er sprake van symboolbewustzijn. Rond 1 jaar gaat het kind zijn eerste woordjes zeggen. Het is dan ook niet voor niets dat het eerste woordje van een baby vaak ‘mama’ of ‘papa’ is. Baby gebruikt 1 woord zinnen. Ook maakt hij nog veel fouten. Hij zegt bijvoorbeeld ‘tinke’ in plaats van drinken. 

Slide 38 - Tekstslide

Een baby wordt zich in de periode tussen 7-12 maanden ervan bewust dat een voorwerp of een persoon weg kan zijn, maar er nog wel is. Hierdoor kunnen baby’s een persoon missen als die niet in de buurt is. Spelletjes als ‘kiekeboe’ zijn hierbij functioneel. De baby leert dat de moeder even weg is maar wel snel weer terugkomt.

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 3 blz. 4

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 4, blz. 4

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
(stellingen)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zicht is het meest belangrijke zintuig van de baby
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een reflex is een reactie die automatisch gebeurt
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

symboolbewustzijn betekent dat een kind weet wat een woord betekent
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het zicht van de baby is meteen goed ontwikkeld bij de geboorte
A
waar
B
niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

brabbelen en het eerste woordje zijn voorbeelden van ontwikkelingstaken
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Evaluatie Lesdoelen, blz. 4
1. Ik kan een voorbeeld geven van een reflex en uitleggen waarom deze reflex belangrijk is
2. Ik kan een spelletje bedenken waarmee ik symboolbewustzijn stimuleer.
3. Ik kan uitleggen wat een baby leert van het spelletje "kiekeboe". 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies