Dienstverlening en zorg Boek 1 H2 & H3

STRUX Boek 1 Hoofdstuk 1, 2 & 3
Dienstverlening & Zorg
STRUX Boek 1 Herhaling Hoofdstuk 2 & 3
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

STRUX Boek 1 Hoofdstuk 1, 2 & 3
Dienstverlening & Zorg
STRUX Boek 1 Herhaling Hoofdstuk 2 & 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Ruimtes representatief maken
Dit hoofdstuk gaat over het ondersteunen in werkzaamheden bij het representatief maken en houden van gemeenschappelijke en publieke ruimtes. 

Een ander woord voor representatief is 'goed ogend'. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je allemaal doen om de ruimte representatief te maken en te houden?

Slide 3 - Woordweb

Vitrine
In publieke ruimtes, bijvoorbeeld een museum, staan waardevolle voorwerpen vaak achter glas. Bijvoorbeeld in een vitrine. Iedereen kan zien wat erin staat. Een vitrine beschermt spullen tegen: 
- Vies worden
- Kapotgaan
- Bacteriën
- Diefstal

Slide 4 - Tekstslide

Maak je een vitrine op dezelfde manier schoon als een raam?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Weet je?
Het schoonmaken van kasten en vitrines lijkt op een raam wassen. Het moet alleen voorzichtiger en je hebt andere schoonmaakspullen nodig. De ruitjes zijn kleiner en zitten soms in duur houtwerk. In vitrines zitten kleine hoekjes en randjes. Die moeten goed schoon zijn, vooral als er etenswaren in staan.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1
Maak opdracht 1 op bladzijde 17.

Slide 7 - Tekstslide

De entree van een gebouw
De binnenkomst in een gebouw is belangrijk. Dus het moment dat je het gebouw binnenstapt in de hal, ofwel de entree. 

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is de binnenkomst in een gebouw belangrijk?

Slide 9 - Open vraag

De entree van een gebouw
In de hal en gemeenschappelijke ruimtes worden vaak dingen tentoongesteld die zorgen voor sfeer of horen bij het soort bedrijf/gebouw. 

Veel ramen maken de ruimtes zo licht mogelijk. In een schone en lichte ruimte voelen mensen zich eerder op hun gemak. Ook een schone vloer is belangrijk voor de eerste indruk van een bezoeker. Vlekken op de grond bijvoorbeeld zorgen ervoor dat de entree er onverzorgd uitziet. Over rommel kun je vallen. Bij het voorbereiden van een open dag of een feest  doet iedereen extra zijn best.  Alles moet er dan extra netjes uitzien!

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2, 3 & 4
Jullie gaan de entree/hal van VISTA beoordelen. Het is belangrijk dat je goed leert kijken. Je kunt dan zien of een ruimte schoon is en er representatief uitziet. Je ziet waar nog iets gedaan moet worden. Bijv. vingerafdrukken op deuren, stof, vlekken op de vloer, kringen op tafels, troep etc.

Maak opdracht 2 & 3. Opdracht 4 bespreken we daarna klassikaal. 




Slide 11 - Tekstslide

Wat is een vitrinekast?
A
Een kast met veel glas en soms ruitjes
B
Een kast waar je niet doorheen kunt kijken
C
Een dichte opbergkast

Slide 12 - Quizvraag

Vitrinekast schoonmaken
De voorbereiding
Wat heb je nodig?:
  • Een dunne doek om te reinigen
  • Water met een beetje spiritus
  • Een zachte, schone (stof)doek om af te drogen of een microvezeldoekje met wat water.

De kast moet leeg zijn voordat je gaat schoonmaken. Zet de voorwerpen voorzichtig op een veilige plek. Zorg dat niemand ertegenaan kan stoten.

Slide 13 - Tekstslide

Schoonmaaktechniek vitrinekasten
  1. Je begint met de binnenkant.
  2. Werk van boven naar beneden en van achteren naar voren.
  3. Eerst het bovenste vak, dan het vak eronder en zo verder.
  4. Ondersteun de plankjes met je andere hand, boven en onder. Let op! Glazen legplankjes liggen vaak los.
  5. Reinig de binnenkant van de deur, daarna buitenkant van de kast.
  6. Reinig met een dunne theedoek, vochtig gemaakt met water en spiritus.
  7. Droog af met een zachte, schone doek.

