5.1 Aan de slag

Wat gaan we vandaag doen

  • Uitleg paragraaf 5.1
  • Maken opdrachten 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen

  • Uitleg paragraaf 5.1
  • Maken opdrachten 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  • Hoe een arbeidsovereenkomst tot stand komt
  • Welke dienstverbanden er mogelijk zijn
  • Wat de wet regelt om de werknemer te beschermen

Slide 2 - Tekstslide

Van vacature tot arbeidsovereenkomst
  • Vacature op internet/krant/etc.
  • Solliciteren (brief met cv)
  • Gesprek (evt. test/toets)
  • Tekenen arbeidsovereenkomst

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst (arbeidsvoorwaarden van je baan)

  • Wat voor werk, aantal uren, loon/salaris
  • Afspraken volgens CAO 


  • Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Arbeidsvoorwaarden die gelden in een bepaalde bedrijfstak

Bedrijfstak:
Een groep gelijksoortige bedrijven
(bijv. horeca, onderwijs, bouw)
  • Gemaakt door vakbonden en organisaties van werkgevers


Slide 4 - Tekstslide

Wat voor baan?
  • Bepaalde tijd

Tijdelijke baan. Je contract loop af op de afgesproken einddatum
  • Onbepaalde tijd
Vaste baan. Er is geen einddatum aan het contract.
  • Parttime baan
Deeltijdbaan.
Voltijdbaan. Je werkt de volledige werkweek. (let op! varieert van 36-40 uur per week)
  • Fulltime baan
Je werkt alleen als het bedrijf je nodig hebt. 
(uitzendkracht of oproepkracht)
  • Flexibele baan
Vraag 6
Vraag 4
Vraag 2

Slide 5 - Tekstslide

Van bruto- naar nettoloon
  • Brutoloon


Brutoloon:
Loon dat in de arbeidsovereenkomst staat.
Loon voor aftrek van loonbelasting en sociale premies
  • Loonbelasting en sociale premies      -
  • Nettoloon
Nettoloon:
Loon je overgemaakt krijgt op je bankrekening.
Loon na aftrek van loonbelasting en sociale premies

Slide 6 - Tekstslide

Wetten die werknemers beschermen
  • Arbowet


Arbowet:
regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
  • Arbeidstijdenwet
Arbeidstijdenwet:
regels voor werk- en rusttijden
  • Controle door Inspectie SZW

Slide 7 - Tekstslide

Jong en werken??
  • Andere regels...


  • Minimumloon vs minimumjeugdloon

Slide 8 - Tekstslide

Jong en werken??
  • Andere regels...


  • Minimumloon vs minimumjeugdloon
vanaf 23 jaar en ouder
tot 23 jaar,
percentage van minimumloon

Slide 9 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 10 - Tekstslide

Wat staat er NIET in een arbeidsovereenkomst?
A
werktijden
B
loon
C
pensioen-afspraken
D
vakantiedagen

Slide 11 - Quizvraag

Van je brutoloon betaalt je werkgever loonbelasting en
A
verzekeringspremies
B
winstbelasting
C
vermogenbelasting

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
A
brutoloon
B
totale loon
C
nettowinst
D
nettoloon

Slide 13 - Quizvraag

Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Als je werknemer bent:
A
Krijg je brutoloon uitbetaald
B
betaal je verzekeringspremies
C
hoeft je werkgever niet voor veiligheid te zorgen

Slide 15 - Quizvraag

Mireille is verkoopster in een juwelierszaak.
Waar moet de werkgever van Mireille volgens de Arbowet op letten?
(blz. 111)
A
Dat ze voldoende pauze heeft.
B
Dat ze er goed verzorgd uitziet.
C
Dat de etalage goed beveiligd is.

Slide 16 - Quizvraag

Wat houdt een deeltijdbaan in?
A
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
B
Je werkt het volledige aantal uren.

Slide 17 - Quizvraag

Wat houdt een voltijdbaan in?
A
Je werkt het volledige aantal uren.
B
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.

Slide 18 - Quizvraag

Wat doet een vakbond?
A
Komt op voor de belangen van werknemers
B
Komt op voor de belangen van werkgevers
C
Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
D
Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden

Slide 19 - Quizvraag

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 20 - Quizvraag

Wie controleert de Arbowet en Arbeidstijdenwet?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de Arbowet?
De werkgever moet ervoor zorgen dat....
A
werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
B
werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.

Slide 22 - Quizvraag

In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
A
brutoloon
B
totale loon
C
nettowinst
D
nettoloon

Slide 24 - Quizvraag

Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon

Slide 25 - Quizvraag

Je brutoloon is €1.850. Daarop wordt €165 aan loonbelasting en €92 aan sociale premies ingehouden. Wat is je nettoloon?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AWBZ

Slide 27 - Quizvraag

Maken hoofdstuk 5 paragraaf 1
opdracht 1 t/m 10
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 28 - Open vraag