1.5 Sociale veranderingen

1.5 Sociale veranderingen
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat er voor ouderen verandert op sociaal gebied. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.5 Sociale veranderingen
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat er voor ouderen verandert op sociaal gebied. 

Slide 1 - Tekstslide

Gedragsverwachtingen 
Ik stop mijn telefoon in de telefoonzak
Ik doe mijn kauwgom in de prullenbak
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil zeggen/vragen 
Ik doe actief mee tijdens de les 

Slide 2 - Tekstslide

Planning vandaag 
Lesuur 2: Theorie sociale veranderingen 
Lesuur 3: Werken aan opdrachten in je boekje 
Lesuur 4: Praktijk 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van ouder worden?

Slide 4 - Woordweb

1.5 Sociale veranderingen 
De omgeving van de oudere verandert, hier gaan we verder op in.
Denk aan: tijdsbesteding, sociale contacten onderhouden, hulp nodig hebben van anderen.

Slide 5 - Tekstslide

Tijdbesteding
Je bent met pensioen, je hoeft niet meer te werken. Hoe deel je dan je dag in? Wat je nog kan doen hangt af van hoe je je voelt. Hoe is de conditie? Maar ook hoeveel geld heb je te besteden, wat is daarin mogelijk. Kan je veel op vakantie? Of ga je nog veel fietsen? 

Slide 6 - Tekstslide

Wat doen de ouderen die jullie kennen? Denk aan opa of oma.

Slide 7 - Open vraag

Sociale contacten onderhouden 
Als je als oudere in een aanleunwoning of in een verzorgingstehuis woont kan je deelnemen aan de dagactiviteiten. Veel oudere mensen passen op hun kleinkinderen en halen hier nog veel energie uit. Sociale contacten met leeftijdsgenoten zijn wel belangrijk om niet eenzaam te worden. Met leeftijdsgenoten spelen ze vaak spellen. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke spellen ken jij die ouderen vaak spelen?

Slide 9 - Open vraag

Welke gezelschapsspelletjes spelen jullie nog?

Slide 10 - Open vraag

Hulp van anderen 
Hoe ouder je wordt hoe meer hulp je nodig hebt van anderen. Je wordt afhankelijk, dat betekent dat je hulp nodig hebt van een ander om iets te kunnen doen. Het kan zijn dat familie voor je gaat zorgen bij de dagelijkse dingetjes dit noem je mantelzorg. Dit is wel een inbreuk op je privacy, er komen mensen over de vloer. Uiteindelijk kan een oudere niet meer zelfstandig wonen en komt de oudere terecht in een verzorgingstehuis of een verpleeghuis. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak de opdrachten van 1.5 dat betekent dat je je boekje uit mag werken. 
Maak ook de laatste opdracht waarin je een verslag moet maken van 1 van de ziektes/veranderingen die we hebben besproken. 

Slide 12 - Tekstslide