3BL Spelling

Hallo allemaal.
Telefoon in de telefoontas.
Device op tafel en je schrift.
Log alvast in op lessonup.app met de code onderin het scherm!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal.
Telefoon in de telefoontas.
Device op tafel en je schrift.
Log alvast in op lessonup.app met de code onderin het scherm!

Slide 1 - Tekstslide

3BL Spelling
Herhaling blok 1
Na deze paragraaf:
  • heb je de spelling van de persoonsvorm (tt en vt) herhaald;
  • weet je wanneer je hoofdletters moet schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Dadelijk komen er vragen...

Slide 3 - Tekstslide

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in.
De politie _____ (verdrijven) de demonstranten met een waterkanon.
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in.
Ons vliegtuig ______ (landen) een uur later dan verwacht.
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Aantekening
Persoonsvorm verleden tijd en voltooid deelwoord
Maak de stam van het werkwoord.
Kijk naar de laatste letter.
Laatste letter in het koffieshopje

Ja: ik-vorm + te(n) en vdw -t
Nee: ik-vorm + de(n) en vdw -d

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de woorden op de juiste manier op.
1: De planten ______ (bloeien) vorig jaar zo mooi.
2: Het ________ (regenen) dan ook erg veel.
3: Wij________  (lachen) vroeger om de goede grappen van Sander.
4: Ik________  (lunchen) vanmorgen met een leuke meneer.
5: Dat nieuwe jurkje ________  (kosten) vorige week veel meer dan deze week.
6: De tuinman________  (kappen) enkele maanden geleden onze boom om.
7: Noor ________  (knippen) afgelopen woensdag de haren van mijn collega.










Slide 8 - Tekstslide

Schrijf de woorden op de juiste manier op.
1: De planten bloeiden (bloeien) vorig jaar zo mooi.
2: Het regende (regenen) dan ook erg veel.
3: Wij lachten (lachen) vroeger om de goede grappen van Sander.
4: Ik lunchte (lunchen) vanmorgen met een leuke meneer.
5: Dat nieuwe jurkje kostte (kosten) vorige week veel meer dan deze week.
6: De tuinman kapte (kappen) enkele maanden geleden onze boom om.
7: Noor knipte (knippen) afgelopen woensdag de haren van mijn collega.










Slide 9 - Tekstslide

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Op het slaapfeestje van Roos _____ (maken) we veel selfies.

Slide 10 - Open vraag

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Toen wij de hond _______ (aaien), begon hij te grommen.

Slide 11 - Open vraag

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Mijn ouders ______ (reizen) vroeger de hele wereld rond.

Slide 12 - Open vraag

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Ze _______ (overnachten) op campings of in goedkope hotels.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Neem over en schrijf hoofdletters waar nodig.
paul van loon

Slide 15 - Open vraag

Neem over en schrijf hoofdletters waar nodig.
pasen

Slide 16 - Open vraag

Neem over en schrijf hoofdletters waar nodig.
zuid-amerika

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

3BL Spelling
Herhaling blok 2
Na deze paragraaf:
  • heb je de spelling van het voltooid deelwoord herhaald;
  • kun je bijvoeglijke naamwoorden spellen die aangeven van welk materiaal iets is gemaakt;
  • kun je woorden met een l-klank spellen.



Slide 19 - Tekstslide

Vul steeds het voltooid deelwoord in.
1: De politie werd door de betogers _________(hinderen) .
2: Wie heeft nu eigenlijk tegen wie _________(schreeuwen)?
3: Rondom Eindhoven zijn allerlei nieuwe wegen _________(aanleggen).
4: Heb jij die toetsen wel in lettertype Verdana grootte 12  _________ (aanleveren) . 



Slide 20 - Tekstslide

Vul steeds het voltooid deelwoord in.
1: De politie werd door de betogers gehinderd  (hinderen) .
2: Wie heeft nu eigenlijk tegen wie geschreeuwd (schreeuwen)?
3: Rondom Eindhoven zijn allerlei nieuwe wegen aangelegd  (aanleggen).
4: Heb jij die toetsen wel in lettertype Verdana grootte 12 aangeleverd (aanleveren) . 



Slide 21 - Tekstslide

Vul het voltooid deelwoord in.
Vorige week is er met de huiskat Bobby iets ergs _____ (gebeuren).

Slide 22 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Zijn baasje heeft de wasmachine op veertig graden
_____ (zetten).

Slide 23 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Toen heeft ze een hard, dreunend geluid
_____ (horen).

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Aantekening
ZO KORT MOGELIJK - maar klinkt wel goed

Ik heb de tocht gewandeld. De gewandelde tocht.
Ik man is mooi gekleed. De geklede man.

Soms met een dubbele letter bij uitspraak.
De plant is verpot. De verpotte plant. 

Eindigt het voltooid deelwoord op -en. Dan blijkt het hetzelfde. 
De kip is gebraden. De gebraden kip.

Slide 26 - Tekstslide

Maak het bijvoeglijk naamwoord.
De weg is verbreed. De ... weg.

Slide 27 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord.
De winkel is gesloten. De ... winkel.

Slide 28 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord.
De jongen is verkleed. De ... jongen.

Slide 29 - Open vraag

Maak het bijvoeglijk naamwoord.
De appel is verrot. De ... appel.

Slide 30 - Open vraag

Dictee
Schrijf de woorden op die worden voorgelezen.

Slide 31 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
Meloen
B
Melloen

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
ballon
B
balon

Slide 33 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
hellaas
B
helaas

Slide 34 - Quizvraag

Welk woord is juist geschreven?
A
illustratie
B
ilustratie

Slide 35 - Quizvraag

Herhaling blok 1
Na deze paragraaf:

  • heb je de spelling van de persoonsvorm (tt en vt) herhaald;
  • weet je wanneer je hoofdletters moet schrijven.
Herhaling blok 2
Na deze paragraaf:

  • heb je de spelling van het voltooid deelwoord herhaald;
  • kun je bijvoeglijke naamwoorden spellen die aangeven van welk materiaal iets is gemaakt;
  • kun je woorden met een l-klank spellen.

Slide 36 - Tekstslide

Wat wil je nog extra oefenen?

Slide 37 - Woordweb