woordenschatles thema 3 week 1

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

thema 3
Gewoontes

Slide 2 - Tekstslide

de carnavalskraker
Een lied dat populair is tijdens carnaval.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Zich vermommen
Je zo verkleden dat je onherkenbaar bent.

Slide 5 - Tekstslide

het volksfeest
Een feest dat op straat gevierd wordt en waar heel veel mensen aan meedoen.

Slide 6 - Tekstslide

het carnaval
de carnavalskraker
het volksfeest
de vermomming

Slide 7 - Tekstslide

ingetogen
Rustig, bescheiden.

Slide 8 - Tekstslide

uitbundig
Vrolijk, uitgelaten.

Slide 9 - Tekstslide

uitbundig
uitgelaten
ingetogen
rustig









114





Duurzame inzetbaarheid



omschrijving

Aantal uur





NOT

  8

Zwemmen

40

































totaal

48



Indien je duurzame inzetbaarheid wilt sparen voor bijv. een studie dan moet je een apart formulier invullen 

Slide 10 - Tekstslide

beduusd
Stil van verbazing.

Slide 11 - Tekstslide

de traditie
Iets wat altijd op dezelfde manier gedaan wordt zoals mensen het gewend zijn.

Slide 12 - Tekstslide

doordringend
Iets wat dwars door alles heen gaat.

Slide 13 - Tekstslide

troebel
Een vloeistof die niet  helder  is, waar je niet goed doorheen kunt kijken.


(niet helder= troebel)




Slide 14 - Tekstslide

uit de kluiten gewassen
Groot en stevig gebouwd.

Slide 15 - Tekstslide

uit je bol gaan
Heel erg uitgelaten zijn.

Slide 16 - Tekstslide

zo zout heb ik het nog nooit gegeten
Zoiets raars heb ik nog nooit meegemaakt.

Slide 17 - Tekstslide

hoeveel nieuwe thema woorden
heb je aangeboden gekregen?
A
12
B
11
C
10
D
15

Slide 18 - Quizvraag

welke woorden heb je kunnen onthouden?

Slide 19 - Open vraag

welke woorden of uitdrukkingen had je nog nooit gehoord?

Slide 20 - Open vraag

wat is troebel
A
helder
B
je kunt erdoor heen kijken
C
je kunt er niet doorheen kijken
D
diep water

Slide 21 - Quizvraag

welke woorden zijn tegenstellingen
A
zich vermommen -beduusd
B
uit je bol gaan - ingetogen
C
de traditie- het volksfeest
D
ingetogen-uitbundig.

Slide 22 - Quizvraag

hoe ben je als je uitbundig bent?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide