Articles

Articles
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Articles

Slide 1 - Tekstslide

Articles
In het Nederlands: lidwoorden.

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je a.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je an.


 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
an hour  (je hoort our)
an honor (je hoort onour)
a university (je hoort juniversity)
a uniform (je hoort juniform)
a European (je hoort jeuropean)

Slide 6 - Tekstslide

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 13 - Sleepvraag

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

a of an?
.... plant
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

a of an?
.... hour
A
a
B
an

Slide 18 - Quizvraag

a of an?
.... game
A
a
B
an

Slide 19 - Quizvraag

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 20 - Quizvraag

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 21 - Quizvraag

a of an?
.... FM-radio channel
A
a
B
an

Slide 22 - Quizvraag

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 23 - Quizvraag

practice while you talk with your neighbour, use a or an at the right way

Slide 24 - Tekstslide

Articles

Slide 25 - Tekstslide