    Het makkelijkste is om het hele werken te doen met een goed microvezeldoekje. Deze wast, droogt én haalt strepen weg!!

Slide 14 - Tekstslide

Als je de 'moeilijke' vitrinekast kunt schoonmaken dan kun je alle kastjes schoonmaken. Bijvoorbeeld keukenkastjes. Hiervoor gebruik je een werkdoekje, water en allesreiniger. De werkvolgorde is hetzelfde.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 5
Maak opdracht 5 op bladzijde 21. 
Opdracht 6 hoef je NIET te maken.

Slide 16 - Tekstslide

De entree
De entree/hal is bijna klaar als de ruiten, vitrinekasten en ander meubilair schoon zijn. Nu de vloeren nog. De vloeren zijn als laatste aan de beurt want je werkt van boven naar onder. Een entree met een vieze of rommelige vloer is niet representatief. Een vloer wordt ook altijd sneller vies dan ramen of kasten. Bijvoorbeeld door modderschoenen. De vloer moet daarom vaker worden schoongemaakt. 

Slide 17 - Tekstslide

De vloer
Losse rommel moet je eerst oprapen en in de vuilniszak gooien, anders raakt de stofzuiger verstopt. Verwissel de stofzuigerzak als deze vol is. Bij vaste vloerbedekking gebruik je geen borstel. Dat gaat te stroef. Je kunt bovenop de stofzuiger instellen of je een borstel wilt of niet. 

Gebruik een stopcontact altijd zo dicht mogelijk bij de deur waar je eindigt. Daar blijft het snoer niet haken achter een stoel en kan het niks omver trekken.

Slide 18 - Tekstslide

Gladde vloer
Voor een gladde vloer zonder vlekken gebruik je een stofzuiger of zachte bezem of zwabber. Als je een zachte bezem gebruikt veeg je alles bij elkaar en ruim je het daarna op met blik en veger. Daarna gebruik je een stofwisser om het stof te verwijderen.

Een dweil of mop gebruik je voor een gladde vloer met vlekken of modder. Daarbij gebruik je ook water en allesreiniger. Je werkt altijd van achter naar voren en je eindigt in de deuropening.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 8
Maak opdracht 8 op bladzijde 24.
Opdracht 9 hoef je NIET te maken.

Slide 20 - Tekstslide

Waarom eindig je met dweilen altijd in de deuropening?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent ergonomisch werken?
A
Heel hard werken zodat je op tijd klaar bent
B
Zo goedkoop mogelijk werken
C
Goed voor je lichaam zorgen tijdens het werk

Slide 22 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van ergonomisch werken

Slide 23 - Woordweb

Ergonomische tips
Als je kasten schoonmaakt moet je uitrekken, tillen, bukken, armen bewegen en een doekje vasthouden en uitknijpen. 

  • Neem een huishoudtrap voor de bovenste planken.
  • Til geen zware voorwerpen boven je hoofd bij het leeghalen van een kast.
  • Zak door je knieën bij de onderste planken.
  • Beweeg je armen bij het schoonmaken tussen schouder en heup.
  • Knijp niet onnodig vaak het doekje uit.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Opdracht 7A
We gaan oefenen met tillen op een gezonde manier. Kijk goed wat de ander al goed doet en wat er misschien beter kan!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Hoofdstuk 3 Veilig schoonmaken
Dit hoofdstuk gaat over schoonmaaktechnieken voor ruiten, tafels en vloeren die erg vies zijn geworden. Het gaat ook over veilig werken in een omgeving met kinderen of mensen met een beperking, ouderen.

Slide 28 - Tekstslide

Schone ramen geven meteen een eerste indruk van goede hygiëne. Soms is het lastig om een ruit goed schoon te krijgen. Er zit bijvoorbeeld een restje plakband op, of er is op een raam geschilderd. Dat zie je vaak in een omgeving waar kinderen zijn. Denk maar aan een dagopvang, school, kinderafdeling in het ziekenhuis of een kinderdagverblijf.

Slide 29 - Tekstslide

Ramen
Ramen worden voor meer dingen gebruikt dan je denkt. Omdat glas hard en glad is beschadigt het niet snel. Er komt geen verf mee als je er een plakbandje aftrekt, iets dat weer wel kan gebeuren bij een deur of met behang bij een muur. Daarom plakken mensen briefjes en posters met mededelingen op ramen. Je kunt het weghalen zonder schade.

