Wie heeft het voor het zeggen?

Wie heeft het voor het zeggen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wie heeft het voor het zeggen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Aan het einde van de les kun je uitleggen met welke financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt. Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen. Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de rol van de overheid in de samenleving?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende overheden en hun verantwoordelijkheden
In Nederland zijn er verschillende lagen van overheid: de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen, elk met eigen verantwoordelijkheden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financiële maatregelen van de overheid en beïnvloeding van gedrag
De overheid beïnvloedt gedrag van burgers en bedrijven door middel van financiële maatregelen zoals belastingen, subsidies en accijnzen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen en de redenen voor overheidsinterventie
Collectieve goederen worden door de overheid geleverd om kwaliteit te waarborgen, het voor iedereen betaalbaar te houden en soms omdat de markt faalt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen collectieve en particuliere sector
De collectieve sector richt zich op niet-winstgevende diensten voor het algemeen belang, terwijl de particuliere sector winstgevende goederen en diensten levert.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Privatisering en de redenen voor de overheid om taken uit te besteden
Privatisering vindt plaats wanneer de overheid bepaalde taken niet meer tot haar kerntaken rekent of denkt dat de markt het beter kan.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Collectieve sector: De sector bestaande uit overheidsdiensten en sociale zekerheidsinstellingen die niet op winst gericht zijn, maar diensten leveren voor het algemeen belang. Particuliere sector: De sector bestaande uit burgers en bedrijven die goederen en diensten leveren met het doel winst te maken. Privatisering: Het proces waarbij de overheid taken of diensten die voorheen door de collectieve sector werden uitgevoerd, verkoopt of uitbesteedt aan de particuliere sector. Collectieve goederen: Goederen en diensten die door de overheid worden geleverd en betaald, en waar iedereen gebruik van kan maken. Subsidie: Een financiële bijdrage van de overheid om bepaald gedrag van burgers en bedrijven te stimuleren. Accijns: Een belasting op bepaalde goederen, zoals alcohol, tabak en brandstof, bedoeld om de consumptie ervan te verminderen. Belasting: Een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen voor de financiering van overheidsuitgaven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.