14.3 Zenuwstelsel

14.3 Zenuwstelsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

14.3 Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

indeling zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

BINAS
88L

overzicht van het autonome zenuwstelsel:

orthosympatisch en parasympatisch

Slide 4 - Tekstslide

Je schrikt. Welk deel van je autonome zenuwstelsel is actief? En wat gebeurt er met je pupilgrootte?
A
orthosympatisch-groter
B
orthosympatisch-kleiner
C
parasympatisch-groter
D
parasympatisch-kleiner

Slide 5 - Quizvraag

BINAS 88C

Slide 6 - Tekstslide

centraal zenuwstelsel

grote hersenen: bewustzijn
kleine hersenen: evenwicht
hersenstam: ademhaling, bloeddruk, hartslag temperatuur..
ruggenmerg

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

grote hersenen
in de hersenschors zitten de zenuwcellichamen (grijs)

primaire gebieden: daar komt de informatie binnen
secundaire gebieden: daar wordt de informatie verwerkt

Slide 9 - Tekstslide

Waarop zal een geneesmiddel tegen hoofdpijn vooral effect hebben?
A
Op de sensorische centra van de grote hersenen
B
Op de motorische centra van de grote hersenen
C
Op de hersenstam
D
Op de kleine hersenen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde?
A
Zintuig - Prikkel - Hersenen
B
Prikkel - Zintuig - Hersenen
C
Hersenen - Prikkel - Zintuig
D
Prikkel - Hersenen - Zintuig

Slide 11 - Quizvraag

Van wat voor prikkel zie je hier een voorbeeld?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel
C
sleutelprikkel
D
supranormale prikkel

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de prikkel die specifiek is voor dat bepaalde zintuig?
A
prikkel
B
adequate prikkel
C
specifieke prikkel
D
impuls

Slide 13 - Quizvraag

Hierna video. Noteer in je schrift
dendriet =
axon = 
myelineschede = 
sensorische zenuwcel = 
motorische zenuwcel = 

Bekijk deze video rustig thuis!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Volgend filmpje vanaf 1:50

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

impuls = elektrisch signaal

- zenuwcellen hebben een potentiaal verschil
= verschil in lading tussen binnen en buitenkant van de cel

- hierdoor kan er een electrisch signaal gaan lopen en wordt informatie snel doorgegeven door een zenuwcel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tot hier gekomen 9 feb

Slide 20 - Tekstslide