Slide 30 - Tekstslide

Waar kinderen opgevangen worden zijn vaak raamschilderingen. Dit zijn soms tekenfiguren uit kinderboeken. Vaak hebben de afbeeldingen met een thema te maken, zoals de herfst of de lente. Als er weer een nieuw thema komt, moet het oude eraf. Het zijn dus tijdelijke schilderingen. Met Kerst wordt er vaak neppe sneeuw op de ramen gespoten.

 

Waar kinderen worden opgevangen wordt ook geknoeid bij het eten: een klodder jam op de vloer, stroop op tafel na het eten, ijsvlekken op speelgoed of stoelen, plakkerige handen tegen de ramen enz.

Slide 31 - Tekstslide

Vastzittend vuil ramen
In het boek staat beschreven hoe je de volgende dingen van het raam kunt halen:
- Plakbandresten
- Raamschilderingen
- Neppe sneeuw

Kleverige vlekken op ruiten, tafels en vloeren kun je het beste schoonmaken met een doekje en warm water. Deze vlekken zijn kleverig door de suiker die erin zit, bijvoorbeeld jam. Dit lost op met water.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 3 & 4
We maken samen opdracht 3. Opdracht 4 slaan we over!




Slide 33 - Tekstslide

Schoonmaakschema
Hoe vaak je schoonmaakt thuis kan voor iedereen anders zijn. De een wast de ramen 2 keer per jaar, de ander iedere week.

Op plekken waar mensen worden opgevangen, bijvoorbeeld een bejaardenhuis, gelden er regels over hygiëne. De GGD controleert of deze regels worden nageleefd. De GGD- medewerker wil dan het schoonmaakschema zien. In een schoonmaakschema staat hoe vaak wc's moeten worden schoongemaakt, vloeren gedweild en ramen gewassen bijvoorbeeld. 

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 5
Kijk naar het schoonmaakschema op bladzijde 31. We maken samen opdracht 5. 


Slide 35 - Tekstslide

Waarom maken mensen schoonmaakschema's?

Slide 36 - Open vraag

Opdracht 6 & 7
Jullie krijgen van mij een opdracht 

Slide 37 - Tekstslide

Welk schoonmaakactiviteit van onderstaande zie je het vaakst op een schoonmaakschema?
A
Deuren
B
Koelkast
C
Toilet
D
Spiegel

Slide 38 - Quizvraag

Veilig omgaan met schoonmaakmiddelen
Kinderen zijn ondernemend. Ze willen alles aanraken en ook proeven. Schoonmaakmiddelen hebben vaak een aantrekkelijke verpakking en kleur. Soms lijkt het zelfs op drinkyoghurt. Kinderen zijn ook snel! Voor je het weet hebben ze een slokje genomen van iets wat giftig is. Ook een scherp verfkrabbertje is gevaarlijk voor kinderen.

Slide 39 - Tekstslide

Schoonmaken & kinderen
Let dus goed op als je ergens schoonmaakt waar kinderen rondlopen!! Draai de dop altijd goed vast. Zet schoonmaakmiddel hoog neer. Of bijvoorbeeld een verfkrabber. Let ook op dat kinderen  bijvoorbeeld van een vieze dweil afblijven. 
Berg je spullen altijd goed op en doe eventueel de kast op slot als dat kan. Is er geen slot? Dan zo hoog mogelijk!  Ook heet water kan gevaarlijk zijn. Draai de knop van de hete kraan altijd goed dicht. Laat even koud water lopen daarna. 

Slide 40 - Tekstslide

Let op!
Gaat het toch een keertje fout? Dan is het goed om te weten wat je moet doen. Je kunt via internet een ‘gifwijzer’ aanvragen. In de kinderopvang hangt een gifwijzer in de keuken aan de muur. Dat moet, dat is een regel van de GGD.

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk Boek 1 Hoofdstuk 3
- Opdracht 7A of 7B. 
- Opdracht 8.


Het huiswerk inleveren vóór de volgende les. De opdrachten doorsturen via e-mail: m.meewis@vistacollege.nl


Slide 42 - Tekstslide